Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Dieren uitzetten is een proces van lange adem, maar het kan”
Pairi Daiza wil als eerste dierentuin olifanten weer loslaten in Azië
Pairi Daiza wil als allereerste dierentuin in de wereld een Aziatische olifant weer uitzetten in de natuur. Klinkt indrukwekkend, maar de uitvoering is nog niet voor morgen. “Het duurt nog zeker vier jaar voor Ta Wan klaar is om de groep te verlaten. We hebben dus nog tijd, maar ook nog heel veel werk.”
Ta Wan, nu 1,5 jaar, is een mannetje en jonge bulletjes verlaten de kudde als ze een jaar of zes zijn. In plaats van het dier naar een andere zoo te verhuizen, hoopt Pairi Daiza tegen dan voldoende partners te vinden om het in Laos of Thailand weer vrij te kunnen laten. “Het wordt nog een helse karwei om dat allemaal rond te krijgen, maar in het wild zijn er nog maar 30.000 olifanten. De natuur redt zichzelf niet meer, iemand moet de eerste stap zetten”, zegt Aleksandra Vidansovski, secretaris-generaal van de Pairi Daiza Foundation. “Wij hebben als dierentuinen zo veel expertise op het vlak van wilde dieren dat we die ook moeten gebruiken. Wij zijn bereid om geld, tijd en energie te steken in het doen lukken van dit project. En zeg nu zelf: als het lukt om een olifant weer uit te zetten in het wild, dan schept dat perspectieven voor alle dieren.”
Een olifant uitzetten, lukt natuurlijk niet door hem in een transportkist naar Thailand te vliegen en daar het deurtje open te zetten. Het is een hele uitdaging, zowel op het vlak van dierenwelzijn, administratie en logistiek. Bij een olifant gaat het om een wereldprimeur, maar het weer uitzetten van dierentuindieren in het wild gebeurt wel al. Zo zijn er vanuit Belgische zoos al monniksgieren en Europese buffels uitgezet en ook in de rest van de wereld lopen dat soort projecten. Onder andere voor gorilla’s en neushoorns. “En volgend jaar zetten wij de spix’ ara weer uit, de blauwe papegaai, bekend van de film Rio. In het wild is die soort zelfs helemaal uitgestorven.”
Reservepopulatie creëren
“Dat zijn altijd projecten van lange adem, maar het is zeker de moeite om er mee voor te zorgen dat dieren in het wild niet uitgestorven geraken”, vindt Aleksandra Vidansovski. “We zitten voor Ta Wan nog maar aan stap 1.” Om dieren weer uit te kunnen zetten, werken alle dierentuinen samen aan kweekprogramma’s. Dat gebeurt in Europa, maar bijvoorbeeld ook in de Verenigde Staten. Per bedreigde diersoort is er een zoo die een stamboek bijhoudt en een kweekprogramma coördineert. Over welke ondersoorten hebben we het? Welke bloedlijnen kunnen we koppelen? Door dat allemaal nauwgezet in kaart te brengen en op te volgen, ontstaat er een genetisch gezonde reservepopulatie. En als het nodig is, kunnen die dus uitgezet worden. Als er tenminste aan heel veel voorwaarden voldaan wordt. De situatie in het land van herkomst moet uiteraard stabiel zijn. Zowel qua demografie als op politiek en militair vlak. De plaatselijke overheid moet bereid zijn garanties te bieden. “Net als de lokale bevolking”, weet Vidansovski. “Het heeft geen zin om een olifant uit te zetten als er meteen op gejaagd wordt. De jeugd van daar moeten we sensibiliseren zodat ze niet de stropers van morgen zijn.”
Verwilderen
“Als het dan zo ver is, moeten we de dieren ook weer ‘verwilderen’. Ze zijn tussen mensen geboren, hun eten werd hen altijd voorgeschoteld. Door hen in een reservaat te zetten, leren ze stilaan zelf hun voedsel vinden in een beschermd gebied. Pas op, dat is al gigantisch, maar langzaamaan vergroot dat terrein nog. Tot ze echt vrij zijn.”
Al die facetten zijn nog niet geregeld en ook de praktische uitvoering staat nog niet op papier. “We zoeken nog uit of we Ta Wan best alleen naar daar sturen, of dat we eerst hier een pubergroep zouden vormen die we dan in zijn geheel naar daar kunnen brengen. Nu eerst alle contacten en partners rondkrijgen en dan bekijken we verder.”
Aleksandra Vidansovski
Pairi Daiza Foundation ‘‘Als het lukt om een olifant terug uit te zetten in het wild, zijn we vertrokken.’’