‘Vrouwenrijschool’ krijgt vergunning onder voorwaarden

Merksemse school moet van naam veranderen

De Nederlandse vrouwen die in april in Merksem de ‘Vrouwenrijschool’ opstartten, hebben ondertussen een vergunning gekregen. Maar ze moesten van Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) wel hun naam veranderen. In het Belgisch staatsblad verschenen ze niettemin onder de ‘verboden’ naam.

Toen Samira Masrour en haar zakenpartner begonnen met de opstart van een nieuwe rijschool aan de Lambrechtshoekenlaan in Merksem in april dit jaar, was er commotie omdat de school - zoals je op basis van haar naam kan verwachten - enkel vrouwen zou toelaten. De twee Nederlandse vrouwen baatten in Rotterdam al jaren zo’n rijschool uit. Na een enquête die ze destijds voerden, merkten ze dat er ook vraag naar was in België. Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) was echter allesbehalve opgezet met het plan. “Realiteit zal het alleszins niet worden, want een vergunning zal men van mij nooit krijgen”, zei hij toen.

Discriminatie De twee vrouwen pasten zich echter aan, nadat ze door het kabinet

van de minister op de hoogte gebracht werden van hun plicht tot het naleven van de nondiscriminatieregels. “We zetten onze deuren voor iedereen open, ook mannen”, aldus Samira. “Ondertussen hebben wij een vergunning ontvangen. Momenteel zijn we volop bezig met de voorbereidingen en we hopen binnenkort van start te kunnen gaan.” Maar de vergunning kwam wel met een

belangrijke vereiste: de naam moest ook aangepast worden. In het Belgische staatsblad staat echter nog steeds ‘Vrouwenrijschool’. Niet goed begrepen

“Het feit dat de oprichting blijkbaar toch onder die naam gebeurt, doet mij vermoeden dat de oprichtster een en ander nog niet volledig begrepen heeft. Het lijkt

mij moeilijk om als rijschool niet te discrimineren richting cliënten, of lesgevend personeel, als de naam alleen al het tegenovergestelde zegt”, zegt Vlaams volksvertegenwoordig Annick De Ridder. (N-VA). Op de vraag of ze van plan is de naam alsnog te veranderen, wilde zaakvoerster Samira Masrour geen commentaar geven.