Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Na de voorstelling voelt het alsof ik een marathon gelopen heb”
Hardrocklegende Bruce Dickinson komt met onemanshow naar Antwerpen
WHAT DOES THIS BUTTON DO? Z0 24/02 | ARENBERG | WWW.ARENBERGSCHOUWBURG.BE
Als frontman van Iron Maiden – met meer dan 100 miljoen platen verkocht een van de meest succesvolle rockbands in de geschiedenis – is Bruce Dickinson bij leven al een legende. Maar de zanger heeft meer dan één troef in zijn mouw zitten. Binnenkort komt hij naar Antwerpen met een onemanshow die unaniem met superlatieven wordt overladen. “Elke avond zit er wel een vrouw in het publiek die een kind van me wil.”
Bruce Dickinson, 60 intussen, valt niet voor één gat te vangen. Naast zijn werk bij Iron Maiden houdt de Britse superster er een solocarrière op na en is hij een gediplomeerd piloot die je wel eens in de cockpit van een lijnvliegtuig ziet zitten. Hij heeft zijn eigen biermerk Trooper, had lange tijd zijn eigen radioshow op de BBC, bouwde een succesvolle carrière uit als schermer én is nog steeds voorzitter van een bedrijf dat astronauten opleidt. Daarnaast kan je hem boeken voor lezingen allerhande, gaande van marketing en branding tot ondernemerschap en start-ups.
Bij dat laatste kan je je wel wat voorstellen, want ook tijdens interviews is Dickinson een nauwelijks in te tomen spraakwaterval. Het oorspronkelijke idee was dat hij een tournee zou doen waarbij hij zou voorlezen uit What Does This Button Do?, zijn vorig jaar verschenen autobiografie. “Maar dat vond ik al gauw een flauw idee. Waarom zou je komen kijken naar een vent die voorleest uit een boek? Toen herinnerde ik me een onemanshow die ik ooit gezien had van Quintin Crisp, destijds een van de eerste LGTB-activisten. Er is zelfs een film over hem gemaakt: The Naked Civil Servant. Hij beschikte over een kurkdroog gevoel voor humor en bleek ook nog eens buitengewoon gevat. En na zijn voorstelling volgde nog een vraag-en-antwoordsessie op basis van steekkaartjes die hij vanuit het publiek kreeg aangereikt.
’t Was dus improvisatie, maar wél ondersteund door de mensen die in de zaal zaten. Briljant! Ik heb me dus zeker door hem laten inspireren. Na een paar voorstellingen kreeg ik al een uitnodiging om op te treden op het theaterfestival van Edinburgh, en de reacties daarop bleken zo overweldigend dat er interesse was om er een internationale tournee aan vast te knopen. Intussen heb ik een twintigtal shows achter de rug in Australië, Israël en Scandinavië. Elke avond was anders, maar de feedback was keer op keer hartverwarmend.”
Je bouwt na de voorstelling ook een passage in waarbij het publiek vragen mag stellen. Komen daar soms inzichten uit voort waardoor je jezelf in vraag gaat stellen?
Mmm. Niet echt. No kidding: meestal willen ze dat ik samen met hen in-en uitadem. Er zitten ook altijd wel een paar vrouwen in de zaal die met me willen trouwen. Of die vragen of ik hen op volstrekt natuurlijke wijze een kind ontlok. Sommigen suggereren zelfs dat ik dat al gedáán heb, wat ik dan weer kan bevestigen noch ontkennen. Soms wou ik dat het waar was, zéker als de vrouw in kwestie eruitziet alsof ze de zonde waard is.
Om een autobiografie te schrijven, moet je je eigen verleden uitspitten. Hoe confronterend was dat?
Het belangrijkste dat ik eruit geleerd heb is dat mijn leven een aaneenschakeling van onnozele toevalligheden is geweest. En dat ik ontzéttend veel geluk heb gehad. Telkens ik iets nieuw probeerde, was ik een koorddanser die elk moment in de diepte kon storten. Mijn leven had zomaar voor mijn ogen uit elkaar kunnen spatten, maar dat is nooit gebeurd. Ik tel mijn zegeningen. Daar ben ik dankbaar voor, al probeer ik me er verder niet te veel vragen bij te stellen. Wellicht heb ik een groot overlevingsinstinct. Dat heb ik deels aan mijn opvoeding te danken. Ik ben erg gesteld op mijn onafhankelijkheid, ook. En ik geloof dat je altijd weer opnieuw kan beginnen.
En dat doe je. Ik ken alleszins weinig mensen die zo’n veelzijdig cv kunnen voorleggen.
Ja, maar er is telkens weer het risico dat ik plat op mijn smoel ga.
Is dat al gebeurd?
Zeker, maar ik loop niet te koop met mijn mislukkingen. De focus ligt altijd op positieve dingen. Soms lopen de zaken anders dan ik me had voorgesteld, of moet ik mijn plannen aanpassen omdat de realiteit anders uitdraait dan gedacht. Of nog erger: ik start een project op dat lang niet zo plezierig blijkt dan ik gehoopt had. Dan is er
geen weg terug. Ik kom altijd mijn engagement na. Al doe ik het nu wat dramatisch klinken. Ik heb nooit onder een pseudoniem een jazz- of discoplaat opgenomen die compleet de mist is ingegaan.
De vorige keer dat we elkaar spraken, een jaar of vier geleden, had je net een agressieve vorm van tongkanker overwonnen. Heeft die ervaring je ertoe aangezet om de balans van je leven op te maken, en het resultaat te boek te stellen?
