Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Orban verliest Boedapest
Een verkiezingsoverwinning die “het Waterloo van Fidesz” inluidt. Zo omschreef een prominent lid van de Hongaarse oppositie de resultaten van de lokale verkiezingen van zondag.
Jaren van verdeeldheid maakten linkse en liberale oppositiepartijen kansloos tegen de nationaal-populistische regeringspartij Fidesz van premier Viktor Orban. Terwijl zij onderling kibbelden, speelde Fidesz niet alleen haar greep op publieke en commerciële media ten volle uit, maar herschreef de partij ook de kieswet in haar eigen voordeel: vooral bij nationale verkiezingen speelde dat de oppositie parten.
Maar zondag behaalde een gezamenlijk anti-regeringsfront een reeks overwinningen in belangrijke steden. De belangrijkste van allemaal was de hoofdstad Boedapest. Daar versloeg oppositiekandidaat Gergely Karacsony de zittende Fidesz-burgemeester. Karacsony vergeleek zijn stad tijdens de campagne met Istanboel. Ook de Turkse metropool had de regering van president Recep Tayyip Erdogan, een “agressieve illiberale macht die op vele manieren lijkt op het regime van Orban”, een klap toegebracht door een oppositiekandidaat als burgemeester te kiezen.
Orban zelf reageerde zondagavond al onderkoeld. “We nemen akte van deze beslissing”, zei hij over de nederlaag in Boedapest, “en staan klaar om samen te werken.” Een bepalend campagnemoment was het seksschandaal rond de Fidesz-burgemeester van de noordwestelijke stad Gyor, Zsolt Borkai. Een anonieme blogger bracht iets meer dan een week voor de verkiezingen foto’s en een video naar buiten waarop te zien was hoe Borkai op een jacht op de Adriatische Zee omgeven was door schaars geklede vrouwen en met een van hen seks had.