Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Christine Van Broeckhoven
(Universiteit Antwerpen, VIB)
“Ik heb mij vroeger naïef in de wetenschap gesmeten en daardoor heb ik pas achteraf goed beseft dat het mij moeilijker werd gemaakt dan mannen”, zegt Christine Van Broeckhoven (65), professor in moleculaire biologie en genetica, en bekend voor haar baanbrekend werk rond dementie.
Christine Van Broeckhoven heeft haar titel van gewoon hoogleraar aan niemand te danken, en zeker niet aan quota of positieve discriminatie. Toch ziet zij vandaag wel degelijk een probleem voor gekwalificeerde vrouwen die aan de top van de academische wereld willen geraken en ziet ze soelaas in het implementeren van maatregelen om het aandeel vrouwelijke professoren omhoog te duwen. “We zitten vanuit onze verschillen met bepaalde vooroordelen over het andere geslacht”, zegt Van Broeckhoven. “Maar het is zaak om daar aandachtig voor te zijn en dat totaal geen rol te laten spelen bij het selecteren van de juiste persoon. Ik zie dat mannen er bijvoorbeeld sneller van uitgaan dat vrouwen minder gemotiveerd zijn en dat ze gepusht worden om naar een bepaalde positie te dingen. In al die jaren heb ik weinig verandering gezien en je kunt dus nog steeds zeggen dat vrouwen het zwaarder hebben in een academische carrière, dat ze zich meer moeten bewijzen. Toen ik begon, ging ik, nogal naïef, totaal op in de wetenschap waardoor
“Vrouwen moeten voor zichzelf durven op te komen”
ik zelfs gratis heb gewerkt in crisistijd. Het kon zogenaamd niet anders, maar pas achteraf heb ik beseft dat mannen bepaalde dingen wél gedaan kregen. Dat het mij moeilijker werd gemaakt.” “Aan de top zul je geen middelmatige vrouwen vinden. Zij hebben in de regel meer brein en branie dan de mannen. Dat komt omdat ze zoveel harder hebben moeten vechten om er te geraken.”
Maar Van Broeckhoven heeft een grote mond, zegt ze zelf. “Toen ik eens als voorzitter in een panel zat, werd steevast mijn covoorzitter, een man, aangesproken en niet ik. ‘Of u het nu wilt of niet, ik ben de voorzitter, dus u richt zich tot mij’, heb ik toen duidelijk gemaakt. In mijn positie kan ik van mij afbijten, maar als je nog een ladder te beklimmen hebt, durven velen dat niet.”
Vrouwelijke charmes
“Zelf probeer ik vrouwen met talent altijd te overtuigen om mee te dingen naar hogere functies. Maar er zijn soms ook vrouwelijke proffen die dat niet doen, die niet in competitie willen gaan met vrouwen en daarom eerder mannen aannemen (het zogenaamde
‘queen bee’-syndroom, red.). Op hen kunnen ze dan hun vrouwelijke charmes loslaten.”
Van Broeckhoven werd tijdens haar carrièreklim twee keer moeder. “Dat is nu eenmaal zo bij vrouwen, ze hebben een kinderwens en die is niet altijd verzoenbaar met ambitie. Daarom zeg ik altijd tegen de jonge vrouwen in mijn team: zoek je een goeie man, maak goeie afspraken en maak duidelijk wat je zelf wil. Je moet in het leven voor jezelf durven op te komen.”