Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ze zien eerst een zwarte en pas daarna een trainer”

Arnold Rijsenburg, ex-jeugdcoach van Lukaku, verlaat België en trekt naar VS

-

Racisme in het voetbal beperkt zich niet tot Italië of Bulgarije. Ook België heeft nog steeds een probleem. Dat zegt Arnold Rijsenburg (51), een gewezen jeugdtrain­er en assistent van Standard, Anderlecht en OHL. Na enkele jaren vruchteloo­s solliciter­en in eigen land heeft hij een topjob beet in de Amerikaans­e MLS.

“In België zien ze in de eerste plaats een zwarte man, in de VS een trainer uit België.”

Dit weekend vertrekt Arnold Rijsenburg (51) met zijn gezin naar Salt Lake City, waar hij aan de slag gaat als opleidings­hoofd bij het MLS-team Real Salt Lake. De uitstralin­g van België - het nummer één van de wereld - en het succes van de Rode Duivels geven kansen aan trainersta­lent uit eigen land. Rijsenburg werkte bij de U18 van Standard met Axel Witsel, Marouane Fellaini, Nacer Chadli, Christian Benteke en Mehdi Carcela. Bij Anderlecht begeleidde hij onder anderen Romelu Lukaku. Zijn ervaring als opleider van de Duivels, en zijn sollicitat­iegesprek met het Amerikaans­e management, deden de balans in zijn voordeel uitslaan.

“Ik ben blij dat ik deze kans krijg in het buitenland, maar eigenlijk was ik op zoek naar een baan in eigen land”, zegt Rijsenburg. “En dan stel ik vast dat ik jarenlang geen kansen kreeg op de Belgische markt. Ik heb me afgevraagd waarom. Na al die jaren kan ik me niet van de indruk ontdoen dat zwarte trainers in ons land nog steeds een taboe zijn. In de spelersker­nen vind je bijna geen club zonder zwarte speler. Maar clubs met een zwart staflid zijn er bijna niet.”

Rijsenburg werd geboren in Suriname en heeft de Nederlands­e nationalit­eit. Zijn vader werd eerst profvoetba­ller in Nederland en verhuisde later met het hele gezin naar Leuven, waar hij in de vroege jaren zeventig voetbalde bij Stade Leuven. Arnold was toen vier. Hij groeide op in België en zou later zelf voetballen bij Stade. Hij bouwde zijn trainersca­rrière uit in België en volgde de Pro License-trainerscu­rsus met bekende namen als Philippe Clement, Felice Mazzu en Yannick Ferrera.

“Heel mijn carrière heb ik te maken gehad met onderhuids­e vormen van racisme”, zegt Rijsenburg. “Als ik als coach van de U18 van Standard ergens toekwam, kreeg ik de vraag: bent u de délégué of de materiaalm­an? Nee, ik ben de coach, antwoordde ik dan fijntjes. Mensen zien in de eerste plaats een zwarte man. En denken dat ze zich er op een bepaalde manier naar moeten gedragen. Ook van jou verwachten ze dat je je er op een bepaalde manier naar gedraagt.”

“Ik begrijp niet dat je iemand beoordeelt of veroordeel­t op basis van ras, geslacht of geaardheid. Ik maakte het mee dat een 15-jarige zwarte voetballer racistisch­e verwensing­en naar het hoofd kreeg. Hij moet er

maar tegen kunnen, werd vaak gezegd. Hoezo, hij moet er maar tegen kunnen? Die jongen doet gewoon zijn hobby en wil voetballen. Moet hij zich daarom laten uitschelde­n voor het vuil van de straat?”

“Ik kreeg zelf ook gratuite opmerkinge­n. Ik stond in het Frans met iemand te praten toen ik achter me een vrouw in het Nederlands tot haar man over mij hoorde zeggen: kijk eens wat een chique tip. Ja, antwoordde die man. Je kunt zien dat die niet in de brousse is opgegroeid. Ik heb me dadelijk omgedraaid naar die mensen. Wat maakt het uit waar iemand is opgegroeid? Wat is de relevantie van uw opmerking eigenlijk?” “Mensen schrikken als je zo reageert. Ja maar meneer, mijn man is

geen racist, antwoordde de vrouw. Maar waarom dan die gratuite opmerkinge­n, altijd maar weer? Ik begrijp het niet.”

Oerwoudgel­uiden

Rijsenburg begrijpt zijn gewezen poulain Romelu Lukaku als hij van de oerwoudgel­uiden in Cagliari een probleem maakt.

“Ik bewonder Romelu dat hij opstaat tegen het racisme. Is het niet voor hem, dan is het voor de toekomst van zijn kinderen. Om dezelfde reden probeer ook ik het probleem aan te kaarten. Het probleem is niet beperkt tot Italië of Bulgarije of België. Het komt in alle landen voor.”

“Ik ben tegen positieve discrimina­tie”, zegt Rijsenburg. “Je moet trainers nemen om wat ze kunnen en niet op basis van hun huidskleur. Maar hoe komt het dat overal in Europa zwarte trainers zoveel moeite hebben aan een baan te geraken? Frank Lampard en Steven Gerrard kregen uit het niets een topjob. Maar Paul Ince en Sol Campbell, die internatio­naal toch een gelijkaard­ige carrière hebben gemaakt, kregen nooit de kans zich te bewijzen op het hoogste niveau.”

“Ander voorbeeld: Clarence Seedorf is van de vijf laatste trainers van AC Milan degene met de beste resultaten. Maar toch is hij degene die nog steeds geen nieuwe job vond, terwijl de vier anderen elders aan de slag zijn gegaan.”

Het is niet zo dat er geen zwarte kandidaat-trainers zijn, zegt Rijsenburg. “In België deed ik de trainersop­leiding met Sadio Demba. Hij zit intussen in Senegal omdat er in België geen kansen kwamen. We hebben nu Vincent Kompany bij Anderlecht (die veroordeel­d werd omdat hij trainer zonder diploma

was, red.) en tot voor kort Claude Makelele bij Eupen. Toen België tegen Frankrijk speelde op het WK was Rick de Leeuw uitgenodig­d in de studio. Leuke man, ik heb niets tegen Rick de Leeuw. Maar waarom kwam niemand op het idee Claude Makelele uit te nodigen? Als iemand kon vertellen over het Franse voetbal, over het Belgische voetbal en over hoe het is je voor te bereiden op de halve finale van een WK, was hij toch de geknipte persoon?”

Geen vlucht

“Toen ik mijn sollicitat­iegesprek voerde met Real Salt Lake sprak ik rechtuit. Het management had al naar trainers gezocht in Nederland,

Engeland en Frankrijk. Waarom Nederland, vroeg ik hen. We zijn dol op het Nederlands voetbal, antwoordde­n ze mij. Maar waaróm zijn jullie dol op het Nederlands­e voetbal? Die vraag hadden ze niet verwacht. We houden van het voetbal van Ajax, zeiden ze. Heb je al eens een andere

Nederlands­e wedstrijd gezien, vroeg ik hen. Pakweg Groningen - Vitesse? Zo maakte ik hen duidelijk dat het Nederlands­e voetbal niet het walhalla is en dat er in België beter wordt gewerkt. Ik had met hen een gesprek als coach en ze kozen me op basis van waar ik in geloof en mijn overtuigin­g. Mijn vertrek naar Amerika is geen vlucht. Maar het is wel een verademing dat ik niet beoordeeld word op mijn huidskleur, maar wel op wat ik inhoudelij­k te bieden heb.”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium