Gazet van Antwerpen Stad en Rand

BeNeLiga als noodoploss­ing

-

Verstokte Orangisten als Louis Tobback pleiten al een jarenlang voor een staatkundi­ge hereniging van de Lage Landen, maar ook in de sport duiken op gezette tijdstippe­n gelijkaard­ige projecten op. Vincent Kompany pleitte onlangs voor een BeNeLiga, terwijl ook in het basketbal in die zin gedacht wordt. Hoe levensvatb­aar zijn die grensovers­chrijdende initiatiev­en?

Door het Bosman-arrest, de explosie van de tv-rechten, de oprichting van de Champions League en de komst van de Nieuwe Rijken met hun duistere dollars groeit de kloof tussen de toplanden en de middenmoot jaar na jaar aan. Vincent Kompany is niet de enige voetballer van naam en faam die daarom een grensovers­chrijdende krachtenbu­ndeling aan de Noordzee genegen is. Ook Marco van Basten, technisch directeur bij de FIFA, ziet die samenwerki­ng als een manier om de achterstan­d met Engeland, Duitsland en andere giganten enigszins te verkleinen. Een BeNeLiga met de beste clubs uit beide koninkrijk­en zou niet alleen het sportieve peil optillen, maar ook voor meer topmatchen, meer toeschouwe­rs en meer inkomsten moeten zorgen. Roland Duchâtelet meende in 2012 als toenmalig Standardvo­orzitter zelfs dat een Lage Landen-competitie al in 2014 een feit zou zijn.

Economen doen wat ze altijd doen: kibbelen over de vermeende meerwaarde. Sowieso blijven de praktische bezwaren tegen een samensmelt­ing gigantisch. En dan is er nog een ethisch luik. Grote clubs uit kleine landen – Ajax, Anderlecht, Rode Ster Belgrado, Celtic Glasgow… – zijn de voornaamst­e slachtoffe­rs van de nieuwe orde in het internatio­nale topvoetbal, maar de BeNeLiga zou op kleinere schaal een gelijkaard­ig effect veroorzake­n. Terwijl de kleinere clubs vechten voor lijfsbehou­d, worden de rijker steeds rijker.

Inderdaad. Tussen 2012 en 2015 speelden in het vrouwenvoe­tbal de beste Belgische en Nederlands­e vereniging­en in dezelfde competitie tegen mekaar, maar toen trok het noordelijk­e deel de stekker uit het initiatief. Het sportieve en organisato­rische verschil tussen beide landen bleek te groot. Nochtans was de samenwerki­ng op gelijke basis – zestien teams, netjes verdeeld over beide landen – begonnen, terwijl zeven Nederlands­e teams tegenover vijf zuidelijke clubs een logischere verdeling zou geweest zijn. Nederland voelde België steeds meer aan als een blok aan het been. Ook de moeizame medewerkin­g van de Nederlands­e voetbalbon­d bemoeilijk­te het project, net als de toegenomen reistijden. Wie als Standardsp­eelster op een weekdag van Luik naar het Friese Heerenveen moet bussen, dient een vrije dag te nemen. De sportieve meerwaarde van de Lage Landen-competitie was nochtans duidelijk. De Red Flames stonden in de zomer van 2017 voor het eerst op een EK-eindronde, waar hun Nederlands­e collega’s voor een heuse hype zorgden door de titel te pakken. Ook nu nog sluimert het verlangen naar een heropstart, maar Nederland houdt de boot af.

Omdat de economisch­e noodzaak in die kleine sport beide landen dwingt tot samenwerki­ng. In het handbal functionee­rt een fusiecompe­titie al sinds 2008. Aanvankeli­jk draaide ook een Luxemburgs team mee, maar in 2014 haakte dat land wegens financiële perikelen af. Sindsdien spelen zes Belgische en zes Nederlands­e teams om een winnaar van de BeNeLeague aan te duiden. Na afloop van die competitie strijden de vier besten van elk land apart nog voor een landstitel. Alvast sportief heeft deze krachtenbu­ndeling zijn doel bereikt. De toegenomen concurrent­ie heeft het niveau van de matchen opgetild. Bovendien geldt elk duel als een soort interland, met bijkomende spankracht. Dat Nederlands­e en Belgische internatio­nals veel talrijker dan voorheen emplooi vonden in hoogaanges­chreven competitie­s als Duitsland en Frankrijk biedt een bijkomend argument. Tien jaar na de oprichting oogt de balans dus positief, waarbij de sportieve meerwaarde meestal de logistieke en financiële hinder overstijgt.

Dat is toch de bedoeling. Ondanks verwoede pogingen slaagt de sport er niet in om zijn aantal eersteklas­sers van tien naar twaalf of veertien op te tillen. Zo blijft het basketbal gevangen in zijn omstreden competitie­formule, waar tien clubs 36 speeldagen nodig hebben om acht deelnemers voor de play-offs aan te duiden, waar de toppers mekaar doorheen alle competitie­s een half dozijn keer in de ogen kijken en waar Oostende al zeven keer op rij zonder al te veel tegenstand de titel grijpt. Om uit de impasse te komen, gaat de blik naar de Dutch Basketbal League, waar de sport met gelijkaard­ige problemen kampt. Daarbij zouden alle twintig clubs – tien uit elk land – volgens een NBAsysteem tegen mekaar uitkomen. Die BeNeLiga zou ten vroegste in september 2020 van start gaan. In februari 2019 volgt een nieuwe evaluatie. Langs Belgische kant lijkt de bereidheid groter dan boven de Moerdijk, waar vooral de topclubs een krachtenbu­ndeling genegen zijn. De andere helft – waarbij vereniging­en opereren met een budgetje van 120.000 euro – ziet vooral de financiële en logistieke nadelen.

Slag om de arm, deel 1: hoe gaat het publiek reageren? Sceptici vrezen dat Aalstarfan­s nog liever Oostende voor de vijfde keer begroeten, dan één keer uit te komen tegen Zorg en Zekerheid Leiden of de Dutch Windmills uit Dordrecht.

Slag om de arm, deel 2. Charleroi wil wel meedenken, maar Bergen kant zich naar verluidt al tegen de plannen.

Slag om de arm, deel 3. Kan Nederland met zijn strikte beleidscul­tuur wel om met de lossere slag, die vooral bij de Waalse clubs heerst?

 ?? FOTO BELGA ?? Een BeNeLiga heeft drie jaar lang bestaan in het vrouwenvoe­tbal. Standard won de laatste editie.
FOTO BELGA Een BeNeLiga heeft drie jaar lang bestaan in het vrouwenvoe­tbal. Standard won de laatste editie.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium