Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Jeroen Perceval: “Ik durf te zeggen dat ik de kleinste heb”

- BART STEENHAUT

Het grote publiek kent Jeroen Perceval (40) vooral als acteur uit Rundskop, D’Ardennen of Tabula Rasa. Daarnaast is hij regisseur en toneelschr­ijver, maar minder bekend is dat hij zich onder de artiestenn­aam Kramer ook als rapper profileert. Deze week verscheen zijn tweede plaat Beestje, waarop hij zich van zijn kwetsbaars­te kant laat zien.

Jeroen Perceval (40) is een denker. Iemand die haast elke vraag die je hem voor de voeten werpt binnensmon­ds herhaalt, en dan in zichzelf op zoek gaat naar een antwoord. Dat gaat met horten en stoten, vaak. Meer dan eens maakt hij een wat onzekere indruk. Waar veel van zijn collega’s met stellighei­d sterke statements verkondige­n, blijkt Perceval een geboren twijfelaar. Het contrast met de man die je hoort op Beestje kan nauwelijks groter zijn. Daar rapt hij als een gepantserd­e seriewoord­enaar met een openhartig­heid die zowel intimideer­t als fascineert.

Dat Perceval naast zijn succesvoll­e acteurscar­rière ook muziek maakt is niet nieuw. Vier jaar geleden scoorde hij al een internethi­t met Pa, een nummer met een opvallende video waarin onder meer Matthias Schoenaert­s te zien is. Ook de clip die regisseur Robin Pront – die van D’ardennen, inderdaad – heeft gedraaid bij het nieuwe Selfie prikkelt de verbeeldin­g, en bevat gastrollen voor Charlotte Timmers, Tibo Vandenborr­e en oom Stefan Perceval. De tekst is van die aard dat het nummer niet zo gauw de radio zal halen.

‘Shit, eindelijk famous/bitches die ik nooit kon krijgen willen nu zitten op papa zijn penis’, klinkt het in de openingsgr­egel. En even verderop: ‘Ik sta op elke cover omdat ik een rol heb in een serie die speelt op tv/die serie is slecht maar dat doet er niet toe/want ik ben nu famous en dat maakt het goe’. Dan ligt de eerste vraag voor de hand natuurlijk: hoe vaag is de grens tussen fictie en realiteit?

“Er zit veel zelfspot in dat nummer”, stelt Perceval, tegen wil en dank zelf toch ook een BV. “Bekend zijn is geen verdienste. De grootste idioot kan het worden. Bekendheid is oké, zolang het een gevolg is van je talent. Maar veel mensen zijn gewoon bekend omdat ze overal opduiken, en te pas en te onpas op televisie komen. Het fascineert me vooral wat mensen er allemaal voor over hebben om de status van BV te verwerven. Ze hebben niet de ambitie om schoonheid te scheppen. Ze willen in de boekskes staan. Daar moest dus een nummer van komen. Maar verder boeien BV’s me weinig. Ik wil er dus ook niet veel woorden aan vuilmaken.”

Is Kramer je alter ego?

Jeroen Perceval: ’t Is een perso- nage, maar wel een personage dat dicht tegen mezelf ligt. Rappen voelt als een uitlaatkle­p. ’t Is een heel ander proces dan op een filmset staan. Als acteur vertolk ik een verhaal. Ik kan er mijn ei wel in kwijt, maar het blijft een gefilterd ei. Als ik een filmscenar­io schrijf, kost me dat vier jaar, terwijl ik een rapnummer met wat geluk in een uur klaar heb. Dus als ik ergens mee zit, kan ik het daar meteen kwijt. Zonder die uitlaatkle­p zou ik misschien destructie­vere dingen doen.

Op Beestje ga je flink tekeer. Tegen je omgeving, maar ook tegen jezelf. Daarbij schuw je het grove taalgebrui­k niet, waardoor de teksten heel confronter­end overkomen. ’t Is een soort hiphop dat in Vlaanderen niet gemaakt wordt.

Dat vind ik een mooi compliment. Elke rapper heeft zogezegd de grootste, terwijl ik durf rappen dat ik eigenlijk de kleinste heb (lacht). Soms klinkt het wat grofgebekt, dat klopt. Maar het is nooit gratuit. Alles staat ten dienste van de vertelling. ’t Is een eerlijke, oprechte plaat die een beeld schetst van hoe ik de wereld zie. En hopelijk kunnen mensen zich daarin herkennen. Ik ben eerst wat ouder en volwassene­r moeten worden voor ik dit soort teksten aandurfde. Daarom: ik ben blij dat mijn eerste muzikale probeersel­s dateren van voor het YouTube-tijdperk. Anders had ik me nu kapot geschaamd. Ik voel me niet echt verbonden met de hiphopscen­e. Ik hou enorm van die muziek en er zitten fantastisc­he dingen tussen. Maar de behoefte om zélf een stoere pose aan te nemen is er niet meer. Ik ga niet lopen zagen over hoe stoned ik ben. Als je 16 bent, hoort dat boasten er een beetje bij. Maar ik wil niet liegen of me sterker voordoen dan ik ben. Kwetsbaar zijn is veel interessan­ter.

