Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Diep wantrouwen van hoog tot laag
Rapport niet mals voor werking CD&V
De eerste ruwe verzameling van reacties en aanbevelingen die de ‘twaalf apostelen’, de werkgroep die CD&V moet doorlichten, schetst geen flatterend beeld van de Vlaamse christendemocraten. De werkgroep bevroeg partijtoppers, parlementsleden, burgemeesters en militanten. Alleen duurt die oefening nu wel héél lang, vinden sommigen. Zeker nu CD&V zich zeker weet van Vlaamse regeringsdeelname.
Partijtop “te weinig begeesterend”
De kritiek die uit de reacties spreekt, is niet mals. Van de partijtop worden alleen campagneboegbeeld Hilde Crevits en voorzitter Wouter Beke wat gespaard. Anderen zoals Joke Schauvliege, Kris Peeters en Pieter De Crem zijn “te weinig begeesterend” en te vaak “een mismatch” in hun rol in de regering. Ook de manier waarop de partij de lijstvorming heeft aangepakt, komt onder vuur. Niet transparant genoeg, te weinig vernieuwend. “De partij moet niemand minister maken op basis van verdienste of anciënniteit, wel op basis van het juiste profiel.”
Onzichtbare parlementsleden
Ook de parlementsleden mogen een tandje bijsteken. Zij waren “onvoldoende zichtbaar” tijdens de campagne. Sommigen beheersten hun dossiers, anderen staken nauwelijks een vinger uit. Dat sommigen – zoals Hendrik Bogaert met zijn algemeen hoofddoekenverbod – niet werden teruggefloten, gaf het beeld van een “verdeelde partij”. De parlementairen zelf klagen dan weer over “een gebrek aan respect”. Ze mochten hun eigen expertises onvoldoende uitdragen in de campagne en ze eisen hun zeg in de aanduiding van de ministers in de regeringen.
Werken van 10 tot 16u
Tot slot krijgt ook de werking van het partijhoofdkwartier een veeg uit de pan. De besluitvorming gebeurt in achterkamers en er is sprake van “een vrijblijvende werksfeer van 10 tot 16u”. Enkele aanbevelingen moeten raad brengen. Parlementsleden moeten “permanent geëvalueerd” worden. Een toekomstige plaats op de lijst kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van de prestaties. De nieuwe voorzitter moet in de eerste plaats een sterke communicator zijn die de basis kan enthousiasmeren. En de standen – Beweging.net, Unizo en de Boerenbond – moeten minder zeggenschap krijgen in de lijstvorming.