Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik mis Antwerpen nog elke dag”
Globetrottende Antwerpenaar bouwt kopie van de Egyptische Tempel van de Zoo in Maleisië
Antwerpenaars die in het Bukit Gambang Safari Park verzeilen, beleven daar de déjà vu van hun leven. In het midden van het Maleisische safaripark staan ze oog in oog met de Egyptische Tempel van de Antwerpse Zoo. Dat is het werk van Antwerpenaar Nikolas Cassimon, die al twaalf jaar in Azië woont. “Op deze manier heb ik toch elke dag een beetje Antwerpen bij mij.”
“Bouwen en dieren, die twee passies heb ik hier gecombineerd.” Nikolas Cassimon (59) heeft ondertussen al twee dierenparken gebouwd in zijn nieuwe thuisland. Eentje in Malakka en een tweede, veel groter, in Gambang. Die plaats ligt in de provincie Pahang aan de oostkust van Maleisië, op 2,5 uur rijden ten oosten van de hoofdstad Kuala Lumpur en op 5 uur ten noorden van Singapore.
“Die Egyptische tempel heb ik niet voor 100 procent gekopieerd. Maar ik heb hem wel gebaseerd op de herinneringen die ik had van het oorspronkelijke exemplaar in de Zoo. Toen ik 16 jaar was, in de jaren 70, heb ik er nog als jobstudent gewerkt.”
De jonge Cassimon kreeg wel vaker te maken met de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen. In mei 1984 liet hij een advertentie in deze krant plaatsen waarin hij aankondigde zijn verzameling tropische dieren te willen verkopen. Een gealarmeerde inspecteur van de dierenbeschermingsvereniging Het Blauwe Kruis bood zich bij Nick thuis aan op het Laar in Borgerhout. Hij stond sprakeloos. De jonge man had de benedenverdieping van het pand op nummer 57 volledig omgebouwd tot een tropische wildernis met watervallen, verwarmde vijvers en tropische planten. Er liep een nijlkrokodil rond en een Bengaalse varaan, naast tal van vogelspinnen, schorpioenen en boa constrictors – gekocht van een Sinksenfoorattractie waar ze dienden als accessoire voor schaars geklede danseressen. De dieren waren in uitstekende gezondheid, maar de inspecteur kon hem in ruil voor het kwijtschelden van de zware boete – je mag
immers geen handel Nikolas met het leeuwenwelpje.
drijven in beschermde diersoorten – overtuigen om ze gratis aan de Zoo te schenken.
Hyena
“Ik heb nog steeds vreemde huisdieren”, lacht Nick via Skype voor zijn zelfgebouwde Egyptische Tempel aan de andere kant van de wereld. “Nu is het onder meer een hyena. In die tijd op het Laar in Borgerhout werkte ik als deejay en rodeoartiest in Bobbejaanland en had ik een eigen constructiebedrijfje. Maar nadat de dieren weg waren, ben ik uit België vertrokken. In heel de wereld heb ik in de hotel- en de pretparkensector gewerkt: bij Disney in Amerika, in Las Vegas, in de Caraïben en Zuid-Amerika. Ik ben altijd blijven reizen. Mijn kinderen zijn geboren op verschillende continenten: mijn zoon Hakheem (19) in Kenia en mijn dochter Sharmine (15) in Venezuela. Sinds 12 jaar wonen we in Maleisië. Mijn kinderen spreken he- laas geen Neder- lands, wel Mandarijn-Chinees, Maleis en En- gels.” Eerder bouwde hij al een klein dierenpark voor een vriend in Brazilië. Ook daar liet hij zich inspireren door de landschappen die hij kende uit de Antwerpse Zoo. “Ik kwam daar voor het eerst in 1965, aan de hand van mijn grootvader”, zegt Nick. “Vooral het oude krokodillenverblijf fascineerde me, en al die namaakrotspartijen van beton, bijvoorbeeld waar de berggeiten zitten. Die heb ik sindsdien op veel plaatsen nagebouwd.”
Het Bukit Gambang Safari Park maakt deel uit van een enorm vakantieresort met twee hotels van duizend kamers, massa’s vakantiebungalows en een waterattractiepark. “We hebben op de site zelfs onze eigen college waar we onze medewerkers opleiden, ook voor het safaripark. Dat is in omvang niet te vergelijken met de Zoo, nee.” Hij lacht. “Ik doorkruis het met een 4x4. We hebben alle soorten dieren: zebra’s, giraffen, tijgers, leeuwen, hyena’s, de langste slang van Maleisië, olifanten, grizzlyberen, noem maar op. Hier werken 164 mensen. Het park is open sinds 2010 en we ontvangen een half miljoen bezoekers per jaar.”
Welpje
Achter hem in beeld springt een witte welp enthousiast tegen het venster van haar verblijf in de Egyptische Tempel aan wanneer ze Nick ziet aankomen. “Dat is Luna, een witte leeuw van 8 maanden oud. Ik heb haar grootgebracht”, zegt Nick. “Een schatje. In tegenstelling tot in Antwerpen is onze tempel geen olifantenverblijf, maar een nursery, een kindercrèche. Hier krijgen onze jongsten hun speciale zorg.”
Met de tempel blijft de stad toch een klein beetje bij hem. En dat is nodig, zo blijkt wanneer Nick even weemoedig wordt. “Het is al van 2007 jaar geleden dat ik nog in mijn stad geweest ben. Maar ik mis ze nog elke dag. Wat zou ik graag nog eens over de Meir wandelen, of op een maandagavond naar de beiaard gaan in de zomer. Mijn kinderen zijn destijds ook in Antwerpen geweest, maar toen waren ze nog klein. Ik merk wel dat ze steeds nieuwsgieriger worden naar de roots van hun vader. Maar helaas, voorlopig heb ik gewoon geen tijd om naar ginder te komen.”