Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik begrijp de mentaliteit van de Congolezen nog, maar zij begrijpen mij niet meer”
DAVID ARQUETTE Ex-cafébaas en Benidorm Bastard Jean-Jacques Tamba (78): kind van de kolonie, maar al
Kleine, red.)
bullshit.”
Acteur
(47) is al jaren een verwoed worstelaar en waagde zich aan een Deathmatch, een variant op worstelen waarbij de deelnemers speciale wapens mogen gebruiken. Tijdens een kamp werd de ex van Courteney Cox met een tl-buis geslagen en met een ‘pizzasnijder’ bewerkt. Na de kamp liet hij via een paar bebloede foto’s op sociale media weten dat hij oké was, maar dat “Deathmatch niet echt mijn ding is”.
ANOUK
Juryleden en Lil’ Kleine hebben in
The Voice of Holland
een robbertje uitgevochten toen een kandidate tussen de twee moest kiezen als coach. “Ik weet zeker dat ik jou écht bekend kan maken”, argumenteerde Lil’ Kleine. Toen de kandidate voor de rapper koos, kon Anouk haar irritatie niet verbergen: “Je hebt het fantastisch gedaan, maar wat hij
je belooft is gewoon
(Lil’ Na 75 jaar Belgische aanwezigheid werd Congo in 1960 onafhankelijk. Canvas laat, voor het eerst op de Vlaamse televisie, de Congolese stem over deze controversiële periode aan het woord. Eén van de getuigen in
is Antwerpenaar Jean-Jacques Tamba (78).
Kinderen van de Kolonie
Exact een jaar geleden bracht Canvas het spraakmakende op het
van de Collaboratie scherm. 631.000 kijkers was het in 2017 met grote voorsprong het best bekeken nietsportprogramma op de zender. De verwachtingen voor
Met
Kinderen
Jean-Jacques Tamba
Getuige
het gelijkaardige zijn dan ook hoog. Ook deze documentairereeks gaat over een controversiële periode in onze geschiedenis.
Kolonie
Kinderen
Kinderen van de
blikt met twintig getuigen terug op de Belgische aanwezigheid in Congo, en op de manier waarop de koloniale erfenis hun leven heeft bepaald. De reeks is chronologisch opgebouwd. Het verhaal begint eind 19de eeuw, met koning Leopold II en zijn CongoVrijstaat. De twintig getuigen werden geboren tussen 1929 en 1994.
Een van de oudste getuigen is Jean-Jacques Tamba. Zijn naam doet bij veel sinjoren een bel rinkelen. Dertig jaar lang baatte hij het bekende café In De Soete Naem Jesus uit in de Korte Nieuwstraat in Antwerpen. Hij was ook een van de Benidorm Bastards op VTM. Jean-Jacques werd geboren op 16 februari 1940 in Congo, maar woont nu al jaren in de Antwerpse Offerandestraat. Tijdens ons gesprek valt op dat Tamba met veel humor vertelt over Congo. “Maar dat is om de pijn te verzachten”, zegt hij. “De koloniale tijd was geen leuke tijd. Maar gelukkig besefte ik dat als kind niet ten volle. Ik moest alleen naar school gaan.”
Hoewel Tamba al ruim een halve eeuw in België verblijft, blijft hij Congo als zijn land zien. “Voor mij zijn slechts twee steden belangrijk in mijn leven: Boma, waar ik ben geboren, en Antwerpen. Als ik over Congo babbel, denk ik vooral aan Boma. Daar speelde mijn Congolese leven zich af. Kinshasa ken ik eigenlijk niet. Ik ben er de voorbije decennia uitsluitend geweest als ik onderweg was naar Boma.”
Boma was tot 1926 de hoofdstad van Congo. “De stad ligt aan de rechteroever van de Congostroom. Maar het grootste deel van Congo ligt op de linkeroever. Daarom werd ooit beslist om van Kinshasa de hoofdstad te maken.”
Toen Jean-Jacques in 1940 werd geboren, was Congo nog bijzonder primitief. “Ah ja, het was nog volop de koloniale tijd. Ik ben geboren in een zogeheten
van
de
Kolonie
hopital noire”,
legt hij uit. “Steden waren toen verdeeld in twee regio’s: een plaats waar de blanken woonden, en een aparte plek voor de zwarten. Zodoende was er ook een ziekenhuis waar de zwarte bevolking terechtkon. In die tijd was er uitgesproken segregatie, discriminatie en racisme. Blanken en zwarten leefden compleet gescheiden. Zelfs op school zaten we apart. Zwarten kregen geen verantwoordelijkheden en mochten alleen een dienende rol vervullen.”
Eén keer om de tien jaar
De vader van Jean-Jacques was chauffeur van de nonnen van Boma. “Elke dag moesten die naar de mis worden gereden. Hij bleef dan buiten wachten tot de dienst was afgelopen, en dan reed hij ze terug naar het klooster.”
Tamba komt uit een gezin met acht kinderen. “Van wie er al vijf zijn overleden. Mijn zus van 84 jaar heeft tien kinderen gekregen, en mijn jongste zus van 65 jaar heeft er vier. Zij woont nog steeds in het huis van mijn ouders.” De voorbije decennia zag Jean-Jacques zijn familie nog maar één keer om de tien jaar terug. “Toen ik nog ging varen, zag ik hen maandelijks. Maar sinds ik in Antwerpen mijn vrouw leerde kennen, heb ik me hier gesetteld. Ik mis hen, hoor. Maar er zijn nog zo weinig redenen waarom ik voortdurend naar Congo zou reizen. Mijn ouders zijn in 1985 en 1990 overleden.”
Het gezin Tamba was protestants. Toch kreeg Jean-Jacques onderwijs in een christelijke school. “Mijn ouders wisten dat het niveau daar hoger lag. Als je je best deed, had je goede kansen op een mooie job. Het was wel een vereiste dat ik gedoopt werd, en dus katholiek werd. Mijn ouders hadden dat er voor over, al heeft mijn vader er bij de protestantse gemeenschap problemen mee gehad dat hij voor ‘de overkant’ koos.”
De schoolcarrière van JeanJacques duurde iets langer dan gepland. “Ik was een deugniet, en discipline kende ik niet. Ik heb daar veel slaag gekregen van de paterkes Uiteindelijk heb ik twee keer gedubbeld.”
Als jonge tiener nam JeanJacques een vakantiejob aan. “We moesten palmnoten, cacaoen koffiebonen selecteren, zodat alleen die van de beste kwaliteit Europa bereikten.” Daarna werd
‘‘Als zwarte liep je achter de blanke, niet ernaast. Je wachtte ook altijd buiten. Ik heb nooit een voet gezet in het huis van een blanke.’’
“Dat ik met humor vertel? Dat is om de pijn te verzachten. De koloniale tijd was geen leuke tijd. Maar gelukkig besefte ik dat als kind niet ten volle.’’
(lacht).