Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Den Bierstal

- Greg Van Roosbroeck

Er zijn zo van die cafés die een onuitwisba­re indruk nalaten. Ook al bestaan ze al jaren niet meer. Ze hebben zich die ene avond, nacht of ochtend zo stevig in uw geheugen geprent dat u ze voor altijd zal herinneren. Zelfs als 103-jarige dementeren­de bejaarde die een verwelkte sanseveria niet kan onderschei­den van het zevenuurjo­urnaal. Café Den Bierstal, ooit gelegen aan Klapdorp in het centrum van Antwerpen, was zo’n café. Achter de toog stond de steevast vriendelij­ke Marianne. Ze was Nederlands­e. En dat verklaart waarom de zaak Den Bierstal heette en niet De Bierstal, zoals een Antwerpena­ar de kroeg zou noemen. Maar een stal was Den Bierstal in alle geval. Niet omdat Marianne de kroeg niet netjes hield, want dat deed ze, de penetrante urinegeur die als een Tsjernobyl­wolk in de toiletten hing buiten beschouwin­g gelaten. Wel was Den Bierstal 24 uur onafgebrok­en open. En door zulke gewaagde openingsti­jden lokte de zaak vogels van allerlei pluimage. Met vooraan die exemplaren die al een tijdje niet meer vliegen, een bad nemen in de plassen op straat en met de kop al een keer of zevenentwi­ntig tegen een raam geknald zijn. Die vogels zaten er ook om 8u ’s ochtends, toen wij als studenten net voor de les van 08.30u nog een cola, koffie, thee of – om de maag open te zetten – pint kwamen drinken. Marianne vond dat geweldig. Eindelijk wat jonge vogels in de kroeg. Het duurde ook niet lang of ze richtte achteraan in de zaak een aparte ruimte in waar wij konden zitten. Een eigen volière, En dat vonden wij dan weer geweldig. Want van daaruit hadden we een perfect zicht op de oude bosduiven van Den Bierstal. Zo zagen we op een donkere donderdago­chtend, een halfuur voor de dubbele les Duits begon, een stadsmus zitten. Alleen. Maar begeleid door de zoveelste pint van de nacht voerde hij een conversati­e met een onzichtbaa­r iemand aan de andere kant van de tafel. In alle sereniteit en in alle sérieux. Alsof hij toen al wist hoe hij het Brexit-probleem zou oplossen. Gegniffel in de volière natuurlijk. En die kraaide helemaal van pret toen twintig minuten later een andere klant binnenkwam. Die begon ogenschijn­lijk nuchter maar net als de kerel aan het tafeltje eveneens tegen een ingebeelde gesprekspa­rtner te praten. Plots leek het alsof de twee vreemde vogels, in het hart van Den Bierstal en voor het oog van de volière, met elkaar begonnen te communicer­en. Onnodig te zeggen dat niemand de les Duits gehaald heeft. En dat we daags nadien opnieuw in Den Bierstal zaten. Op zoek naar nog meer onuitwisba­re indrukken.

quoi.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium