Gazet van Antwerpen Stad en Rand
COMBIPUZZEL
HORIZONTAAL
1 Houd de vinger eraan! dampend. enig overgebleven. 2 nakie. graansoort. peilstift. 3 Taal om het benauwd te krijgen. dierenverblijf. wachthuisje. 4 heldere vloeistof. dienstpet. broeierig. symbool van de hoop. 5 lumen. Nieuwe
Testament. tegenover. natrium. veeziekte. vanaf. 6 Vroeg u om een button? emeritus. kapperszaak. 7 oogziekte. redigeren. De laatste Griekse. 8 kloppen. junior. 9 lekkernij. dokter. week. dicht op elkaar. te zijner tijd. 10 Gemeen vies. Spaans riet. bedrogene. houtsoort. 11 zich bevindend in. boom. buiten dienst. westerlengte. kadastraal inkomen. ultraviolet. 12 kunststof. snijbloem. plaats in Vlaanderen. 13 kunstenaar. uitroep. Begint de notaris mee. uitroep van schrik. 14 geliefde (volkstaal). strik. trede. schijf. 15 Beste mensen. Nederlands. dochter van Albert II. 16 gat. rugaandoening. briefje. 17 klever. Die is licht opgebrand. roman.
VERTICAAL
1 vruchtendrank. Eten van het banket. grof zout. 2 Polen (op auto's). functie. geringe breedte. verbrandingsrest. 3 Niet zo goed als thuis. ziertje. kant van een zaak. 4 voortschrijdend. waakzaam. september. afkerig van werk.
5 aanvang. greep. vervelend wezen (Frans). incorporated. 6 kledingstuk. slim (ouderwets). Dat boompje heeft een vaste plaats. 7 appel. runderbiefstuk. 8 snelheid. noodsein. chroom. heer. 9 kilo. het kleinste aantal. rivier in Frankrijk. 10 Vragen voor gevorderden. laboratorium. bloemvak. 11 opbergtas. soort hert. oostnoordoost. erfelijke stof. 12 remise (Engels). Algemeen Nederlands. per dag. Dit water kan je ruim kiezen. dierengeluid. 13 beddengoed. van jou. Raast weer als een vorst. 14 luitenant. halte. 15 studentenrestaurant. ontkenning. rijwiel. 16 rookgerei. gaste. doffe slag. deel van de borstkas. 17 losgeraakte naad. omslagen maken. opgravingsterrein. graanpakhuis.
18 uiting van verdriet. roofdier. kort stuk. 19 tijdelijk. eventueel. gezanik. eerstkomende. 20 drukfoutenlijst. ten name van. Dier van de vooruitgang.