Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Natuurlijk weten jullie niets van onrust in Irak, de regering sloot er het internet af”
Vluchtelinge die nu in Turnhout woont reageert op onrustige toestand in haar thuisland
In de Iraakse hoofdstad Bagdad is het al dagenlang onrustig. Er wordt geschoten op de demonstranten en er zijn al tientallen doden gevallen. Fatimah Al-Algaoosch woont in Turnhout en probeert zich met de weinige informatie die nog doorsijpelt een beeld te vormen van de toestand in haar thuisland. “Ik eet en slaap slecht. Wat ik zie en hoor, is erg verontrustend.”
Fatimah is 24. Bijna drie jaar geleden verliet ze de Iraakse hoofdstad Bagdad en vluchtte ze met haar man naar België. “We waren er niet meer veilig. We voelden ons opgejaagd. De familie van mijn echtgenoot is bekend in Irak. Ze werkte samen met de regering van Saddam Hoessein. Mijn man is politiek activist. Hij schrijft artikels voor Al Jazeera.”
Fatimah doet haar verhaal in uitstekend Nederlands. Soms moet ze zoeken naar een woord of staan de woorden niet allemaal op de juiste plaats in de zin, maar ze trekt zich goed uit de slag. Ze kwamen in België terecht omdat ze een landgenoot kennen die ook in dit land woont. Ze studeert, nadat ze taallessen had gevolgd, architectuur bij Thomas More-KU Leuven en is er trots op dat ze het eerste jaar met vrucht heeft afgerond. “Ik moet dubbel zo hard studeren, omdat ik alles eerst nog in mijn moedertaal omzet. Van de 102 studenten die met de studie zijn begonnen, zitten er nu 55 in het tweede jaar. Ik ben een van hen. Ik was geslaagd voor alle vakken.”
Inburgering
De Iraakse sluit zich niet op. Ze is lid van een fotoclub in Turnhout en van Amnesty International, en houdt contact met haar inburgeringscoaches, een gezin uit Turnhout. “We zijn vrienden geworden. Ze komen hier wel eens Arabisch eten, en wij leren bij hen de Belgische keuken kennen. Toch blijft het moeilijk om contact te maken met de mensen in dit land, in deze stad. Twee jaar geleden hadden we hier helemaal geen vrienden of contacten, maar die zijn wel belangrijk om de taal te leren. Nu lukt het wel, maar ik blijf bang voor het isolement. Ik wil niet alleen thuis zitten.”
De huidige situatie in Bagdad versterkt nog die angst. “Er is een nieuwe revolutie op handen”, zegt Fatimah. “Het leek bijna rustig, of misschien waren we aan het geweld gewend geraakt. Maar nu loopt de toestand er weer uit de hand. Er is vaak geen elektriciteit, water wordt schaars, mensen vinden geen job meer. Ze komen de straat op om te protesteren. Veel vernemen we daarover niet in Europa, want de regering sluit het internet af. Ze waakt erover dat alleen goedgekeurde beelden worden verspreid. Af en toe staat de internetpoort open voor toespraken van de president. Daarvan maken gewone Irakezen gebruik om toch wat nieuws en beelden door te sturen.”
Sluipschutters
Die beelden zijn vaak erg expliciet. Ze tonen demonstranten die door sluipschutters worden neergemaaid. Die snipers zijn volgens Fatimah leden van Iraanse milities. “Je hoort de demonstranten ‘Iran, ga weg’ roepen. Die sluipschutters liggen op de daken van gebouwen en schieten op iedereen die de Iraakse vlag toont. De toestand is nog dramatischer dan toen Daesh (IS, red.) er actief was. Mensen worden met tientallen tegelijk doodgeschoten. Er zouden de voorbije dagen al meer dan tweehonderd demonstranten zijn gedood. Het zijn niet langer soennieten en sjiieten die tegenover elkaar staan. Ze komen zelfs samen op straat, tegen de regering, want beide bevolkingsgroepen lijden honger.”
Fatimah is erg ongerust. Vooral omdat ze nauwelijks nog contact kan maken met haar familie in Bagdad. “Ik zou willen weten hoe ze het stellen, maar ik heb al wekenlang niets meer van hen vernomen. Ik ben blij dat ik in Turnhout woon, een stad waarin ik in alle vrijheid kan doen wat ik wil, maar mijn familie is ginder. Ik slaap en eet slecht, omdat dit me zo verontrust. In Europa weet haast niemand hoe verschrikkelijk de toestand in Irak op dit ogenblik is, en ik denk ook niet dat iemand ervan wakker ligt.”
Of de toestand er ooit normaliseert en wanneer, dat is een grote vraag. Maar Fatimah ziet zichzelf niet terugkeren. Ook haar man studeert in ons land. Hij doctoreert in de richting architectuur. Ze hopen hier hun toekomst uit te bouwen. “Het is voor ons quasi onmogelijk om terug te keren. De ouders van mijn echtgenoot zijn vermoord. Al hun eigendommen zijn geconfisqueerd. We zijn er niet meer welkom.”