Dat heeft zeker meegespeeld, ja. Ik had voordien al meerdere aanbiedingen gehad om mijn autobiografie te schrijven, maar die had ik telkens naast me neergelegd. Omdat ik in het verleden al vaker boeken had geschreven, en wist hoeveel tijd en energie daarin kruipt. Maar in de periode dat ik van tongkanker herstelde had ik eigenlijk niets om handen. Het probleem met een autobiografie is dat je nooit weet wanneer je moet stoppen. Als je wacht tot je dood valt, moet iemand anders het laatste hoofdstuk schrijven, en daar had ik geen zin in. Het einde van de kankerbehandeling leek me een goed eindpunt. Daardoor kon ik me beter focussen op het vertellen van een verhaal.
Een onnozele vraag misschien: hoe begin je aan een autobiografie? Je bent zélf het onderwerp waarover je schrijft, dus dat lijkt me niet evident.
Klopt. Eerlijk gezegd was het niet mijn ambitie om een autobiografie te schrijven. Ik wilde gewoon een hoop verhalen kwijt waarvan ik dacht dat het wel leuk zou zijn om ze met het publiek te delen. Maar de uitgever wilde het koste wat het kost een autobiografie noemen. Dat heeft het voordeel van de duidelijkheid, en het verkoopt bovendien beter. Dus ben ik bij mijn geboorte begonnen (lacht). En halverwege ging het over mijn eerste bands en uiteraard ook Iron Maiden. Er waren geen titels en geen hoofdstukken. Het was alsof ik een kraan opendraaide die niet meer dicht ging. Mijn eindredacteur heeft achteraf veertigduizend woorden geschrapt, en daardoor is het boek veel beter geworden. Het lijkt bijna een roman nu.
Je bent het uiteraard gewend om met een band op het podium te staan. Maar dit keer is er zelfs geen Eddie (de mascotte van Iron Maiden) om op terug te vallen. Hoe anders voelt het om in je eentje de confrontatie met een publiek aan te gaan?
Ik heb geen scherm voor mijn neus staan waarop de teksten meelopen, dus er is niet veel voor nodig om compleet de mist in te gaan. Vooral: ik sta twee en een half uur op het podium. Dat is best heftig om helemaal alleen op te vullen. Het publiek moet tenslotte geëntertaind blijven. Je wil niet dat mensen op hun uurwerk zitten te kijken, of ostentatief hun telefoon beginnen te checken. Maar hout vasthouden: tot dus ver is alles vlot verlopen. Ik ben wél pompaf na een voorstelling. ’t Voelt alsof ik een marathon heb gelopen.
Je geeft ook lezingen voor zakenmensen, las ik op je website. Dat lijkt me iets heel anders dan een zaal vol met trouwe fans.
Uiteraard. De reacties zijn heel anders. Als ik zo’n keynote speech geef, gebeurt dat meestal voor mensen in maatpakken die op dat moment al een reeks powerpointpresentaties achter de rug hebben, vol met data, statistiekjes, facts and figures. Want zo zitten de meeste van die conferenties in elkaar. Als ik het podium op stap zien ze een Duracellkonijn staan dat druk over en weer loopt, en hen vertelt dat ze hun laptops even moeten dichtklappen. Fuck the spreadsheet! Ik probeer hen te doen beseffen dat ze zich weer als echte mensen moeten gedragen die met beide benen in de realiteit staan. Daar schrikken ze doorgaans wel even van. Ze zijn vergeten dat er ook nog een leven is naast hun iPad. Maar tijdens de onemanshow waarmee ik straks in Antwerpen sta, wordt de toon natuurlijk anders. Daar kan er al eens een aangebrande mop tussen zitten. Daar kan ik wat ruwer en onbeschofter zijn.
Raak je met deze show verder dan het Iron Maiden-publiek? Of preek je toch vooral voor bekeerden?
Het zijn uiteraard vooral Iron Maidenfans. Mocht ik de kans krijgen om met dit repertoire op televisie te komen, ben ik er zeker van dat ik ook een ander publiek zou bereiken. De combinatie van improvisatie, spoken word en stand-upcomedy is niet op maat van metalfans gesneden. Daarom loopt de voorstelling onder de noemer An
Evening With... Je krijgt een beeld van hoe de tandwielen in mijn brein draaien. Je hoeft dus niet het verzameld werk van Iron Maiden in de kast te hebben om van deze show te genieten. ’t Is entertainment in de breedste zin van het woord.
Henry Rollins is naar eigen zeggen met spoken word-voorstellingen begonnen omdat hij het wat gênant vond om op zijn zestigste nog hardcore punk te spelen. Jij bént intussen zestig.
Ja, en ik ben absoluut niet gehaast om met Iron Maiden te stoppen. Ik geloof trouwens niet dat we ooit zullen stoppen. We gaan alleszins nooit een afscheidstournee doen. Dat vind ik pathetisch. Iron Maiden is als Elvis: we gaan nooit écht weg. En voor je ’t zelf vraagt: er zal ook nooit een hologramversie van onze optredens komen. Dat is echt een walgelijk fenomeen.
In dat geval: wat staat er op het programma voor Iron Maiden?
Deze zomer touren we uitgebreid door de VS en Zuid-Amerika. En we schrijven nieuwe nummers. Of er ook een plaat op til is? Daar kan ik op geen enkele manier dieper op in gaan. (mysterieus lachje) Verder heb ik geen enkele ambitie meer. Of toch: altijd afmaken waar ik aan begonnen ben.