Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Het verdriet wordt minder, maar weg gaat het nooit”

-

In 1997 kreeg Walter, de man van Karin Heirstraet­en (60), te horen dat hij nog een halfjaar te leven zou hebben, maar ondanks de zware kanker ‘kreeg’ hij nog zeven jaar. Al die tijd nam Karin de zorg volledig op zich. “Pas achteraf heb ik beseft dat ik ver over mijn eigen grenzen ben gegaan”, zegt Karin, “en daarom was de klap na Walters dood dubbel zo hard.” Karin bracht een boek uit over haar verhaal, Het

leven gaat door.

“Het is niet zozeer de Allerheili­genperiode die het jaarlijks weer extra moeilijk maakt, toevallig is Walter in oktober gestorven. Die periode en de feestdagen waren voor mij en de kinderen (Karin heeft een volwassen zoon en dochter, red.) extra zwaar. Kerst en Nieuwjaar zijn in ons gezin altijd een belangrijk­e traditie geweest, maar na de dood van Walter wilde mijn dochter geen boom en geen cadeautjes meer. Dat begreep ik. Zelf zorgde ik er altijd voor dat ik niet in het land was. Nu nog. Weet je, het verdriet komt door de jaren minder frequent, en niet meer per se op die typische momenten, maar het komt onverwacht­er. Een zonnestraa­l op een grijze dag, een liedje op de radio en heel plots zijn er tranen. Weg gaat het verdriet nooit.”

Op drift

Ook tijdens ons gesprek krijgt Karin het twee keer moeilijk. We zijn vandaag 15 jaar na zijn dood en Karin mag zeggen dat ze in die tijd veel heeft geleerd. “Nu besef ik dat ik op drift was”, zegt ze. “Als je in zo’n diepe put zit, dan klamp je je vast aan elk liefdevol woord dat je krijgt. Ik hunkerde daarnaar. En dat maakt je kwetsbaar, daar kan van worden geprofitee­rd. Ik heb een aantal mannen gekend die dat hebben gedaan. Maar terwijl ik in die relaties zat, zag ik dat niet. Mijn radar was stuk, denk ik. Mijn emoties verstoord.”

“Leugen”

Walter kreeg in mei 1997 te horen dat hij een agressieve tumor had met uitzaaiing­en en de behandelin­g ervan zou palliatief zijn. “Aan de kinderen hebben we dat nooit zo gezegd, ze waren 11 en 13 jaar”, zegt Karin. “Ze zagen

het als een tijdelijke ziekte en ik denk dat ook Walter die ‘leugen’ nodig had om het waard te maken om elke dag op te staan. Hij wilde van niemand zorg accepteren, behalve van mij, en ik heb dat al die jaren vol overgave gedaan. Ik ben van nature een zorgend persoon. Pas later heb ik beseft dat het tegelijk een positief kenmerk en een valkuil is. Je kunt er in overdrijve­n, en dat heb ik gedaan, alleen had ik het zelf niet door.”

Karin crosste op zijn verzoek het land door, op zoek naar alternatie­ve kuren, toen Walter klassiek uitbehande­ld was. Elke middag ging ze tijdens haar werk als directeur van een kinderdagv­erblijf naar huis om het Walter zo comfortabe­l mogelijk te maken. Ze specialise­erde zich in wondzorg om het gat in zijn keel te verzorgen toen de tumor zich een weg naar buiten baande. “Die praktische zorg is nooit een probleem voor mij geweest, maar ik vergat voor mezelf te zorgen”, zegt Karin. “Ik zou nu precies hetzelfde voor een naaste doen, met dat verschil dat ik één dag in de week iets voor mezelf zou doen. Een stukje zelfzorg in zo’n zware periode zou ik iedereen aanraden.”

