Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik ben enorm trots op de stad waar ik vandaan kom”
Waarom de wereld dik drie jaar moest wachten op nieuw album van Tourist LeMC
Johannes Faes
Tourist LeMC
‘‘Mijn grootste levensmotto is misschien wel: steek je vinger eerst in je eigen borstkas voor je naar een ander wijst.’’
“Vond je het raar om mij in
De Slimste Mens te zien? Ik weet dat ik geen showbizzman ben, maar ik begon de camera’s een beetje te missen”, bekent Tourist LeMC lachend. Bijkomend argument: vrijdag verschijnt We
begrijpen mekaar, het langverwachte derde album waarmee de Antwerpse troubadour-rapper na zijn doorbraakhits Horizon en
Koning Liefde wil bevestigen.
‘Welkom nieuw leven, leer mij terug zien’, zingt de onlangs voor de tweede keer vader geworden Johannes Faes (34) alias Tourist LeMC op zijn nieuwe plaat. De vooruitgestuurde single Spiegel, die waarin Raymond van het Groenewoud meezingt, levert hem alweer een hit op.
Elders brengt de Antwerpse troubadour-rapper als vanouds zijn stad in kaart. Daarop drukt Tourist LeMC nu ook letterlijk zijn stempel. De leestuin van de Permeke-bibliotheek – hartje Seefhoek, de buurt waar hij is opgegroeid – wordt sinds kort namelijk opgesierd door een kleurrijke muurschildering met gezichten van mensen van verschillende leeftijden en culturen. Een hint naar We begrijpen mekaar, zoals Tourist LeMC de nieuwe plaat heeft gedoopt.
“Ik ben heel trots dat de stad mij als artiest op deze manier steunt”, aldus Faes. “Dat voelt toch wel als een leuke erkenning. Trouwens, de cd heeft zes verwisselbare covers, met foto’s die een doorsnede vormen van de mensen die je in een grootstad kunt tegenkomen; een verliefd koppeltje, spelende kinderen, havenarbeiders… De albumtitel We begrijpen mekaar had ik pas helemaal op het einde. Onbewust bleek die gedachte als een rode draad door de plaat te lopen.”
Is We begrijpen mekaar een pleidooi voor verdraagzaamheid?
Het is zeker geen statement. Ik ben altijd zo geweest. Op mijn vorige platen klonk eenzelfde intentie ook al door. De nieuwe plaat is er heel natuurlijk gekomen, als antwoord op de polarisatie die op ons afkomt. Het gevoel leeft dat ons een wereldbeeld wordt opgedrongen, terwijl ik geloof dat dit in eerste instantie een product van de politiek is dat de media oppikken.
In het openingsnummer Barbaren zing je: ‘Ik ga niet mee met rages, niet op zoek naar geluk/Ik doe het met tevredenheid en af en toe een kus’. Waarin zit het verschil?
Iedereen is op zoek naar geluk. Van die rage krijg ik de kriebels. In plaats van pieken op te zoeken, streef je beter naar een goede balans en aanvaard je dat er periodes zijn waarin je emotionele of fysieke pijn hebt. Die horen bij het leven. Al die rages, vol positieve boodschappen voor het zoeken naar geluk, gaan te veel voorbij aan wat het leven allemaal inhoudt. We mogen al blij zijn als we een leuk en stabiel bestaan kunnen hebben. Ik doe het met tevredenheid, door een zo harmonieus mogelijk leven te leiden.
Lukt jou dat?
Ja, heel goed. Ik ben me er al heel lang van bewust hoeveel geluk ik in het leven heb gehad, door in een degelijk middenklasse-gezin op te groeien en de kansen te benutten die ik heb gekregen. Als hulpverlener heb ik vroeger genoeg voorbeelden gezien van hoe het anders had kunnen lopen. Door dat besef voel ik me nu bevoordeeld en ben ik makkelijk tevreden.
In je teksten, die je omschrijft als “de mijmeringen van een charmante schurk”, haalt de melancholische doemdenker vaak de bovenhand. Schuilt er in Tourist LeMC
ook niet een positivo die dingen graag van hun mooiste kant bekijkt?
Helemaal niet. Ik ben zelfs gekant tegen het soort positivisme waarbij ons wordt aangeraden om te focussen op de goeie dingen. Think positive? Dat vind ik een beetje negationistisch. In de wereld zijn er te veel negatieve onderstromen die je niet kunt negeren. Ik vind het belangrijk om de slechte dingen te zien en die aan te pakken. Daarbij mogen we de hoop niet verliezen. Dat laat ik altijd wel doorsijpelen in mijn liedjes, want ik wil niet depressief klinken.
Spiegel gaat over zelfreflectie en kijken door de ogen van een ander. Doe je dat zelf?
Ik kan wel redelijk goed relativeren, ja. Ik ben niet iemand die snel gaat zweven of naast zijn schoenen gaat lopen. ‘Kop in de wolken, voetjes op de grond’, zoals ik op mijn vorige plaat zing. Bij mij thuis fungeert mijn vrouw ook als spiegel. Zij leeft het dichtst op mij en reflecteert hoe ik ben. Zo leer ik veel bij over wie ik ben.
Je bezingt jezelf als “een chronische buitenstaander, een toerist in eigen stad”, maar bent wel uitgegroeid tot een soort ambassadeur van Antwerpen. Voel je je ook zo?
