Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Het vertrouwen dat de coach me geeft, doet deugd”
Rupel Boom speelde zaterdag 3-3 gelijk in La Louvière. Net als vorige week speelden de Steenbakkers een matige eerste en een sterke tweede helft. Vier op zes is de mooie oogst na twee verre verplaatsingen.
Na een afwezigheid van ruim een maand staat Stefan Deloose opnieuw onder de lat bij Rupel Boom. “Ik moet de coach bedanken voor het vertrouwen dat hij in mij stelt. Ik was fit en mocht meteen weer spelen”, zegt Deloose.
Dat was niet evident aangezien de ploeg met Figys in doel net negen op negen had gepakt. “Klopt. Dan moet je als trainer toch maar het lef hebben om wijzigingen aan te brengen. Ik kon de voorbije week probleemloos meetrainen en had aangegeven dat ik kon spelen, maar dan heb je uiteraard nog geen garantie dat de coach je meteen weer in doel zet.”
Ben je dan het type dat even met Figys gaat praten? Want hij deed het de voorbije weken uiteraard niet slecht.
Stefan Deloose: “De voorbereiding naar de wedstrijd toe is normaal verlopen. De keuze van de trainer zorgde niet voor een vervelend gevoel tussen mij en Figys. We werken goed samen. Er zijn vier doelmannen in Boom en samen met de keeperstrainer vormen we een groepje op onszelf. Dat loopt prima. Iedereen schiet goed met elkaar op. Ik ben niet speciaal op Figys toegestapt om over de situatie
te praten. Dat leek me niet nodig. De coach beslist en dat is het dan.” Over naar de wedstrijd op La Louvière dan. Die had een vierde zege op rij kunnen opleveren.
“Dat heeft er zeker ingezeten, want in het laatste kwartier zat La Louvière er een beetje door en kregen we kans op kans om er nog 3-4 van te maken. Maar we moeten ook kunnen toegeven dat we een matige eerste helft speelden en het geluk hadden dat Laureys op slag van rust uit het niets voor 2-1 zorgde. Als die goal niet was gevallen, dan zou het een zeer lastige tweede helft geworden zijn.”
Met tien op twaalf hebben jullie alvast een fraaie remonte ingezet. “Ik denk dat we nu staan waar we altijd al hoopten te staan.
Het is wel sneller gegaan dan verwacht. Als je met nul op negen aan het seizoen begint, is het straf dat je na zeven matchen al op een gedeelde zesde plaats staat. Het is onze verdienste dat we na die zwakke start teruggeknokt hebben, maar de onderlinge verschillen blijven klein. We zullen elke week tot aan het gaatje moeten gaan om punten te pakken.”