Gazet van Antwerpen Stad en Rand
André Hazes Jr.
ZA 10/11 | LOTTO ARENA | MERKSEM | WWW.TELETICKETSERVICE.COM
André Hazes Jr. treedt almaar verder uit de voetsporen van zijn vader, de betreurde volkszanger van klassieke levensliederen als Een beetje verliefd en Zij gelooft in mij. Tijdens diens afscheidsceremonie, in 2004 in de Amsterdam ArenA, spreekt Hazes’ jongste zoon – dan amper tien jaar – de duizenden rouwende fans toe. Veertien jaar later heeft Junior alias Dreetje al een overtuigende eigen carrière uitgebouwd. Een eerste grote hit scoort hij in 2007 met
Bedankt mijn vriend, een postuum duet met zijn vader. Tegen dat eind 2013 zijn eerste soloalbum verschijnt, is Hazes Jr. ook een tv-gezicht geworden. Hij vertolkt een gastrol in de soap Onderweg naar morgen en is jurylid in
Bloed, zweet & tranen. Inmiddels heeft hij zelfs al drie seizoenen zijn eigen realitysoap (André Hazes: Ik haal alles uit het leven) en kent Nederland hem als presentator van Rad van Fortuin en So You Think You Can Sing.
Terwijl hij ook een eigen kledinglijn heeft gelanceerd, wil de 24-jarige Hazes Jr. nu zijn muzikale actieradius verruimen. Voor zijn eerste groot Belgisch concert in de Lotto Arena, waar hij zijn gloednieuw album Anders lanceert, inviteert de noorderbuur onze Christoff, die hem in 2013 met het duet Zeg maar niets meer aan zijn eerste hit in ons land helpt. “Sinds mijn grote doorbraak in Nederland was er minder tijd voor Vlaanderen. Daar moet verandering in komen, want ik mis jullie enorm”, laat Hazes Jr. zich in de aanloop naar dit concert ontvallen. Met zijn nieuwste plaat breekt hij uit het circuit van schlagerfestivals. “Dit zijn andere liedjes dan die ik vroeger bracht. Ik maak muziek waar ik live mee kan uitpakken. Het is een combi van disco en bigband”, licht de noorderbuur de muzikale koerswijziging toe. De hits van zijn vader wil hij wel blijven zingen. “Dat zal ik altijd blijven doen. Ik ben hem eeuwig dankbaar. Zonder hem was ik nu misschien verkoper van keukenkasten. Dankzij hem kan ik doen wat ik het liefst doe. Maar ik ben stilaan op het punt gekomen waarop de mensen me zien als wie ik ben, niet meer als de zoon van mijn vader.”