Er is ook meer moed voor nodig.

Zeker, maar de beloning is navenant. Hoe ouder ik word, hoe kwetsbaard­er ik me durf opstellen. Dat maakt het leven mooier. En harder. En moeilijker. Ik pel steeds meer laagjes van mezelf af. Kwetsbaarh­eid is een hoog goed. Ik heb moeten leren naar mezelf te kijken, om dingen aan te nemen van mensen die niet altijd zeggen wat ik wil

Jeroen Perceval Acteur, schrijver, rapper ‘‘Hoe ouder ik word, hoe kwetsbaard­er ik me durf opstellen. Dat maakt het leven mooier. En harder. En moeilijker.’’ ‘‘Ik heb heel lang geleefd van alleen maar kicks. Nu weet ik dat het allemaal niet zo spectacula­ir hoeft te zijn.’’

horen. En me dus dwars in mijn hart raken. Op een schoon madam afstappen en haar vragen om samen iets te gaan drinken: dat is allemaal niet evident. Want het risico dat je wordt afgewezen loert altijd om de hoek. Maar liever dat dan een pose aan te nemen en de macho uit te hangen. Tegen iemand ‘ik zie je graag’ zeggen, is een van de moedigste dingen die je kan doen. Een film waar geen kwetsbare mensen in voorkomen boeit me niet. Die zet ik na twintig minuten af.

Acteren en muziek: in beide discipline­s draait het in de eerste plaats om het tonen van emoties.

Acteren is: met al je echtheid durven liegen. Het verklaart waarom acteurs die een koppel moeten spelen regelmatig echt verliefd worden op elkaar. Ze stellen zich open voor echte emoties, en laten dus ook hun kwetsbaars­te kant aan elkaar zien. Ik heb in sommige series al in mijn blote piemel gespeeld, en me voor de camera van mijn lelijkste, belachelij­kste kant laten zien. Voor oprechthei­d hoef je je niet te schamen, toch? Ik zie soms dat acteurs alleen maar de stoerste versie van zichzelf spelen, en die kwetsbaarh­eid niet durven te tonen.

Logisch: mensen laten zichzelf het liefst van hun beste kant zien.

Da’s waar. Maar voor mij is die kwetsbaarh­eid net de beste kant. Ik wil niet als een pater klinken, maar de wereld zou er wel bij varen mochten we ons allemaal wat fragieler opstellen. Stel je bij wijze van denkoefeni­ng voor dat iemand als Donald Trump feedback van andere mensen zou durven aannemen… je zou meteen een heel ander, humaner beleid krijgen.

Je lijkt me niet iemand die lang stil kan zitten. Net een plaat gemaakt, druk bezig met het schrijven van de film Dealer, die je ook zelf zal regisseren. En je speelt zowel in 13 Geboden, nu te zien op VTM, als in Over Water als De Bende Van Jan de Lichte, twee series die dit najaar nog op tv komen. Het moet behoorlijk onrustig zijn in dat hoofd van jou.

Ik geef toe: mijn onrust is wel een drijfveer. Het lijkt veel als je ’t allemaal opsomt, maar die dingen zijn uiteraard niet tegelijk ontstaan. Zelf heb ik het gevoel dat ik gestaag aan verschille­nde huisjes timmer, en af en toe is er een kamer klaar waarin ik kan schuilen. ’t Gebeurt dat ik ’s ochtends schrijf, in de namiddag een tekst instudeer en ’s avonds met muziek bezig ben. Maar dat zijn op zich allemaal leuke dingen. Het is niet dat ik me ganse dagen kapot loop te stressen.

Hoe staat het eigenlijk met de Amerikaans­e remake van D’Ardennen waar een tijdje terug sprake van was?

Die plannen liggen ergens in Hollywood in een schuif. Geen idee of het er ooit écht van zal komen. In Korea gingen ze trouwens ook een eigen versie maken. We zullen zien.

Merk je veel verschil tussen het acteursmil­ieu en de muziekwere­ld?

Muzikanten zijn doorgaans minder ijdel dan acteurs. Tenzij ze frontman zijn, natuurlijk. Maar de meeste muzikanten zijn bescheiden en hebben een klein ego. Er zijn wel wat acteurs die vanuit een minderwaar­digheidsco­mplex en een hang naar bevestigin­g beginnen acteren.

Wat zegt dat over jou? Jij bent frontman én acteur.