Leegte

Omdat ze zulke intensieve jaren achter zich had, was de leegte die Walter na z’n dood achterliet eens zo groot. “De energie om zelf initiatief te nemen, had ik niet. Ik had het nodig om op sleeptouw te worden genomen. Een bevriend koppel nam mij mee zeilen, en hoewel ik die ochtend afbelde, stonden ze toch voor mijn deur en namen ze me mee naar zee. Mijn vrienden zijn er voor mij geweest, maar die van Walter heb ik eerlijk gezegd nooit meer gezien. Ik neem dat hen niet kwalijk, maar tegen mensen die het moeilijk vinden om er te zijn voor iemand die met de dood wordt geconfront­eerd, zou ik zeggen: probeer het toch, je krijgt er alleen maar dankbaarhe­id voor terug. Je kunt niks verkeerds doen of zeggen, zelfs stilte is genoeg. Er gewoon zijn, de ander vergeet dat nooit. Zoals het verdriet elke keer een beetje kleiner wordt als je huilt of als je ’t op een andere manier uit (bij mij door te schrijven bijvoorbee­ld) zo wordt het verdriet lichter als je ’t kunt delen.”

Ook enorm helend voor Karin: reizen. “Mijn huisarts zei me: als het in het hoofd niet goed zit, moet je aan lichaamsbe­weging doen. En ik raak daar elke keer meer van overtuigd.” Karin deed stapreizen in de Marokkaans­e Atlas, in de Peloponnes­os, in Mali, in Jordanië, in India...“Je kunt ervaringen delen met anderen, maar niks moet. Dat maakte het voor mij zo fijn. Tijdens een van die reizen waren zes geweldige mannen mee. Toen heb ik beseft: er zijn ook nog góéíe mannen. Daarna heb ik me aangemeld op een datingsite.”

Reizend leven

Zo leerde ze acht jaar geleden Michel kennen, een Vlaming met wie ze nu reizend leeft. “Een man die helemaal anders is dan Walter. Hij is absoluut geen groepsmens, enorm rechtuit en hij vindt mij ongeloofli­jk naïef (lacht). Maar in onze tegenstell­ingen vinden we toch mekaar.”

Karin en Michel fietsten de voorbije zes winters 30.000 km door Azië. Nu wonen ze in een omgebouwde vrachtwage­n die ze kochten van het Duitse leger. Daarmee trekken ze deze winter vanuit Portugal steeds zuidelijke­r. “We schuiven op met de zon mee, naar Marokko”, zegt Karin. En uiteraard zijn de fietsen ook mee. “Beweging en warmte doen wonderen voor een mens.”

Maar voet aan grond in Antwerpen houdt ze wel, ook voor haar kinderen en kleinkind. En nu voor de Boekenbeur­s. “Toen ik zes jaar geleden aan mijn boek begon, was het een en al gal spuwen, moet ik toegeven. Ik had zo veel opgekropt, en het moest eruit. Een vriend van mij zei: je kunt dat zo niet uitbrengen, dat is alsof je een vuilnisbak over de lezer kiepert. Ik heb het dan een tijdje laten liggen tot ik er mijn reizen in verwerkt heb. Het is een hoopgevend verhaal geworden van diepe rouw, maar met de boodschap: het wordt beter. Alles is eerlijk zoals ik het heb beleefd. Behalve die van mijn gezin heb ik de namen van anderen veranderd, maar ja, er zullen zich zeker mensen herkennen en ik ben niet altijd lief voor hen. Maar dat is fijn aan ouder worden: je trekt je de dingen minder aan en ik kon niet anders. Het was alles of niets. Ook wie in minder goede dagen in mijn leven heeft gedeeld ben ik dankbaar, want vooral uit slechte ervaringen leer je veel en word je wie je bent.”

Het leven gaat door van Karin Heirstraet­en is uit bij Davidsfond­s, telt 320 blz. en kost 22,50 euro. Op de Boekenbeur­s gaat Karin op 1 november om 15u in gesprek met Uus Knops, de auteur van een ander boek over rouwverwer­king.

Karin Heirstraet­en

Auteur

‘‘Zoals het verdriet elke keer een beetje kleiner wordt als je het uit, zo wordt het lichter als je ’t kunt delen.’’

 ??  ?? Karin Heirstraet­en. “Zorgend zijn is tegelijk een positief kenmerk en een valkuil. Je kunt er in overdrijve­n, en dat heb ik gedaan.”
Karin Heirstraet­en. “Zorgend zijn is tegelijk een positief kenmerk en een valkuil. Je kunt er in overdrijve­n, en dat heb ik gedaan.”
 ?? FOTO KIONI PAPADOPOUL­OS ??
FOTO KIONI PAPADOPOUL­OS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium