Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Wie wil reizen, moet zijn handen vuil durven maken”
Lid Monty Python en reisauteur Michael Palin trekt veel volk met boek over wrak van zeilschip HMS Erebus
Van alle internationale auteurs die de Boekenbeurs aandoen is de Brit Michael Palin de bekendste. En wellicht ook de grappigste. Hij signeerde gisteren in Antwerp Expo zijn boek over de gezonken HMS Erebus. “Ooit trek ik een duikpak aan om het schip met eigen ogen te zien.”
Michael Palin (75) geniet nog steeds faam als een van de leden van Monty Python’s Flying Circus, het satirische programma rond John Cleese dat tussen 1969 en 1974 een legendarische status verwierf. Vanaf 1980 maakte de Brit vooral reisprogramma’s voor de BBC. Zijn nieuwe boek,
Erebus, het verhaal van een
schip, vertelt het verhaal van de voormalige kanonneerboot HMS Erebus, die in 1826 te water werd gelaten en betrokken was bij expedities naar de Zuidpool en de Noordpool, op zoek naar de veelgezochte en nooit gevonden Noordwest Passage. Het schip liep in 1845 vast in het ijs, waarna alle bemanningsleden omkwamen. In 2014 werd het wrak aangetroffen in het Canadese noordpoolgebied.
In 1992 maakte u zelf een reis van de Zuidpool naar de Noordpool. Werd toen uw belangstelling voor de HMS Erebus gewekt? Michael Palin: Hoewel ik
geboren ben in
Sheffield, ver van de kust, was er altijd al die hang naar het water. Met de familie trokken we elk jaar twee weken naar zee, maar los daarvan stilde ik mijn honger naar zeevaardersheroïek met de
Horatio Hornblower-romans van C.S. Forrester. In 2013 vroeg de Athenaeum Club in Londen me een lezing te houden over een van hun illustere leden. Mijn keuze viel op Joseph Hooker, die een groot deel van de negentiende eeuw directeur van de Kew Gardens was geweest, en als jong botanicus ook mee had gevaren met de Erebus op expeditie naar Antarctica. Na die lezing kon ik de avonturen van de Erebus niet uit mijn hoofd zetten. Daar verscholen ze zich nog steeds in de zomer van 2014, toen ik tien avonden lang in de Londense 02 Arena stond met een stel andere bejaarden – onder wie John Cleese, Terry Jones, Eric Idle en Terry Gilliam, maar helaas zonder Graham Chapman – in de voorstelling Monty Python Live One Down, Five to Go. Nadat ik de
laatste Lumberjack-song had gezongen, wachtte een anticlimax. Wat doe je na zoiets? Het antwoord kwam twee weken later in het tv-journaal. De Canadese premier meldde er dat een Canadees team van onderwaterarcheologen op de zeebodem in het noordpoolgebied de HMS Erebus had ontdekt. Dat schip was al 160 jaar spoorloos. Dáár lag mijn verhaal.
U doorspitte de logboeken van de kapitein, maar ook
brieven van matrozen. Wat dacht u daarvan op te steken?
Van mijn
eigen reizen leerde ik dat je de interessantste avonturen beleeft bij gewone mensen. Zo’n kapitein vertelt wat de overheid wil horen. Een botanicus pent vooral wetenschappelijke gegevens neer. Maar uit een brief van zo’n matroos leer je hoe de sfeer aan boord was. Diep in het Antarctisch gebied hakte de bemanning om Nieuwjaar te vieren een Britse pub uit het ijs, stel je voor! Het is opmerkelijk dat de zeelui ondanks de ijzige koude en het ongemak er de sfeer inhielden. Omdat ze naar het onherbergzame Antarctica voeren, kregen ze weliswaar dubbel betaald, maar er was ook en vooral de roep van het onbekende. Zonder gps aan boord moest je vertrouwen op de kunde van je makkers. En dan was er nog de roep van een nieuwe wereld. Elke zeemijl bracht iets met zich mee wat niemand op aarde ooit eerder had gezien.
Met etappes in Tasmanië en de Falklands reisde u de Erebus achterna. Kan men daar vandaag de geschiedenis nog ruiken?
Nee, grosso modo zijn er nog weinig directe sporen van de Erebus. Maar als je een reis beschrijft, moet je die ook gemaakt hebben, vind ik. Aan boord van een schip, varend tussen de ijsschotsen, voelde ik dezelfde kou als de mannen destijds. Ook ik raakte onder de indruk van het desolate landschap, of van de Mount Erebus. De stratovulkaan op het eiland Ross – dat de bemanning destijds ontdekte – is niet alleen de zuidelijkste vulkaan ter wereld, hij is bovendien de meest actieve van het continent. Reizen in het spoor van de Erebus hielp me om door de bril van de bemanning te kijken.
Eerlang wilden zeevaarders nieuwe gebieden exploiteren, terwijl men nu oproept om de aarde te beschermen. Waar liep het mis?
Het besef om verantwoordelijker om te gaan met onze planeet is er pas de laatste twintig jaar gekomen. Een groot schrijver als Charles Dickens had het in de negentiende eeuw nog over ‘wilden’. De grote zeevaarders brachten niet alleen een nieuwe wereld in kaart met zijn fauna en flora, ze wilden die plekken vaak ook civiliseren of kerstenen. Vaak met verschrikkelijke gevolgen. Zo werd in Tasmanië de autochtone bevolking verdreven. Wat de uitputting van bronnen betreft, speelt de aangroei van de bevolking een grote rol. Ten tijde van de Erebus waren er een miljard bewoners op deze planeet, vandaag zeven keer zoveel. Het massale gebruik van fossiele brandstoffen moet aan banden worden gelegd. Anders gaat de aarde om zeep.
Om onze ecologische voetafdruk in te perken staan alternatieve vervoersmiddelen in de kijker. Hoe denkt u daar als fervent reiziger over?
Da’s een moeilijke. Als reisauteur maan ik kijkers en lezers aan om de wereld te ontdekken, maar als we dan met zijn allen aan het reizen slaan, helt de balans over naar de andere kant. Blijf reizen, maar gebruik je gezond verstand. Vermijd het vliegtuig als het ook over water of land kan en houd je ver van cruiseschepen en sightseeing. Wie wil reizen, moet zijn handen vuil durven maken. Trek het achterland in en zoek contact met de
locals.
Vorige zomer zat u nochtans ook op een cruise. Op weg naar het scheepswrak van de Erebus.
Ja, maar we zijn er niet bij geraakt. Ondanks alle voordelen van de moderne technologie zorgde het ijs ervoor dat we eerder moesten terugkeren. Hoewel het slechts negen meter diep ligt, houden de Canadezen het schip op de zeebodem. Het koude water en de afwezigheid van zuurstof komt de conservatie ten goede. In principe is de plek waar de Erebus ligt elk jaar zes weken ijsvrij, maar in 2017 kon er slechts anderhalve dag worden gedoken. Jaar per jaar bekijkt men wat men kan opdelven. Zo valt er aan de Erebus steeds wat te ontdekken. Als het me gegund is, keer ik op een dag terug naar de Noordwestelijke Doorvaart. Deze keer met een duikpak in de koffer, om ‘mijn’ schip met eigen ogen te kunnen zien.
Michael Palin
Auteur
‘‘Diep in het Antarctisch gebied hakte de bemanning om Nieuwjaar te vieren een Britse pub uit het ijs, stel je voor!’’ FOTO