Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Vic De Wachter en Gilda De Bal
Gilda De Bal en Vic De Wachter geven kunstenaars uit Eerste Wereldoorlog een stem in theaterconcert van Antwerp Symphony Orchestra
De Eerste Wereldoorlog trof ook schrijvers en componisten in het hart. Het Antwerp Symphony Orchestra organiseert vanavond een herdenkingsconcert met klassiek dat zijn wortels heeft in ‘14-‘18. Sopraan Liesbeth Devos zingt, acteurskoppel Vic De Wachter en Gilda De Bal brengt poëzie, brieven en dagboekfragmenten van Vlaamse schrijvers uit die periode.
Wanneer de Eerste Wereldoorlog ter sprake komt, denk je niet meteen aan muziek. Toch was ze er. Op, naast en voorbij het slagveld. In de Elisabethzaal weerklinkt vanavond werk van Strauss, Debussy en Mortelmans, maar ook van een hedendaags componist als Peter Vermeersch, die zich liet inspireren door Paul van Ostaijens expressionistische dichtbundel Music-Hall (1916). Tussen de muziek door snuisteren vertellers Gilda De Bal en Vic De Wachter, allebei 67, in Vlaamse oorlogsliteratuur.
Gilda en Vic, welke schrijvers zijn er vanavond zoal op het appel?
Gilda De Bal: Ik breng passages uit de dagboeken van Virginie Loveling. Als een scherpzinnige verslaggeefster heeft deze Gentse schrijfster oorlogsdagboeken neergepend die tot op vandaag grote bekendheid genieten. Ze vertelt hoe zij als vrouw de oorlog ervaren heeft, van begin tot eind. Vic De Wachter: Met poëzie van dichters uit die tijd vertolk ik de mannelijke stem. Je hoort werk van Paul van Ostaijen en Emile Verhaeren, maar ook van August Van Cauwelaert en Daan Boens. Die twee hebben de oorlog beleefd als soldaat in de loopgraven. Ze zijn ook gewond geraakt en hebben daarover bericht.
Verschilt het perspectief van de vrouwelijke verslaggeefster van dat van de mannen?
Gilda: Vrouwen hebben ook geworsteld met de oorlog. Weliswaar niet op het slagveld, maar via het leven van alledag. Loveling noteert hoe sommige vrouwen op de vlucht slaan met hun kinderen, en hoeveel moed dat vergt. Ze stelt dat niet alleen mannen, maar ook vrouwen in de oorlog strijd leveren. Om de kinderen van al die mannen die misschien niet meer terugkomen groot te krijgen.
Vic: Het perspectief van de mannelijke dichters is iets afstandelijker. Via hun poëzie trachten zij de gruwel van de oorlog voelbaar te maken. Door in te zoomen op het lijden van de soldaat naast hen in de loopgraaf is de dood nooit ver weg. Paul van Ostaijen bekijkt de oorlog door een andere bril. Zijn gedicht Grote Zirkus van de Heilige Geest is veeleer een parodie.
‘‘De Eerste Wereldoorlog is van een ander kaliber dan de Tweede. Mensen waren kanonnenvlees. De gruwel grenst aan waanzin.’’ VIC DE WACHTER
Verbaast het jullie dat deze artiesten actief bleven tijdens de oorlog?
Gilda: Schrijvers hebben misschien net de behoefte om iets na te laten.
Vic: En het leven gaat ook gewoon voort tijdens de oorlog. Het land is weliswaar overrompeld geweest en bezet door ‘den Duits’, maar er moest ook geleefd worden. Kunst laat soms toe om te ontsnappen aan de realiteit. Toen er tijdens de Tweede Wereldoorlog in Engeland bommen vielen, vonden er bals plaats en werd er gewoon verder gefeest. De mens probeert te overleven, op welke manier dan ook.
Hebben jullie enige voeling met de Eerste Wereldoorlog?
Gilda: Wij zijn allebei lang na de oorlog geboren. Onze grootouders hebben weliswaar twee oorlogen meegemaakt, maar de Groote Oorlog ligt hoe dan ook ver van mij. Ik heb me wel in die oorlog verdiept. Als ik zwart-witfoto’s van vrouwen en kinderen op de vlucht zie, lijken dat beelden uit een ver verleden, terwijl het nu weer aan de orde is. In Mexico en Syrië is vluchten dagelijkse kost.
Vic: Over de Eerste Wereldoorlog doen er in de familie bijna geen verhalen de ronde, over de Tweede Wereldoorlog nog wel. Zelfs onze grootouders waren in 14-18 kinderen. Ze waren te jong om de oorlog bewust beleefd te hebben. Toch merk je na
Dirk Brossé, Jef Neve en Frederik Sioen componeerden samen één werk voor de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Het concert wordt uitgevoerd in het Memorial Museum Passchendaele 1917 (10/11, Zonnebeke).
de bekende acteur uit Witse vertelt in de kerk van Ginderbuiten een verhaal dat gebaseerd is op waargebeurde Kempense oorlogsfeiten (10/11, Mol). enige research al gauw dat de Eerste Wereldoorlog van een ander kaliber is dan de Tweede. Mensen waren kanonnenvlees. De gruwel grenst aan waanzin.
