Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Is de NBA gek geworden?
Waarom er steeds meer offensieve records sneuvelen in Amerikaans profbasket
Een gewone maandagavond in de NBA. De Pelicans ontvangen de Spurs. Eindstand: 140-126. Amper een week passeert of een offensief record sneuvelt. Anno 2018 draaien NBA-teams aan een gemiddelde van 110,4 punten per match. Het is geleden van het begin van de jaren 70 dat scores hoger opliepen. Wat verklaart die puntenexplosie?
Rond de eeuwwisseling bereikte de NBA zijn bodemkoers. Michael Jordan was aan zijn tweede af- scheid begonnen, het spektakel brokkelde af en de kijkcijfers zakten weg. Kopzorg 1: in 1998-1999 vie- len gemiddeld per team amper 91,6 punten te noteren, een histo- risch dieptepunt. Kopzorg 2: de of- fensieve manoeuvres draaiden vooral rond Shaq-achtige masto- donten, die met hun buitenmaatse lijven het spel vertraagden. In de zomer van 2001 riep de league een stel kenners samen om het tij te ke- ren. Nieuwe reglementen moesten meer ruimte creëren, het tempo verhogen en skills voorrang geven op power. De bal moest sneller over de middenlijn gebracht worden, van 10 naar 8 seconden. De niet-re- glementaire verdediging werd af- geschaft. De defensieve drie-secon- denregel werd ingesteld. Niet lan- ger konden 2m14 grote giganten als Alonzo Mourning zich onder de ring posteren, waar ze met bruut geweld de infiltraties van kleinere spelers afblokten. Drie jaar later kregen de NBA-refs de opdracht om handchecking en bodychecking harder aan te pakken, wat aanval- lers bijkomende vrijheid biedt. Su- persterren als Westbrook, Curry en Harden kunnen naar hartenlust driven en scoren. “Hoe veel punten zou Michael Jordan in deze tijd ma- ken?”, vroeg Timberwolves-guard Derrick Rose zich niet onterecht af.
Met de blessure van Stephen Curry en het gekibbel tussen Ke- vin Durant en Draymond Green zit de titelhouder momenteel in een dalletje, maar voorheen draaide de machine op volle kracht. Klay Thompson die 14 driepunters binnenlegt? Stephen Curry die 51 punten maakt in drie quarters? Kevin Durant die 25 punten verzamelt in één quarter? En allemaal samen tegen de Bulls 92 punten maken in één helft?
Just another day at the office voor Golden State. Als speler, coach en volger bezit Lucien Van Kers- schaever (79) meer dan zestig jaar basketbalkennis, maar zo’n ploeg heeft hij nooit gezien. “De Warriors scoren vanop de meest onmogelijke plekken, zelfs met een hand in the face, zelfs uit evenwicht, zelfs diep in het veld. Vroeger begon je te verdedigen aan de driepuntboog, nu moet je paraat staan als de bal over de middenlijn komt, waardoor veel meer ruimte ontstaat.” De Warriors-opstelling – een stel scherpschutters, zonder echte center – werkt dus, getuige daarvan drie titels in vier jaar en het beste reguliere seizoen (73 zeges, 9 nederlagen) ooit in 2015-2016. Geen wonder dat de rest van de league die aanpak probeert te imiteren.
Snel, sneller, snelst. Sinds Magic Johnson de LA Lakers in het mid- den van de jaren 80 het veld over- joeg, lag het tempo niet meer zo hoog. Vergeleken met een jaar ge- leden dwingen teams per match vier extra aanvallen af. Vergele- ken met twintig jaar geleden is dat volume met bijna dertien stuks toegenomen. Minstens even belangrijk is de shotselectie. Sim- pel gesteld: waarom zou je een ri- sicovolle tweepunter verkiezen boven een efficiënte dunk of een ‘lonende’ driepunter? Johnson, Bird en hun tijdgenoten onderna- men per match gemiddeld zo’n zes driepunters. Anno 2018 is dat aantal gestegen tot 31,3, zonder dat het slaagpercentage zakte.
Warriors-forward Draymond Green, specialist ter zake, heeft zijn beklag al gedaan. Defense krijgt steeds minder aandacht. Chicago Bulls-forward Jabari Par- ker legde het aldus uit: “Niemand betaalt spelers 20 miljoen dollar om te verdedigen.” De explosieve toename van het aantal driepun- ters en de bijkomende ruimte die daardoor ontstaat, betekent dat verdedigers steeds meer afstand moeten coveren. Voeg daaraan de steeds betere trainingsmethodes toe, de vooruitgang van de analy- ses en de ban op fysieke contacten en het is duidelijk dat de taak van een verdediger steeds lastiger wordt. De Chicago Bulls pakten hun zesde titel door 96,6 punten te maken, maar defensief ver- smachtten Jordan, Pippen en maats elke tegenstander. Toen gold de slagzin: offense wint wed- strijden, defense wint titels. Anno 2018 is die filosofie grotendeels omgedraaid.
Wordt de NBA een atletischere versie van de Harlem Globetrotters, waarin spektakel boven alles gaat? Weinigen zullen ontkennen dat deze versie van de NBA meer fun biedt dan ooit tevoren. In de jaren 90 leek – met de Detroit Pistons en de New York Knicks op kop – basketbal bij momenten op rugby. Anno 2018 zijn scores boven de 120 punten allang geen zeldzaamheid meer. Stephen Curry toonde, zoals Lionel Messi in het voetbal, dat inzicht, techniek en talent een gebrek aan fysieke power kunnen compenseren. Ondertussen lijkt de NBA op weg om het American football te onttronen als populairste discipline in de States. Maar puristen vrezen dat het spel essentiële elementen als viriliteit en venijn dreigt te verliezen. Wordt het spel niet té clean?