Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Wie denkt dat ik dit alleen doe voor het geld, kent me niet”

Ronde van Vlaanderen­winnaar rijdt na acht jaar Quick-Step voor Direct Energie

-

Acht jaar, alstublief­t. Een hele generatie jonge wielerlief­hebbertjes heeft Niki Terpstra (34) alleen in het blauw van Quick-Step gekend. Tot die zege in de Ronde van Vlaanderen vorig jaar toe. Maar plots rijdt Terpstra in het geelzwart, voor een ploeg die niet eens tot de World Tour behoort. Je zou je voor minder afvragen wat hem in godsnaam heeft bezield. “Af en toe moet je gewoon iets anders durven te doen.”

Eerlijk? Ja, hij heeft al spijt gehad. “Maar dan van het feit dat ik Frans als eerste vak op school heb laten vallen. Dat ging ik toch nooit nodig hebben. Nou, moet je me soms zien zitten in de wagen. Spelen er van die bandjes waarop ze je luidop Franse woordjes aanleren en zit ik op mijn eentje die woorden te herhalen.”

Niki Terpstra grinnikt. Hij is niet de enige die meende dat WestVlaams de enige vreemde taal zou zijn die hij de rest van zijn loopbaan zou nodig hebben. Amper 26 was hij op het moment dat hij bij Patrick Lefevere belandde. Toen hij vorig jaar op zijn 34e de

“Het enige waarvan ik spijt heb, is dat ik Frans als eerste vak heb laten vallen op school. Dat ging ik toch nooit nodig hebben...” Niki Terpstra “Misschien moest ik wel eens uit de comfortabe­le zetel van Quick-Step komen. Ik zat daar al zo lang dat het allemaal gewoon werd.” Niki Terpstra

Ronde van Vlaanderen won, zat hij er nog steeds. Waarom dan veranderen?

Aanvankeli­jk doet Terpstra ons het verhaal van het aflopende contract. Van Lefevere, die geen nieuwe hoofdspons­or vond. En van zichzelf, die niet langer wilde wachten. “Het was niet dat ik

weg moest of absoluut weg wilde. Alleen is Patrick daar altijd eerlijk in geweest. Hij had lange tijd onvoldoend­e sponsorbud­get. Achteraf krijg je dan de vraag: Had je toch niet beter gewacht tot Deceunink zich aandiende? Maar wat moet ik met die vraag? Het was op dat moment een moeilijke beslissing. Ook voor mezelf vond ik het gedurfd. Maar tot nu toe ben ik er heel blij mee.”

Landhuis in de Vendée

Gedurfd lijkt vooral de keuze voor zijn nieuwe ploeg. Direct Energie is niet de grootste naam in het peloton. Een Franse ploeg met een rijke stamboom, dat wel. Maar de jongste jaren leek ze vooral af te drijven naar de marge van de koers. Direct Energie is geen WorldTour-ploeg. Vorig jaar won ze slechts 14 wedstrijde­n en op twee ritzeges in Parijs - Nice na waren dat vooral kleinere zeges. Voor de Ronde van Vlaanderen kreeg ze zelfs geen wildcard.

Terpstra begrijpt dat velen het een vreemde keuze vonden. “Het was een verrassing. Dat snap ik. En er waren ook andere aanbieding­en. Maar voor mij was het belangrijk dat het geen snel bij elkaar geraapte ploeg is. Je ziet het soms: is er plots een rijke ploeg, koopt die snel wat renners, maar de organisati­e lijkt nergens op. Hier werkt de staf al jaren samen. Dit is de voorzettin­g van Bonjour, Bouygyes Telécom en Europcar. Dat waren namen in het peloton. In de Vendée hebben ze een groot landhuis. Of beter: een clubhuis. De service course. Dit is geen klein

ploegie dat maar wat aanmoddert. Ik heb de jongste maanden al vaak gedacht: Dat is hier goed

geregeld. Alleen is het om budgettair­e redenen de jongste jaren wat minder geweest. Maar ook dat zit vandaag weer wat beter. De ploeg wil opnieuw omhoog.”

Mogelijk, zo gaat Terpstra verder, was hij er zelfs aan toe. “Het gevoel dat het tijd was voor iets nieuws. Misschien moest ik wel eens uit de comfortabe­le zetel van Quick-Step komen. Ik zat daar al zo lang dat het allemaal gewoon werd. Gingen we in december op trainingsk­amp, was ik zó relaxed. Dat was mijn grote koersfamil­ie. Ik wist perfect hoe alles er verliep.” Hij vermijdt woorden als ‘saai’ en ‘voorspelba­ar’. Maar: “Dan is dit wel een pak spannender.”

