Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Iemand zijn vrijheid teruggeven geeft je een boost”
Antwerpenaar, hindoe en raadsman van de moordenaars, bankrovers en drugshandelaren: Sahil Malik (28)
Hij is met zijn 28 jaar nog een jonge snaak tussen de ervaren strafpleiters. Toch weet meester Sahil Malik zich met branie in de kijker te werken als raadsman van drugshandelaren, moordenaars, tienerpooiers en bankrovers. “Ik was eigenlijk voorbestemd om zakenman te worden”
Daar stond hij dan, in de grote hal van het Vlinderpaleis, terwijl de cameraploegen zich rond hem verdrongen. Strak in het pak, toga over de arm. Dikke, volle baard en een zelfbewuste oogopslag. “De raadkamer heeft mijn cliënt vrijgelaten bij gebrek aan ernstig bewijs en omdat er een parallel proces wordt gevoerd in de media.” Aan het woord: meester Sahil Malik, de raadsman van Koba M., een Antwerpenaar van Georgische origine die verdacht wordt van betrokkenheid bij de onwaarschijnlijke tunnelroof bij BNP Paribas Fortis aan de Belgielei in Antwerpen. Geen weldenkend mens die geloofde dat de raadkamer zijn cliënt zou vrijlaten na een paar dagen voorhechtenis, maar meester Malik geloofde er rotsvast in. “Geloof me, ik maak kans om hem vrij te krijgen”, zei hij een dag ervoor. De raadkamer liet de client van Malik vrij omdat er talloze stukken nog niet aan het dossier toegevoegd waren, terwijl de informatie wel al was doorgesijpeld naar de journalisten. Het parket tekende beroep aan tegen de vrijlating, waardoor de cliënt van Malik uiteindelijk toch in de cel moest blijven. Maar de jonge advocaat, die werkt voor het kantoor van de bekende strafpleiter Pol Vandemeulebroucke, had zijn punt gemaakt.
Mr. Malik, u ziet er niet uit als de doorsnee Kempenzoon. Kunt u uzelf eens voorstellen?
SAHIL MALIK: Ik ben geboren in Edegem. Tot mijn 16 ben ik opgegroeid in Edegem en Wilrijk. Daarna zijn we naar het centrum van Antwerpen verhuisd, in de omgeving van het stadspark. Ik heb twee oudere zussen, die ook hier geboren zijn.
Zoals je kan zien, heb ik Indische roots. Mijn ouders zijn 35 jaar geleden van India naar hier verhuisd. Ze komen uit Punjab, in het noorden van India. Ik ben Indisch opgevoed qua normen en waarden. Wij zijn hindoes, al ben ik wel heel vrij opgevoed. Zoals je weet is de koe voor hindoes een heilig dier, maar toch heb ik vandaag op restaurant saltimbocca (Italiaans gerecht met dunne lapjes kalfsvlees; red.)
besteld. Er zijn regels, maar als je die niet strikt naleeft, zullen andere hindoe’s niet op je neerkijken. Je bepaalt zelf hoe je gelooft en welke regels je naleeft. Mijn vader is een zakenman, net als de rest van de familie eigenlijk. Hij heeft vijf broers, die allemaal in het zakenleven zijn terechtgekomen.
Ook mijn neven zijn allemaal ondernemers. Mijn vader heeft lang in de textielhandel gezeten. Zijn bedrijf leverde textiel aan grote ketens als H&M of JBC. Die business is kapotgegaan door de opkomst van China. Mijn vader is dan iets anders gaan doen. Nu houdt hij zich bezig met wat men private equity noemt. Mijn vader heeft een groot zakelijk netwerk en brengt investeerders samen rond grote projecten.
Ik ben de enige die in de advocatuur is gerold, en ik had dat zelf ook niet zien aankomen. Ik was voorbestemd om ook in het zakenleven te stappen. Ik had tijdens mijn studie zelfs concrete plannen en tijdens de weekends ging ik vaak met mijn vader op stap. Ik vond dat leuk. Ik ben aan mijn rechtenstudie begonnen met een toekomst als ondernemer in
FOTO JEROEN HANSELAER Sahil Malik (28)
Strafpleiter
‘‘Ik was voorbestemd om in het zakenleven te stappen. Ik ging rechten studeren om van andere dingen te proeven voor ik zou starten als ondernemer. Dus liep ik stage bij een specialist vennootschapsrecht.’’
