Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Hoe Dieu weer Dieu aan het worden is
Het is zaterdag 26 augustus. Antwerp wint op de Bosuil met 1-0 van Cercle Brugge. Leuk, maar het nieuws van de dag loopt die avond rond op de parking. Dieumerci Mbokani botst er op onze reporter en laat zijn eerste reactie optekenen als speler van de Great Old. Eerder die dag tekende hij een contract voor één seizoen. “Voor Luciano D’Onofrio (de sportief directeur en vicevoorzitter van de club, red.) wilde ik graag naar Antwerp komen.”
Persoonlijke coach bracht geen soelaas
Tijd is een understatement. Mbokani ligt op dat moment al bijna vier maanden stil. Zijn laatste wedstrijd dateert dan al van begin mei toen hij bij Dynamo Kiev mocht invallen in de bekerfinale tegen Shakhtar Donetsk, een Oekraïens avontuur dat al even op zijn einde liep. Sindsdien heeft hij amper iets gedaan. Zijn lichaam wat proberen te onderhouden met een persoonlijke coach, meer niet. “Zijn fysieke achterstand was… groot”, bevestigt ook Peter Catteeuw, physical coach bij Antwerp. “Trainen met een personal coach is niet slecht, maar die legt vooral de nadruk op inspanningen van korte duur of op krachttraining. Dat had Mbokani niet nodig.”
Wat de Congolees wel nodig had? Duurlopen. Een basisconditie opbouwen die hem in staat zou stellen om zijn beste voetbal uit zijn tijd bij Standard of Anderlecht te recreëren. De dag nadat Mbokani zijn handtekening zette, ging hij al een eerste keer lopen in het bos. Samen met Catteeuw. “Dat was echt nodig”, zegt de fysiektrainer. “Hij moest eerst individueel wat bijgespijkerd worden alvorens hij met de groep kon meedoen. En zelfs toen hij aansloot met de groep bleven we individueel met hem werken. Eerst met nog meer duurlopen, nadien met meer
focus op kracht en wendbaarheid. Wat me vooral bijblijft, is dat Mbokani er echt nog eens voor wilde gaan. Hij wilde absoluut iets tonen. Zijn werkethiek was zeker prima.”
Privileges
Al had die tussendoor wel een kleine opfrisser nodig. Eind september begint Mbokani voor het eerst in de basis bij Antwerp. Tegen AA Gent scoort hij meteen een eerste keer. Wanneer een week later de interlandbreak aanvat, hoopt heel rood-wit dat de spits zijn fysieke achterstand helemaal zal dichtrijden, maar vreemd genoeg lijkt de Congolees dat niet te beseffen. In die mate zelfs dat trainer Laszlo Bölöni aan de alarmbel trekt. Twee dagen voor de hervatting van de competitie tegen Lokeren plaatst hij Mbokani op training in de B-ploeg. Op de bijhorende persconferentie vertelt hij dat Mbokani meerdere trainingen heeft gemist. “Ik weet niet of hij zijn achterstand heeft weggewerkt, want hij was bijna de hele tijd afwezig”, klaagt de Roemeen steen en been.
De frustratie van Bölöni staat symbool voor zijn relatie met Mbokani. Als een stel oude geliefden - de Roemeen was tussen 2008 en 2010 ook al trainer van de toenmalige Standard-spits - is de grens tussen haat en liefde tussen de twee flinterdun. Zo weet Bölöni maar al te goed dat hij zijn spits moet behandelen als een chouchou wil hij het beste uit hem halen. Hem nu en dan van een privilege laten genieten, bijvoorbeeld. Zo mocht Mbokani begin november de busrit terug vanuit Eupen missen om rechtstreeks naar zijn thuis in het Brusselse te rijden en duiken er elke week wel een paar vrienden op op de club, waar de spits in de Diamond Bar een gezellige babbel mee doet. Bölöni noemt Mbokani ook liefkozend ‘Mbo’ en dolt er bij momenten met
hem op los. Op persconferenties roemt hij ook steeds zijn waarde. “Mbo zal niet meer lopen dan de andere spitsen, maar in de zestien zal hij wel meer scoren.”
Een voorzichtige vrijstelling van het harde fysieke werk bij Antwerp, verpakt in een compliment. Als je dan je fysiek werk in een rustige periode als de interlandbreak niet kunt opbrengen, mag je je wel verwachten aan een stevige opmerking. Liefde wordt haat. En wie weet zorgt zo een shockeffect wel voor een wake-upcall.
Eind deze maand 33 jaar
Mbokani staat tegen Lokeren gewoon in de basis. Met twee assists wordt hij de man van de match in de 2-1-zege tegen de Waaslanders. Het is de start van een uitzonderlijke reeks. In de laatste vier wedstrijden is de spits betrokken bij bijna elk van de zeven doelpunten van de Great Old. Op één na. Zijn prestatie tegen Standard is het voorlopige hoogtepunt. Geen ploeg die dit seizoen al meer moeite had met Mbokani dan zijn Luikse ex-club. “Het komt er nu op aan om te blijven werken”, weet Catteeuw. “Mbokani is nog steeds niet honderd procent, hij kan nog beter. Zeker als hij meer en meer matchritme zal opdoen. We weten allemaal dat hij niet de fysieke loopkracht van bijvoorbeeld Faris Haroun zal krijgen. Maar wat snelheid, wendbaarheid en duelkracht betreft, kan hij nog groeien.”
Over twee weken wordt Mbokani 33 jaar. Misschien staat hij dan scherper dan hij ooit in zijn carrière heeft meegemaakt.