Ik ben enorm trots op de stad waar ik vandaan kom. Misschien is het ook wel een echt hiphopding om de stad of wijk te representeren waar je vandaan komt. Dat mensen mij als ambassadeur beginnen te zien, maakt me wel blij, ook omdat ik de stad in mijn
muziek toch altijd op een integere manier in beeld probeer te brengen. In je teksten laat je zelden een kritische noot horen. Omdat je liever verzoent dan verdeeldheid zaait?
Ik ben wel kritisch, maar ik probeer nooit te oordelen. Dat is een groot verschil met rappers die heel oordelend kunnen praten over politiek, de politie en allerlei subgroepen die niet tot de hunne behoren. Mijn grootste levensmotto is misschien wel: steek je vinger eerst in je eigen borstkas voor je naar een ander wijst.
Je was al 27 toen je debuutalbum Antwerps testament verscheen en bent inmiddels vader van twee jonge kinderen. Verklaart dat de mildere toon die je aanslaat?
Dankzij mijn leeftijd en maturiteit heb ik inderdaad een andere weg gevonden. Vroeger heb ik heel andere dingen geschreven die ruwer en zotter waren. Fans uit die Antwerpse scène spreken me daar nog steeds op aan: ‘die muziek van vroeger was toch beter’... (lacht) Sinds Antwerps testament ben ik afgestapt van al dat gescheld en ge-oordeel in mijn teksten.
“Mijn bestaansrecht zit ‘m in ‘t applaus van de fans. We begrijpen mekaar”, leest het dankwoord in het cd-boekje. Heb je een beeld van wie Tourist LeMC bereikt?
Verschillende lagen van de bevolking, merk ik. Dat gaat van jong tot oud – opa’s die met hun kleinkinderen naar concerten komen – en verschillende culturen. Die mensen van andere culturen komen minder snel naar mijn shows, maar op straat roepen ze mij wel even vaak toe of komen ze om een foto vragen, net zoals autochtone Belgen dat doen. Dat mijn muziek tot bij een breed scala van mensen
doordringt, vind ik wel leuk. Omdat je jezelf niet verloochent? Met We begrijpen mekaar blijf je opvallend trouw aan je stijl.
Ja, ik maak niet opeens pop. Tourist LeMC staat voor duurzame muziek; geen fastfood maar slowfood. Wat mij met mijn vorige plaat En
route is overkomen, was een enorme rush. Twee, drie jaar heel intens gáán. Genieten ook, maar zonder ruimte om iets nieuws te kunnen creëren. Daarom heeft de nieuwe plaat zo lang op zich laten wachten. De eerste maanden voelde ik dat succes boven mij hangen en zat ik helemaal vast. Ik heb echt een pauze moeten pakken en mijn hoofd moeten leegmaken.
In januari sta je in de grote Lotto Arena. Geen schrik dat de inhoud van je liedjes daar wat verloren gaat?
Dergelijke grote podia zijn mij niet meer onbekend. Ik heb al voorprogramma’s gedaan voor Oscar And The Wolf in het Sportpaleis en voor Typhoon in HMH in Amsterdam. Gelukkig is dit niet opeens geëxplodeerd, maar gestaag gegroeid. Bij onze vorige eigen show in de Lotto Arena hebben we de intimiteit van de liedjes goed kunnen bewaren tijdens bepaalde kampvuurmomentjes. Trouwens, live mag muziek anders klinken dan op plaat en een heel andere beleving worden. Maar glitter en glamour laat ik niet toe. Er zijn grenzen. Waar liggen die grenzen, nu je zelfs bent gezwicht voor een deelname aan De Slimste Mens ter Wereld?
Voor De Slimste Mens heb ik een uitzondering gemaakt. Ik had al jaren geweigerd, omdat mijn agenda steeds vol zat en ik er de mentale ruimte niet voor had. Nu lag ik al anderhalf jaar stil en begon ik de camera’s zelfs een beetje te missen. Vond je het raar om me in De Slimste Mens te zien? Ik weet dat ik geen showbizzman ben, maar dat programma gaf me nog de ruimte om mezelf te blijven. Andere showbizzprogramma’s zouden mij te ver uit mijn comfortzone trekken. Die probeer ik te mijden. Omdat je je ook in de showbizz “een chronische buitenstaander” voelt?
Ik heb het gevoel dat ik een volwaardige Vlaamse artiest ben. Daar ben ik heel trots op. Eerlijk gezegd sta ik wel graag in de schijnwerpers. Dat is misschien toch mijn ego dat onbewust meespreekt. Maar ik voel mij nergens toe gedwongen en vind dat ik perfect mijn eigen grenzen kan stellen. Sommige artiesten hebben iets meer media-aandacht nodig om platen te kunnen verkopen. Ik verkoop ook goed zonder die aandacht. Vanwege de taal ben ik geografisch beperkt tot Vlaanderen en Nederland, waar de vorige plaat het ook goed heeft gedaan, maar ik geloof wel dat er nog wat groeimarge is. Veel Vlaamse artiesten verkopen met gemak het Sportpaleis uit. Misschien past dat niet bij mij, maar dat ik zoiets misschien ooit zou kunnen, zie ik als een groeimarge. Het zou een zoveelste kers op de taart zijn, want ik voel me nu al een gezegend man.