‘‘Toen ik op een dag in september 2014 mijn eerste strafzaak mocht pleiten, kreeg ik echt het gevoel: dit is wat ik wil doen!’’
gedachten. Ik ben aan de balie begonnen als advocaat vennootschapsrecht. De eerste twee jaar van mijn stage heb ik dat gedaan, in een groot kantoor onder patron Bart Goossens, een specialist in vennootschapsrecht. Het was nooit echt mijn bedoeling om advocaat te worden. Ik wilde bijleren, ervaring opdoen en van andere dingen proeven voor ik zou starten als ondernemer. Tot ik op een dag in september 2014 mijn eerste strafzaak mocht pleiten. Toen kreeg ik echt het gevoel: dit is wat ik wil doen!
Wat voor zaak was dat dan?
Het was een pro-Deozaak, eigenlijk een banale zaak. Een Roemeen had in een supermarkt een portefeuille van een oudere dame gestolen. Ik ben die man dan gaan bezoeken in de gevangenis en zijn dossier gaan inkijken. Ik heb zijn belangen behartigd voor de raadkamer en heb uiteindelijk ook zijn proces gedaan voor de correctionele rechtbank. Ik kon echt iets voor die man betekenen. Iedereen heeft vrijheden, waar we zo lang voor gestreden hebben. Maar als die vrijheden met elkaar botsen, kan de overheid beslissen om je vrijheid af te nemen. De vrijheid van die man lag in mijn handen.
De overheid heeft veel macht. Ik praat de daden van die cliënt niet goed, want je mag niet stelen. Maar die man had ook gewoon honger. Bovendien gaf hij meteen toe dat hij de portefeuille had gestolen én gaf hij hem onmiddellijk terug aan de dame. Die man heeft twee maanden in hechtenis gezeten, omdat hij geen borg kon betalen. Dat heeft toen wel indruk op mij gemaakt. Ik ben dan steeds meer strafrecht gaan doen. Ik heb mijn stage zelfs niet afgemaakt bij dat grote kantoor dat gespecialiseerd was in vennootschapsrecht. Mijn laatste jaar stage heb ik gedaan bij het kantoor van strafpleiter Pol Vandemeulebroucke, waar ik nog steeds werk.
Herinner je je eerste vrijspraak nog?
Uiteraard! Dat vergeet ik nooit meer. Ik verdedigde een man die bij verstek was veroordeeld tot vier jaar voor een aantal overvallen op Aldi-supermarkten. Ik ben erin geslaagd om voor hem een vrijspraak te krijgen. Op dat moment besef je dat je echt het verschil kan maken als advocaat. Dezelfde rechter die hem tot vier jaar veroordeelde, sprak hem op basis van hetzelfde dossier vrij. Het enige dat was veranderd, was de advocaat. Ik was euforisch, en trots. Ik had ook heel hard gewerkt aan dat dossier.
Het zegt ook iets over de manier waarop rechters met dossiers omgaan, niet? Van zeer schuldig naar onschuldig, is toch een grote stap.
Dat zijn uw woorden (lacht). Doorgaans zien we wel dat, als je niet verschijnt voor de rechtbank, je de vordering van het Openbaar Ministerie ziet verschijnen in het vonnis. Het zou niet mogen, maar we zien het wel gebeuren.”
Hoe ben je bij Pol Vandemeulebroucke terechtgekomen? Hij is een van de, euh, meest avontuurlijke strafpleiters.
Maar hij is ook een van de beste. Ik heb ongelofelijk veel van hem geleerd en daar ben ik hem dankbaar voor. We doen op kantoor ook alles zelf, samen met mijn confraters Koen en Jawad.
Je patron is in één jaar twee keer opgepakt. Hoe spannend was dat?
(aarzelt) Je schrikt wel. Het toont vooral aan hoe ver men durft te gaan. Ach, er valt hem niks te verwijten. En dan blijf je hem steunen.
Je treedt op in aantal grote dossiers, van de bankkraak tot grote drugsdossiers. Dat zijn gevaarlijke jongens. Uw patron zegt altijd: “Je eigen cliënt is je grootste vijand.”
Ik verdedig mijn cliënten tot het uiterste, maar ik bepaal hoe dat gebeurt. Niet de klant. Als advocaat moet je onafhankelijk blijven.
Wat vindt uw vader van uw beslissing om advocaat te worden? Het grote geld verdien je niet met strafrecht, toch?
Mijn ouders steunen mijn keuze. Ze zijn trots. En echt, ik doe dit zo graag. Ik wil dit blijven doen. Ik zie me echt niets anders meer doen.