Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Songs over abortus zijn niet sexy, maar wél noodzakelijk”
Waarom Amanda Palmer het straks heel persoonlijk maakt tijdens haar concert in De Roma
Amanda Palmer (43) is een fenomeen. Als zangeres van The Dresden Dolls gooide ze al hoge ogen met haar eigenzinnige kruisbestuiving van cabaret, punk en indierock. Maar solo verlegt ze de grenzen met songs die zo onthutsend persoonlijk zijn dat je er onmogelijk onverschillig bij kan blijven. Op haar nieuwe plaat
There Will Be No Intermission
schrijft ze een aantal tragische gebeurtenissen van zich af. “Het was een oefening in overleven.”
Amanda Palmer heeft bewogen jaren achter de rug. Ze moest tot twee keer toe een abortus ondergaan, kreeg een miskraam, beviel van een zoontje, verloor haar beste vriend na een lange strijd tegen kanker, en op de koop toe schoot haar ex zichzelf een kogel door het hoofd. Tegelijk probeerde ze nieuwe songs te schrijven, en het resultaat klinkt even intens als het beste werk van Nick Cave, wiens Skeleton
Tree ze overigens als een inspiratiebron aanwijst.
“Met die plaat heeft hij aangetoond dat je een heel complex onderwerp – de dood van zijn zoon – toch aan een breed publiek kan presenteren. Ik vond het heel bemoedigend dat zowel pers als publiek goed hebben aangevoeld wat hij wilde vertellen, en hem in de armen hebben gesloten.”
Amanda Palmer vond vijftien jaar geleden al een publiek als zangeres van The Dresden Dolls, een duo dat Brechtiaans cabaret versmolt met rauwe punkrock. Een eigenaardige combinatie, maar de band klom rond de millenniumwissel uit de underground, en bracht nadien twee succesvolle platen uit die met een plaats op de affiche van Rock Werchter werden beloond. De groep bestaat nog steeds en treedt occasioneel op, maar Palmer concentreert zich sinds 2007 vooral op een solocarrière, met haar jongste plaat, de derde, als voorlopig hoogtepunt.
There Will Be No Intermission is zo persoonlijk dat je meer dan eens het gevoel hebt in haar dagboek te lezen. Ze gaat de grote onderwerpen niet uit de weg, met nummers over leven, dood, verdriet en de moeilijke zoektocht naar een goeie manier om daarmee om te gaan. “De meeste songs waren oefeningen in overleven,” vertelt ze wanneer we haar spreken na de Europese première van haar nieuwe tournee in Amsterdam.
“Dit was niet de plaat die ik voor ogen had, maar de ene tragedie volgde op de andere, en deze nummers schrijven was een vorm van therapie. Dit soort muziek uitbrengen houdt een risico in, want zeker als vrouw word je al snel afgerekend op je uiterlijk, op je waarde als seksueel product. Dan kan het heel beangstigend zijn om over onderwerpen als moederschap, abortus of een miskraam te schrijven. Dat zijn geen thema’s die als sexy worden beschouwd. Maar ze zijn wél noodzakelijk. Ik kan alleen maar de allerbeste songschrijver in mezelf vinden als ik over dingen schrijf die niet voor de hand liggen.”
Die open benadering blijkt ook uit de hoesfoto, waarop Palmer frontaal naakt staat afgebeeld, terwijl ze een zwaard vasthoudt. Sterk en kwetsbaar tegelijk. “Ik sta erop zoals ik ben. Uiteraard willen de grote platenzaken in Amerika geen album verkopen dat in zo’n hoes zit, en de streamingdiensten hebben censuurblokjes over mijn borsten en schaamstreek gezet. Maar al bij al kan me dat niet zoveel schelen. De muziek vindt zijn weg wel.”
“Ik ken zoveel vrouwen die er moeite mee hebben om zich staande te houden eens ze 40 of 50 zijn. Terwijl ik zelf nu pas, op mijn 43ste, weet wat ik wil zeggen en hoe ik dat het beste kan doen. Ik ben er trots op dat ik het pad kan effenen voor andere vrouwen door te tonen dat het wél kan. ”
Onafhankelijkheid
Palmer gelooft dat ze deze plaat nooit had kunnen maken als ze nog bij een grote platenfirma had gezeten. In plaats daarvan kon ze terugvallen op meer dan 12.000 fans die elke maand een dollar betaalden om nieuw werk van haar te horen. “Ik had geen zin om tegenover mijn platenfirma een jaar lang argumenten te moeten aanvoeren over waarom deze plaat gemaakt moest worden. Gezien de extreem persoonlijke aard van de songs zag ik me dat niet doen. Niemand wil in een bestuursvergadering binnenstappen en daar een uiteenzetting houden over het autobiografische abortusnummer dat je net geschreven hebt. Ik ben liever minder gesteund door de muziekindustrie, als ik in plaats daarvan de vrijheid krijg om te zeggen wat ik te zeggen heb.”
“Inmiddels heb ik een onafhankelijkheid verworven die op dit niveau uniek is. Ik laat mijn tournee niet sponsoren, en er staan geen advertenties op mijn YouTubekanaal. Zeker: ik krijg soms veel geld aangeboden om een of ander product te pluggen op Instagram. Makkelijk verdiend, maar ik doe dat niet. Nu, ik vel geen oordeel over muzikanten die wél met grote bedrijven in zee gaan. Ze hebben huur te betalen en een familie te voeden. ’t Is een vraag waar artiesten al heel lang mee worstelen. Ik wil gewoon bewijzen dat er ook een andere manier is.”
De solo-tournee waarmee ze straks in De Roma staat, heeft weinig gemeen met de vorige optredens die ze in ons land gedaan heeft. Ze treedt drie uur op, en ongeveer de helft van de tijd vertelt ze verhalen over de thema’s die in de songs aan bod komen. “Elke keer als ik van het podium stap, voel ik me een beetje lichter. Ik weet niet of het zingen therapeutisch is, maar het feit dat ik mijn emoties met het publiek in de zaal kan delen is dat zeer zeker wél. De herkenning op de gezichten van de mensen doet deugd. Daarom beschouw ik de plaat nu al als een succes: omdat ze niet alleen mij, maar ook andere mensen vooruit heeft geholpen.”
Amanda Palmer, op 20/09 in De Roma. Tickets: www.deroma.be.
There Will Be No Intermission is uit
bij Cooking Vinyl. BART STEENHAUT