Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Het voelt niet aan als vijf voor twaalf ”
Jaren vormde de Koppenbergcross de inleiding van het veldritseizoen. Morgen trekt wereldkampioen Wout van Aert echter al met een droge 5-0-achterstand tegen Mathieu van der Poel naar de plek waar hij in 2014, 2015 en 2016 ongenaakbaar was. Tijd om terug te slaan. “Ik ga ervan uit dat ik beter voor de dag zal komen dan de voorbije weken”, schrijft hij in zijn column op Wielerflits.
Zowel Mario De Clercq als Klaas Vantornout klaagde de voorbije week over het gemis aan peper en zout in de cross. De droge omlopen leverden geen spektakel, zeker niet omdat Mathieu van der Poel als een hazewind over de snelle parcours raasde. Aan de eerste pretbederver komt door de overvloedige regenval een einde. De weide van de Koppenberg is herschapen in een modderbaan.
Wat de suprematie van Van der Poel betreft, is het nog koffiedik kijken. Zijn grote uitdager Wout van Aert trekt alleszins met het nodige vertrouwen naar Oudenaarde. “Ik ga ervan uit dat ik be- ter voor de dag zal komen dan de voorbije weken. Ik heb de voorbije da- gen flink wat snelheid getraind achter de brommer. In het verleden draaide dat altijd goed uit in de wedstrijden nadien”, zegt de wereldkampioen in zijn wekelijkse column op Wielerflits.
De voortekens voor Wout van Aert zijn gunstig. Na een offday druppelde hij vorig jaar pas op 1’14” binnen, maar de jaren voordien heerste hij op de Koppenberg. In 2016 en 2015 kwam hij een halve minuut voor de nummer twee over de streep. In 2014 versloeg hij als jonkie Mister Koppenberg Sven Nys. Bij zijn eerste deelname in Oudenaarde eindigde hij bij de beloften tweede achter Laurens Sweeck, maar verwees hij Van der Poel wel naar de derde plek.
Vruchten plukken
Extra is dat hij na de gewenningsfase in Ruddervoorde deze week echt de vruchten zal kunnen plukken van zijn trainingsarbeid in Mallorca vorige week. “Ik heb de voorbije weken hard gewerkt en in topsport krijg je meestal wat je verdient. Deze week zou mijn eerste piek van het seizoen moeten zijn. Of dat volstaat om Mathieu te kloppen, is een andere vraag. Zondag in Ruddervoorde zei hij dat hij mij niet afschrijft. Ik bekijk het ook zo. Het voelt voor mij nog niet aan als vijf voor twaalf.”