Juichen jullie evenementen rond de herdenking van WOI toe?
Gilda: Omdat de oorlog al zo lang geleden is en we er nog maar zo weinig van weten, zijn herdenkingsmomenten zeker zinvol. De eerste getuigen hebben hun verhalen inmiddels meegenomen in het graf.
Vic: We mogen de Eerste Wereldoorlog niet wegmoffelen, hij maakt deel uit van onze geschiedenis. En wij vergeten zo snel. Als je ziet hoe massaal de Britten nog naar West-Vlaanderen komen om hun voorvaderen te eren, dat soort patriottisme leeft hier niet. Zelfs Australiërs en Canadezen zakken naar België af voor kerkhofbezoek. Voor hen lijkt de Eerste Wereldoorlog zelfs nog meer te betekenen dan voor ons.
Talloze Vlaamse artiesten namen de voorbije vier jaar, net als jullie, deel aan de herdenking van WOI. Een bewuste keuze?
Gilda: Over onze deelname aan een herdenkingsconcert als dit hebben wij niet lang moeten nadenken. Als we nog steeds Shakespeare spelen, waarom zouden we hierover onze stem dan niet laten horen?
met 85 orkestleden, 150 koorleden en 20 pipers herleeft in Geel de Groote Oorlog middels een klank- en lichtspel (10/11 en 11/11, SintDimpnakerk).
in Mechelen voeren vijf koren de vredesmis van de Britse componist Karl Jenkins uit. Tegelijk worden oorlogsbeelden geprojecteerd (11/11, SintRomboutskathedraal).
de ontlading van het einde van WOI wordt in polderdorp Lillo opgeroepen met een nostalgische kermis met authentieke spiegeltent (10/11). Vic: De Grote Bard heeft het ook over oorlog. Shakespeare brengt grote verhalen, en de ontwikkelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog waren dat ook. Als Shakespeare een ver-van-mijn-bed-show is, die we tot in den treure blijven herhalen, waarom dan geen verhalen over een geschiedenis die de ónze is?
Zijn jullie zelf geschiedenisfans?
Vic: Zeker wel, en dan vooral van oorlogsgeschiedenis. Ik heb tweemaal het Flanders Fields Museum in Ieper bezocht, en de oorlogskerkhoven in de Westhoek... Gilda: ...en ik ben meegeweest. Er bestaat nog relatief veel beeldmateriaal over de Eerste Wereldoorlog. Het is confronterend om zien hoe Europa door macht en bezitsdrang als een kaartenhuis ineen stuikte. Vic: En dan die vanzelfsprekendheid waarmee generaals vanuit een strategie per dag 20.000 mensen de dood injoegen! De Eerste Wereldoorlog was geen bewegingsoorlog, de oorlogsvoering verliep nog archaïsch. Er werd man tegen man gevochten. Daarom was de slachting ook zo groot. Aan een mensenleven werd niet zwaar getild.
Vic, jij was ooit zelf nog milicien. Helpt die ervaring om je in te leven in het leven van de soldaten uit de Groote Oorlog?
Vic: Oei, de dienstplicht had destijds niet veel om het lijf. Dat is niet te vergelijken met het werk en de kunde van een beroepsmilitair vandaag.
Gilda: Werden de soldaten destijds ook voorbereid op de oorlog?
Vic: Plattelandsjongens, die massaal werden opgeroepen om onder de wapens te gaan, volgden een rudimentaire opleiding van enkele weken. Ze kregen een uniform, een geweer en werden linea recta naar het front gestuurd. De oorlog werd ook opgehemeld door de overheid. En patriottisme was veel sterker aanwezig dan nu. Soldaten trokken zingend de trein op, zingend naar het front, en een dag later was een aanzienlijk deel onder hen al dood.
Gilda: Die oorlog was waanzin, en de jongens geloofden erin.
Vic: De Eerste Wereldoorlog leek voor veel gewone mensen in eerste instantie een welkome oplossing. Uit archiefbeelden blijkt hoeveel armoede er destijds heerste. Rijken hadden centen genoeg om te vluchten, maar simpele jongens trokken om te overleven vaak het leger in. Er werd hen immers voorgehouden dat ze na een paar maanden weer huiswaarts konden keren, hoewel de oorlog uiteindelijk vier jaar heeft geduurd. Het waren onwaarschijnlijke sukkelaars, die frontsoldaten. Ze kwamen in een situatie terecht die ze zich niet hadden kunnen voorstellen.
‘‘Als ik zwart-witfoto’s van vrouwen en kinderen op de vlucht zie, lijken dat beelden uit een ver verleden, terwijl het nu weer aan de orde is.’’ GILDA DE BAL