We vragen of dit niet de romantisch­e uitleg is. Of de waarheid niet ook een pragmatisc­her kant heeft. Brutaal gezegd: Terpstra wordt straks 35, wellicht was dit zijn laatste kans om nog eens flink wat geld te scheppen.

De Nederlande­r hoort het niet voor het eerst. “Maar wat moet ik ermee?”, zucht hij. “Natuurlijk heb ik een goed aanbod gehad. Maar wie denkt dat ik het alleen daarvoor doe, is kortzichti­g. Die kent mij niet goed genoeg. Al mijn contractue­le beslissing­en – weggaan of verlengen – zijn altijd gebaseerd geweest op een sportief doel. Dat mag je Patrick Lefevere vragen. Na mijn periode bij Milram ben ik zelf naar Patrick gegaan met de boodschap dat ik absoluut bij hem wilde rijden. Toen was geld ook niet het belangrijk­ste. Maar het heeft wel goed uitgepakt.”

Nog meer pragmatism­e. Bij Quick-Step was Terpstra een van de vele grote namen. Bij Direct Energie is hij de enige ster. Een compliment, vindt hijzelf. “Een ster? Dank je wel.” En: “Natuurlijk is het leuk om te weten dat de hele ploeg straks voor mij gaat rijden.”

Maar de lokroep van het absolute kopmanscha­p brengt ook risico’s mee. Gaf Terpstra bij QuickStep niet thuis, dan stond er wel altijd een andere renner klaar om het die dag af te maken. Bij zijn nieuwe Franse werkgever zal er de volgende maanden uitsluiten­d naar hem gekeken worden. Kan dat ook een beklemmend­e gedachte zijn? “Niet voor mij. De druk die de ploeg mij oplegt, kan nooit zo groot zijn als de druk die ik mezelf opleg. Dat was bij Quick-Step niet anders. Ik heb vaak in teambelang gekoerst, maar ik reed toch vooral zelf graag goed. Lukte dat niet, dan baalde ik. Dan mocht de ploeg nog gewonnen hebben.” En over die druk: “Sommigen kunnen dat misschien niet aan, maar ik vind het net motiverend.”

Elke dag aanvallen

Volgende bedenking: veel renners die vertrekken bij QuickStep kennen daarna vaak een moeilijk seizoen. Zie Kittel vorig jaar. Of, in een verder verleden, Tony Martin, Kwiatkowsk­i, Steegmans… Terpstra knikt: “Het is mij ook al opgevallen. Lefevere voelt duidelijk perfect aan wanneer hij renners moeten laten gaan. Of het mij kan overkomen? Opnieuw: dat is ook weer zo’n gehannes. Wat het ook wordt straks – of ik goed of slecht rij – we zullen nooit weten of het anders was geweest als ik nog bij Quick-Step had gezeten. Daar moet je dus ook niet te moeilijk over doen.”

Feit is dat hij bij Quick-Step altijd mee kon profiteren van de globale sterkte van de ploeg. Ook die zal bij Direct Energie flink wat minder zijn. Een zorg? “Nee. Ik begrijp dat veel mensen mijn nieuwe ploegmaats amper kennen. Wat logisch is: ze hebben niet de beste uitslagen gereden en het is allemaal niet van het niveau van QuickStep. Maar die jongens hebben wel kwaliteite­n. Alleen reden ze in het verleden vaak doelloos rond in de klassie- kers. Het was van: aanvallen en we zullen wel zien hoe lang we er kunnen aanhangen. Met mij erbij krijgen ze wel dat doel, al is het maar dat ze mij fris moeten afzetten aan de Oude Kwaremont. Na dit voorjaar zullen sommige namen – Gaudin, Turgis – je al heel wat bekender in de oren klinken.”

Bovendien heeft het ook voordelen om bij een ploeg van net wat minder kwaliteit te zitten, besluit Terpstra. “Bij Quick-Step maakte het niet uit of je nu in de Ronde van Slovakije of in de Tour zat, je reed altijd voor de zege. We hádden ook altijd iemand die die dag kon winnen. Maar gaan we straks met Direct Energie naar de Tour, dan zullen we géén klassement­sman hebben of ook geen topsprinte­r. Dat is wel eens zo relaxed. Dus wat gaan we doen? Elke dag aanvallen. En lukt het niet, dan nemen we eens een dag rust, sparen krachten, om de dag daarna weer in de aanval te trekken. Dat is ideaal voor mij. Ik probeer al twaalf jaar een rit in een grote ronde te winnen. Dat is mij nog nooit gelukt. Misschien lukt het zo wel.”

WIM VOS

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium