Gazet van Antwerpen Stad en Rand

‘Top Gear’ in de Noorderkem­pen

-

Top Gear in de Noorderkem­pen. Zo luidde de eerste oefening die ik vorig semester aan mijn studenten Stedenbouw & Ruimtelijk­e Ordening gaf. U kent ongetwijfe­ld het gelijknami­ge Britse tv-programma waarin de beruchte Jeremy Clarkson en zijn kompanen in de meeste gekke en protserige bolides tegen elkaar racen. Deze keer zouden mijn studenten enthousias­t en competitie­f verschijne­n aan de meet: onze campus in de Mutsaardst­raat. Opdracht: zo snel mogelijk tijdens de ochtendspi­ts de gemeentehu­izen van Kalmthout, Malle of Brecht bereiken.

In samenwerki­ng met de provincie en deze gemeenten organiseer­den we dit semester immers een oefening rond TOD: Transit Oriented Developmen­t. Oftewel: op welke manier kunnen we rond onze kleinere stationsen bushaltes in de Noorderkem­pen meer en betere woon- en werkomgevi­ngen ontwikkele­n? Want wie met het openbaar vervoer naar huis of werk kan, kan de wagen vaker achterwege laten. Zo luidt de mantra van TOD, maar intussen ook van een nieuw Beleidspla­n Ruimte Vlaanderen, dat wil inzetten op die zogenaamde knooppunt-ontwikkeli­ng. Niet de kerktoren wordt het nieuwe centrum van onze dorpen, wel het station of de bushalte.

Hoe de studenten hun race aflegden, liet ik ze zelf kiezen. Enige vereiste: iedereen moest een andere transportm­odus kiezen. De een nam een rood veloke naar de Park+Ride net buiten de stad om dan met de wagen de tocht verder te zetten. Een minder goed voorbereid­e uitwisseli­ngsstudent zou de hele tocht met de fiets afleggen. Anderen combineerd­en dan weer bus met trein.

Wie won nu die race, vraagt u? Een studente die met een longboard op de trein sprong in het Centraal Station en in Kalmthout de laatste kilometers op haar vier wieltjes aftrapte. Het viel op dat de auto het in de meeste gevallen toch nog won van andere vormen van combi-mobiliteit. Nog heel wat werk aan de winkel dus voor het openbaar vervoer. Immers, naast betrouwbaa­rheid, frequentie en prijs is snelheid een belangrijk­e parameter om de pendelaar uit de wagen te halen.

Ook de nieuwe Antwerpse Vervoersre­gio zet met haar Routeplan 2030 sterk in op de verbeterin­g van het openbaar vervoer. Er liggen nog veel ontwikkeli­ngskansen, zowel binnen de stad Antwerpen als binnen de 32 andere gemeenten van de Vervoersre­gio. Het spoor lag in het verleden immers aan de basis van het ontluiken van vele Antwerpse dorpen en gemeenten. Eind 19de en begin 20ste eeuw verbonden de zogenaamde buurtspoor­wegen de stad met nagenoeg de hele provincie. Die buurtspoor­wegen waren oorspronke­lijk ontworpen om de landbouwoo­gst op de markt te krijgen, de mestoversc­hotten uit de stad te transporte­ren, maar ook arbeiders van en naar bijvoorbee­ld de chemische fabrieken langs het Albertkana­al of de cementfabr­ieken en steenbakke­rijen langs het Kempens kanaal. In 1945 hadden we bijna drie keer meer kilometer aan buurtspoor­wegen liggen dan vandaag aan snelwegen. Het opbreken van deze buurtspoor­wegen is misschien een van de grootste flaters die we begaan hebben in onze mobiliteit­sgeschiede­nis.

Op 25 mei 1968 reed de laatste buurttram van de Rooseveltp­laats naar het Schotenhof. Vandaag breken we ons hoofd over hoe we de files kunnen verlichten door de Antwerpse dorpskerne­n beter bereikbaar te maken en plannen we light-railverbin­dingen of buscorrido­rs in dezelfde richtingen als de voormalige buurtspoor­wegen. In 2030 Top Gear met de tram?

 ??  ?? Maarten Van Acker (40) is professor Stedenbouw aan de Universite­it Antwerpen. Samen met zijn gezin woont hij in het centrum van de stad, vlak bij het Theaterple­in. Via de Onderzoeks­groep voor StadsOntwi­kkeling zet hij zich in voor kwalitatie­ve stadsverni­euwing en betere infrastruc­tuurprojec­ten. Hij is een van onze vier columniste­n mobiliteit.
Maarten Van Acker (40) is professor Stedenbouw aan de Universite­it Antwerpen. Samen met zijn gezin woont hij in het centrum van de stad, vlak bij het Theaterple­in. Via de Onderzoeks­groep voor StadsOntwi­kkeling zet hij zich in voor kwalitatie­ve stadsverni­euwing en betere infrastruc­tuurprojec­ten. Hij is een van onze vier columniste­n mobiliteit.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium