Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Vriendschap te koop
Veel volk dinsdagavond voor de presentatie van het Friendshipproject op ’t Eilandje. Het gaat hier om het grootste bouwplan in de wijk. Bouwpromotor Cores haalde alles uit de kast om gunstig over te komen. Dat lukte vrij aardig. In zijn geheel gaf het project een weloverwogen indruk. Het kwam er na een wedstrijd waaraan vijf internationale bureaus deelnamen. Een Antwerps bureau won. Op de ruimte die nu wordt ingenomen door tankstation Total, een troosteloze parking en een afgeleefde Chiquita Building zullen uiteindelijk minstens 250 woningen en appartementen verrijzen. Geen vijfhonderd dus, zoals we eerder schreven. En ja, er zal asbest in het af te breken gebouw zitten, maar Cores verwees naar het eerder afgebroken douanegebouw op ’t Eilandje, waar ze dit proper oplosten.
Voor het Friendship-project werd niet gekozen voor een aaneengesloten blok, maar voor een aantal losser van elkaar staande gebouwen. Daarbij is rekening gehouden met de hoogte van bestaande gebouwen en vooral van het MAS, en werd de invloed van wind, licht en schaduw bestudeerd. Geen haastwerk dus. Het zal trouwens nog tot 2022 duren voor er kan worden gebouwd. Voor dit project werd het fameuze ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) grondig gewijzigd. Dat dateert van zo lang geleden dat het enkel nog verouderde bouwopvattingen toelaat, zoals massief bouwen, aldus de bouwheer. Op zich valt voor versoepeling en herdenken van dat RUP veel te zeggen. Het dateert uit een periode toen ’t Eilandje praktisch een no-gozone was, dokken sinistere plaatsen waren en het MAS, Red Star Line en het nieuwe Havenhuis zelfs in dromen niet bestonden. Dat het RUP blijkbaar op aanvraag kan worden gewijzigd, is op zichzelf goed nieuws. Bijvoorbeeld voor diegenen die ijveren voor het behoud van de hangars rond het Kattendijkdok. Tot nog toe werd door het stadsbestuur altijd gewezen naar dat RUP om ook hier verregaande bouwplannen te rechtvaardigen. Of om een miniem driehoekje gras aan de Londenstraat te verkopen aan de hoogste bieder voor 1,6 miljoen euro. Maar dat terzijde. Opvallendst aan het grootschalige project is dat aan de Rijnkaai nu twee torens gepland zijn die tot zestig meter hoog zouden kunnen rijzen. Wat, zo merkte een omwonende op, meteen een precedent zou scheppen aan de Scheldekaai, tot nog toe gevrijwaard van dergelijke torens. Uiteraard zal het nieuwe project een verbetering inhouden tegenover de huidige verwaarlozing van het terrein. Maar ook hier kwam het knelpunt naar voren dat telkens weer opduikt bij dergelijke realisaties. Veel moeite en geld worden erin gestoken om toekomstige kopers te plezieren, maar schiet er ook iets over voor de wijk en de omwonenden? Daar kwam lang geen eenduidig antwoord op. Ja, er komt een grote binnentuin met bomen en planten. Enkele omwonenden ventileerden hun wens dat die groene plek zou worden opengesteld voor iedereen. Een ijdele hoop. De realiteit, weg van de mooie tekeningen, bewijst steevast dat dit niet gebeurt. Wie dure centen heeft neergeteld, wil ook de tuin privé houden. De vragen hierrond kwamen bij de – voorkomende – bouwheer terecht. Eigenlijk ten onrechte, in essentie is de zorg voor de wijk en de omwonenden een zaak voor de stad. Daarvoor moet dan in de richting van de stadsbouwmeester en Vespa worden gekeken, beide nauw betrokken bij dit project. Geen kwaad woord over de stadsbouwmeester, hij was er niet. De verantwoordelijke dame van Vespa wel. Zij kwam niet verder dan beschouwingen met een hoog brochuregehalte en had geen enkel concreet antwoord. Of het niet de taak van de stad was om bij de planning te eisen dat ook de omwonenden en de wijk konden delen in een dergelijke grote vernieuwing? Had Vespa niet van bij de aanvang een stuk(je) openbaar domein kunnen vrijwaren? De dame bleef rondjes draaien. Niet echt goed voor het kweken van friendship.