Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Stedelijk Onderwijs brengt 1.175 creatieve leerlingen samen op Eilandje
State-of-the-artcampus is in september na tien jaar werkelijkheid
De diamantairs, vliegtuigontwikkelaars, etalagebouwers en lassers van de toekomst hokken vanaf september samen in de gloednieuwe campus Cadix van Stedelijk Lyceum Eilandje. Tien jaar geleden werd voor het eerst luidop gedroomd over de campus, deze week kreeg de directie de sleutel. Meer dan duizend leerlingen van verschillende campussen over heel de stad komen er samen in de campus van de toekomst.
Ons bezoek aan de splinternieuwe campus van het Stedelijk Onderwijs op het Eilandje is een primeur. Zelfs de leerkrachten die er zullen lesgeven, zijn nog niet binnen geweest. “Zij mogen, afhankelijk van de voortgang van de verhuizing, twee dagen voor de start van het schooljaar gaan kijken in hun leslokaal. Zo lopen ze op 2 september bij de start van het schooljaar niet verloren”, vertelt Michiel Vervan het Stedelijk Onderwijs, terwijl we de nieuwe campus langs Kempischdok-Westkaai binnengaan.
Al aan de ingang is het duidelijk dat de campus geen standaardschool is. Langs beide kanten van de grote inkomhal zitten gigantische atelierruimtes, een voor houtbewerking en een voor laswerken. Hier werken binnenkort leerlingen van het Stedelijk Lyceum Cadix, het Stedelijk Lyceum Meir en het Stedelijk Lyceum Lamorinière. “We krijgen uiteenlopende studierichtingen en dat vertaalt zich in de klaslokalen. Hier komen leerlingen van de tweede en de derde graad te zitten uit verschillende creatieve en wetenschappelijke richtingen. ‘STEAM’ noemen we dat, naar STEM, wat staat voor wetenschappelijke richtingen en met de A van ARTS, wat staat voor kunsten. Zo zijn er richtingen haarzorg, diamant, vliegtuigtechnieken, etalage- en decorbouw en woordkunst en drama.”
Die leerlingen breng je duidelijk niet onder in een gewone school met gewone leslokalen. De nieuwe campus heeft vijf verdiepingen en elke verdieping heeft bijzonderheden. Zo komen we op verdieping drie een achttal etalages tegen, alsof we over de Meir wandelen. Voor de etalages staan verstelbare houten blokken waar paspoppen op kunnen worden gezet. De leerlingen diamant komen terecht in een lokaal met 24 diamantslijpers en de lassers kunnen terecht aan hun eigen splinternieuwe machines. Zowat elk lokaal heeft ramen langs de binnenkant die uitkijken op andere lokalen. “Zo kunnen de leerledens
lingen elkaar bezig zien, elkaar inspireren en van elkaar leren”, aldus Michiel Verledens.
Een grote speelplaats is er niet, wel kunnen de leerlingen op zes verschillende eerder kleine buitenruimtes een luchtje scheppen. Dat is de prijs die je betaalt voor een grote campus in een ondertussen verdicht gebied als het Eilandje. Aan de andere kant van de buitenruimtes bots je op een hoge nieuwbouw waar appartementen gebouwd worden. De nieuwe residenten zullen de leerlingen vanop hun terras in de gaten kunnen houden.
‘Kot’ van de dokwerkers
Campus Cadix is klaar voor de eerste leerlingen, maar het Stedelijk Onderwijs heeft nog veel meer plannen in de buurt en bouwt er een soort imperium uit. Vanop de hoogste verdieping van de nieuwe campus kijken we recht uit op het historische Van Averbekegebouw, ook een pand van het Stedelijk Onderwijs. Dat pand wordt volledig gestript en gerenoveerd en moet tegen het najaar van 2021 klaar zijn.
Voor het Van Averbekegebouw zijn er ook nog werken bezig aan het voormalige ‘kot’ van de dokwerkers. Dat werd vorig schooljaar al grotendeels opgeleverd als refter en sporthal voor de school. De leerlingen zullen dus de – niet autovrije – straat moeten oversteken om te gaan eten. Nu wordt daar de laatste hand gelegd aan de drukkerij voor de opleiding drukker. “Dat stuk zal rond de kerstperiode klaar zijn. In deze nieuwe campus komen leerlingen van de tweede en derde graad. We plannen ook nog een extra nieuwbouw in de Madrasstraat om de hoek voor leerlingen van de eerste graad die daarna kunnen doorstromen naar Campus Cadix. Al de bouwplannen kaderen in het plan om de capaciteit van de Antwerpse scholen uit te breiden met het project Scholen van Morgen.”