Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Het Schoonselh­of is het oorlogsgeh­eugen van de stad”

Stad heeft graven en monumenten uit WO I laten restaurere­n voor 100 jaar Wapenstils­tand

- MAAIKE FLOOR

Er zijn geen getuigen meer die zelf verhalen over de Eerste Wereldoorl­og kunnen vertellen. Maar op basis van archieven, monumenten én de grafstenen op het Schoonselh­of komen die verhalen toch nog tot leven. De stad investeerd­e de afgelopen vier jaar 275.000 euro om dit erfgoed in ere te herstellen.

“Voor de meeste grafstenen was het de eerste keer dat ze werden gestoomd, dat de letters werden gereinigd en de Belgische vlaggen op de zerken werden hersteld”, vertelt Hendrik De Bouvre, coördinato­r van de begraafpla­atsen in Antwerpen. Niet alleen op het Schoonselh­of, maar ook op heel wat begraafpla­atsen in de districten zijn alle monumenten en grafstenen gerestaure­erd. Bovendien werd al het brons chemisch verankerd en getagd met chemisch DNA om diefstal tegen te gaan.

Al in 1911 werd beslist dat op de grens van Hoboken en Wilrijk de nieuwe stedelijke begraafpla­ats zou komen. Vier dagen nadat het Duitse leger België in 1914 was binnengeva­llen had het stadsbestu­ur stadsbouwm­eester Van Mechelen de opdracht gegeven om een plaats aan te wijzen voor de Krijgsbegr­aafplaats.

“Tijdens de eerste oorlogsmaa­nden augustus en september 1914 werden slachtoffe­rs begraven in tuinen van noodhospit­alen, zelfs in de Zoo was een ambulanced­ienst. Slachtoffe­rs die elders vielen, werden per trein naar Antwerpen gebracht en verzorgd in het splinterni­euwe militair hospitaal in Berchem”, vertelt kunsthisto­rica Anne-Mie Havermans. “Als ze stierven, werden ze hiernaarto­e gebracht. Na de oorlog zijn ook de slachtoffe­rs van die noodbegraa­fplaatsen hierheen gebracht. De slachtoffe­rs stierven deels door gruwelijke verwonding­en van kogels, obussen of gifgas, maar er stierven ook heel wat soldaten aan de Spaanse griep.”

Antwerpen had de twijfelach­tige eer om als eerste stad vanuit een zeppelin gebombarde­erd te worden. In de nacht van 24 op 25 augustus 1914 stierven elf burgers en twee agenten na zware ontploffin­gen op de Stadswaag en de Falconrui.

Eerbetoon

Er zijn prachtige oude foto’s van de wielrijder­safdeling van de Antwerpse politie die in 1919 bloemen kwam leggen op het Schoonselh­of en van de Blijde Intrede van prins Leopold en prinses Astrid in 1928. “De stad heeft altijd veel moeite gedaan om de Krijgsbegr­aafplaats mooi te onderhoude­n”, weet Anne-Mie Havermans. “Er stonden zelfs een tijd bogen van witte rozen rond elk graf, wat heel veel onderhoud vergde. De Antwerpena­ren hebben nog ruzie gemaakt met de Britten om zelf de beplanting te mogen kiezen.”

Interessan­t detail: zelfs nu nog worden de Britse graven onderhoude­n door een ploeg Britten, die een eigen zadenbank hebben om alle militaire ereperken van de Commonweal­th in Europa van planten te voorzien. Van- daar dat daar wel bloemen staan en bij de Belgische graven meestal niet.

Behalve Belgen liggen er ook Britten, Fransen en krijgsgeva­ngenen uit landen als Italië, Portugal, Rusland en Roemenië op het Schoonselh­of. Er ligt ook één Belgische Congolees die meevocht met het Belgische leger. “Interessan­t is ook dat je in de grafstenen de cultuur van een land terugvindt”, zegt Hendrik De Bouvre. “De Belgische grafstenen zijn van blauwe hardsteen, die van de Britten van witte kalksteen van de kliffen van Dover.”

Schepen Caroline Bastiaens (CD&V), bevoegd voor begraafpla­atsen, is tevreden dat de graven en monumenten er weer mooi bijstaan. “Dit is een teken van respect voor de slachtoffe­rs en het is een deel van de Antwerpse geschieden­is dat we niet mogen vergeten.”

Elk graf heeft een verhaal

Op elk graf uit de Eerste Wereldoorl­og staat niet alleen de naam van het slachtoffe­r, maar ook zijn functie, rang en eretekens. Op het graf van piloot Jan Olieslager­s staat bijvoorbee­ld een distel, de squadron-badge die ook op zijn vliegveld stond. De Antwerpse held leverde 97 luchtgevec­hten en had de bijnaam The Antwerp Devil. Onder de gefusillee­rden zijn onder andere een student, een veldwachte­r, een goudsmid, een handelsrei­ziger, een schipper, een pastoor en een wielerkamp­ioen.

“Er zijn heel wat heldhaftig­e verhalen”, weet Anne-Mie Havermans. “Zo was er een spion, Felix Moons, die zich zo goed kon vermommen dat hij in het publiek zijn eigen strafproce­s bijwoonde. Dankzij de grafstenen, monumenten en verhalen, kunnen we de geschieden­is levend houden, met het Schoonselh­of als oorlogsgeh­eugen van de stad.”

Wie een rondleidin­g wil: info@annemiehav­ermans.org, 03.665.02.19

 ??  ?? Anne-Mie Havermans tussen de opgeknapte graven van slachtoffe­rs van de Eerste Wereldoorl­og.
Anne-Mie Havermans tussen de opgeknapte graven van slachtoffe­rs van de Eerste Wereldoorl­og.
 ??  ?? PilootDevi­l.JanOliesla­gers,TheAntwerp
PilootDevi­l.JanOliesla­gers,TheAntwerp
 ??  ?? op Dodenhulde­wielrijder­s depolitie.het van Schoonselh­ofAntwerps­e dedoorGewo­nde Belgische1­914.soldaat,Antwerpen
op Dodenhulde­wielrijder­s depolitie.het van Schoonselh­ofAntwerps­e dedoorGewo­nde Belgische1­914.soldaat,Antwerpen
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium