Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Mijn vakantiedagen? Die neem ik allemaal op om aan wedstrijden te kunnen meedoen”
Zes jaar lang was Katrien Verstuyft voltijds triatlete, maar na de Spelen van 2016 besloot de Mortselse het over een andere boeg te gooien en ging ze zich toeleggen op de langere afstand. Pijnlijk gevolg: ze kreeg voortaan geen steun meer van de overheid. “En dus werk ik sindsdien halftijds”, zegt de 36-jarige triatlete van Atriac. “Ik race nog steeds bij de profs. Met het enige verschil dat ik ernaast nu ook nog 19 uur werk.”
Bij loopspeciaalzaak Runner’s Lab vond Verstuyft begin 2017 een job die ze graag doet en een werkgever die begrip heeft voor haar triatloncarrière. “Ik heb veel collega’s die ook op een hoog niveau sporten en heb een goede verstandhouding met mijn baas. Zo kan ik meer vakantiedagen opnemen in het seizoen en die in de rustigere periodes compenseren. Ik heb zo’n negental verlofdagen op een jaar. Die spendeer ik allemaal aan triatlonwedstrijden. Mensen vragen me of ik na dit seizoen nog op reis vertrek, maar dat gaat dus niet. Het is nu juist het moment om meer te werken.”
Die opgenomen verlofdagen rendeerden vorig seizoen. Zo stond de Mortselse zes keer op het internationale podium en schreef ze zelfs de Challenge Prague op haar naam. “Het vraagt heel wat planning om mijn trainingen en wedstrijden te combineren met m’n werkuren, maar die baan geeft me rust. Als ik morgen plots moet stoppen met sporten, kan ik steeds op iets terugvallen. Ik beëindigde m’n seizoen als derde in het Challenge-klassement, maar zak wellicht nog terug naar de vierde plaats. Aan de komende wedstrijden kan ik niet meer deelnemen om de simpele reden dat mijn vakantiedagen op zijn. Nu goed, die ranking zegt ook niet alles. De atleten voor mij zijn zeer sterk, maar ik heb ze al wel geklopt dit jaar. Het doet zeker deugd om te winnen van voltijdse profs.”
Wringt het dan niet voor Verstuyft dat haar concurrenten de competitie wel volledig kunnen afwerken? “Het is vooral ’s winters dat ik het moeilijker heb. Net als mijn concurrenten zou ik dan stages in het buitenland willen afwerken om betere fietsomstandigheden te hebben. Maar dat kan ik me dus niet permitteren. Ik ben dankbaar voor het budget dat ik krijg van mijn club en Stad Antwerpen en dankzij mijn job ben ik niet meer zo afhankelijk van het prijzengeld. Dat neemt de druk deels weg, maar extra steun van sponsors is altijd welkom. Triatlon is geen goudmijn. Bij slechts een van mijn buitenlandse wedstrijden won ik geen prijzengeld, maar het blijft natuurlijk iets onvoorspelbaars. Topsport is een harde wereld. Ik kan het me niet permitteren om telkens iemand mee te nemen naar mijn buitenlandse wedstrijden. Het alleen reizen vergt toch ook karakter.”
Job als afleiding
In haar toptrainingsweken traint de 36-jarige triatlete 25 uur per week. “Tijdens die weken moet ik op m’n tanden bijten om het sporten te combineren met het werk. Het is een investering, maar ik krijg er veel voor terug. Zowel op sport- als op werkvlak. Ik werk niet enkel en alleen bij Runner’s Lab omdat het combineerbaar is met mijn sport. Ik heb ook toffe collega’s en de job leidt me af van het pure ‘triatlonwereldje’. Als je prof bent, leef je in een bubbel: je bent zo gefixeerd op die sport en dat is niet altijd gezond. Als ik nu een slechte wedstrijd heb, kan ik dat sneller plaatsen. Klanten hebben geen behoefte aan geklaag over een mindere prestatie. Het leert me relativeren.”
Na haar laatste wedstrijd besloot Verstuyft ook om een maand lang niet te sporten. “Zowel fysiek als mentaal had m’n lichaam rust nodig. De winter is lang, dus het kan geen kwaad om die honger weer aan te wakkeren. Bovendien heb ik tijdens het jaar veel sociale verplichtingen moeten afzeggen. Nu heb ik de tijd om het een en ander in te halen. Maar goed, na een weekje rust voelde ik ook dat ik alweer goesting had in het nieuwe seizoen. Het is dus zeker nog geen tijd voor mij om te stoppen. ”