Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“De oceaan accepteert ons maar blijft de baas”
Solozeiler Jonas Gerckens vecht tegen slaap, woeste golven en eenzaamheid
Een solotocht van 6.560 kilometer overleven op hapjes van astronautenvoeding, napjes van maximaal dertig minuten, of zonder slaap als de zee te woest is: met zijn Volvo 104 – de autobouwer is zijn hoofdsponsor – steekt de Belgische solozeiler Jonas Gerckens (38) dezer dagen de oceaan over van Frankrijk naar Guadeloupe.
“Het was een zware nacht. Bij elke golf vreesde ik dat mijn mast eraan ging. Elk golf voelde aan als een klap. De storm spaart niemand, met golven tot zes meter hoog en windsnelheden tot 40 knopen
(meer dan 70 kilometer per uur, red.).”
Zo, na enkele dagen heeft Jonas Gerckens, doorgewinterd solozeiler, aan den lijve de uitdagingen van de Route du Rhum ondervonden. En hij niet alleen. Eén boot is al gekapseisd, gelukkig zonder gevolgen voor de skipper. Het is te zeggen: negen uur lang zat hij in zijn boot te wachten op hulp, tot hij letterlijk werd opgevist. Verscheidene zeilers hebben onderkomen gezocht in veiliger wateren...
Stormachtige start
De Route du Rhum is amper op gang geschoten en de deadline om aan te komen is al met vijf dagen verlengd, om meer boten de kans te geven om binnen de tijd te arriveren. Want amper waren ze vertrokken in het idyllische Saint-Malo, al eeuwen veilig ommuurd door een middeleeuwse wal, of een storm barstte los in open zee. Zowat een derde, 43 van de 123 boten, verkiest dezer dagen om het voorzichtiger te doen in plaats van rechttoe rechtaan de storm te trotseren. Ook Gerckens bouwt de nodige voorzichtigheid in. “Ik heb nog maar weinig geslapen, probeer zo veel mogelijk te rusten tussen de stormdepressies door, probeer wat op krachten te komen en bij te eten.” Stel u bij dat eten niet te veel voor: op een soort campingvuurtje prepareert hij gevriesdroogde voeding, zoals ook astronauten doen.
En voor wie zich nu afvraagt: hoezo, tussen de stormen door heeft de zeebonk nog de tijd om even zijn telefoon op te nemen voor een gesprekje en zijn relaas te doen? Uiteraard niet, op tijd en stond post hij een video van zichzelf of geeft hij info door aan zijn team aan wal. “Sommige nachten heb ik niet geslapen. Normaal probeer ik vijf van de 24 uur te slapen. Geen vijf uur aan een stuk, want ik kan de boot niet ongecontroleerd laten varen. Ik slaap in stukken van maximaal twintig minuten, een halfuurtje per keer. Na dertig minuten gaat een alarm af.”
Walvissen en plastic zakken
Doodvermoeiend of niet, op 38-jarige leeftijd maakt Gerckens zijn jongensdroom waar. Een Luikenaar, maar dan met zeebenen. Al op z’n zesde, zegt hij, wist hij dat hij ooit de legendarische Route du Rhum wilde doen. Op z’n zesde had hij namelijk al vier jaar op zee geleefd, in een boot met zijn ouders en zijn zus in Europese wateren. Na zijn middelbare studie kriebelde het te veel. Hij verhuisde naar het Bretoense Llorient, middelpunt van Sailing Valley, waar het wemelt van de oceaanzeilers. Allerlei klusjes knapte hij op om zijn passie te kunnen betalen. Maar 600.000 euro neertellen voor een nieuwe, oceaanwaardige boot kon hij niet. Toen hij een sponsor vond, schafte hij zich een tweedehands aan. “De boot had in 2014 al de Route du Rhum doorstaan. Hij stond drie jaar op een pallet toen ik hem kocht, ik heb hem in drie maanden tijd opgeknapt.” Ongeveer twintig dagen lang is het hij en zijn boot van zo’n twaalf meter tegen het water. “De oceaan accepteert ons, maar blijft de baas.” Twintig dagen van eenzaamheid, wat dat met een mens doet? Gerckens: “Ik heb geen problemen met alleen zijn, maar geef toe dat ik me soms heel alleen voel, dat ik af en toe graag zou babbelen met mijn vrienden. Het belangrijkste in een solozeilrace is dat je moraal niet op en neer golft zoals het water, maar stabiel blijft. Toch hou ik van solozeilen, je kunt je fouten niet op een ander afschuiven.”
Gerckens wil met zijn odyssee ook een geweten schoppen. Hij wil zo veel mogelijk mensen sensibiliseren in de strijd tegen het plastic. En of dat nodig is, zegt hij. “Zeilen is zalig. Vaak zie ik dolfijnen, zij komen als vanzelf naar de boot. Soms kom ik zelfs walvissen tegen, dat blijven fantastische ogenblikken. Maar jammer genoeg kom ik ook steeds meer plastic tegen. Soms vaar ik letterlijk door een witte zee, een zee van plastic zakjes. Ik ben zelfs al eens een ijskast tegenkomen op zee. Wetenschappers voorspellen dat er tegen 2050 meer plastic dan vissen in de oceanen zit, ongelooflijk toch.”