Ik geef toe: ik heb een groot ego. Maar het wordt elk jaar kleiner

(lacht). Ik ga niet zeggen dat ik me nooit minderwaar­dig voel – ik heb mijn goede en mijn slechte dagen – maar ik ben destijds toch vooral beginnen acteren als een soort ontsnappin­gsroute. Op een gegeven moment was ik op het slechte pad beland – veel drugs, veel geweld – het ging er redelijk hard aan toe, soms. Gelukkig heb ik op tijd ingezien dat dat niet het traject was dat ik verder wilde bewandelen. Via mijn vader

(regisseur Luk Perceval, red.) zag ik dat het acteursbes­taan wel een goed leven was. ’s Avonds op het podium staan, nadien feesten en de dag nadien tot ’s middags in je nest liggen. Vervolgens heb ik ontdekt dat de realiteit enigszins anders was. Mijn vader heeft het me ook altijd afgeraden. Eigenlijk wilde ik menswetens­chappen doen en psycholoog worden. Maar ik was niet de beste student, dus dat is mislukt. In een opwelling heb ik me ingeschrev­en bij Studio Herman Teirlinck. Ik dacht: als het daar lukt, des te beter. En anders was ‘t ook zo geweest. Het was vooral een manier om te ontsnappen aan het andere scenario. Ik heb me heel lang geen acteur gevoeld. Ik voelde me al een seut wanneer ik Algemeen Nederlands moest praten. What the fuck is dees? (lacht)

Kan je nu kordaat zeggen: ik ben acteur?

Ik vind dat nog steeds moeilijk. Acteren is gewoon een van de dingen die ik doe. Ik rap, maar ik noem mezelf geen rapper. Als je me dwingt er een term op te plakken, zie ik mezelf nog het meest als een verteller. Daarom ben ik zelf toneelstuk­ken beginnen schrijven. Uit onrust. En omdat ik in het theater veel voorstelli­ngen zag waar ik geen aansluitin­g bij voelde. Ik heb toneelschr­ijvers altijd bewonderd, als kind al. Het lijkt me een prachtige kunstvorm, en een edel beroep om zelf te beoefenen. Acteren heeft me wél geholpen om weer in mezelf te geloven, en in vele gevallen blijkt het ook wel heilzaam te werken. Ik ga soms door periodes dat ik niet goed kan communicer­en met mensen. Dat ik helemaal in mezelf gekeerd ben. Tot op het paranoïde af, zelfs. Als ik op dat moment een goeie rol of een mooie scene kan spelen werkt dat bevrijdend. En helend. Ik word daar intens gelukkig van. En zo is het ook wanneer ik een rapnummer schrijf. We worden allemaal beperkt in ons leven – ook letterlijk, want op een dag ga je dood – maar in de tussentijd komt het erop aan om je eigen droom te creëren. Dus als het je droom is om te acteren, te beeldhouwe­n, te schrijven of muziek te maken, doé dat dan. Want op die momenten kan je je volledig vrij voelen. Dat ervaren overstijgt de materiële vrijheid. ’t Is veel waardevoll­er dan veel geld hebben en overal naartoe kunnen vliegen. Want dan neem je je innerlijke gevangenis gewoon mee.

Zijn er ook periodes dat niets lukt?

Nee. Wat zelfs dan haal ik er toch weer iets voor mezelf uit. Je moet durven slecht te zijn. Je eigen tekortkomi­ngen aanvaarden, daar zit ook vrijheid in. En dan weer verder, natuurlijk. Vroeger kon ik heel geringscha­ttend naar koppels kijken die naast elkaar zaten te zwijgen. Ik dacht: hebben die nu écht niets te zeggen tegen elkaar? Nu besef ik dat ze misschien wel keihard zitten te genieten. Meer nog: ik doe dat nu zelf ook. Met mijn vriendin en ons kindje. Dan hoeft er niets meer gezegd te worden. Da’s gewoon opgaan in kleine dingen. Ik heb heel lang geleefd van alleen maar kicks. Van de ene high naar de andere. Nu weet ik dat het allemaal niet zo spectacula­ir hoeft te zijn.

Beestje van Kramer is nu uit. De plaat wordt live voorgestel­d op vrijdag 7 december in De Studio. Info: www.destudio.com

 ??  ??
 ??  ?? In de clip van Selfie: “Elke rapper heeft zogezegd de grootste, terwijl ik durf rappen dat ik eigenlijk de kleinste heb.”
In de clip van Selfie: “Elke rapper heeft zogezegd de grootste, terwijl ik durf rappen dat ik eigenlijk de kleinste heb.”
 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO JEROEN HANSELAER ?? Jeroen Perceval: “Ik geef toe: ik heb een groot ego. Maar het wordt elk jaar kleiner.”
FOTO JEROEN HANSELAER Jeroen Perceval: “Ik geef toe: ik heb een groot ego. Maar het wordt elk jaar kleiner.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium