Het akkoord in drie punten

Noord-Ierland blijft voor het goederenverkeer in de Europese binnenmarkt

met haar regels. Goederen die vanuit Groot-Brittannië Noord-Ierland binnenkomen, worden bij binnenkomst in de Noord-Ierse havens gecontroleerd. Er komen geen controles aan de landsgrenzen tussen Ierland en Noord-Ierland, maar dus wel de door de unionisten afgewezen ‘grens door de Ierse Zee’.

Noord-Ierland is en blijft deel van de Britse douane-unie.

Daardoor zit het straks ook in de nieuwe handelsakkoorden die het VK wil sluiten. Maar tegelijk blijft het een toegangspunt tot de EU. Voor goederen die mogelijk naar Europa gaan, gelden de EUtarieven. Voor goederen die in Noord-Ierland blijven, gelden die niet. In de praktijk betekent dat dat alle goederen gecontroleerd moeten worden. Er komt ook een speciale regeling voor de btw, een van de laatste juridische struikelblokken. In Noord-Ierland zouden de btw-tarieven meer op die van Ierland gericht zijn, al is ook dat voor de unionisten een brug te ver.

Stormont, het Noord-Ierse parlement, mag na vier jaar stemmen over de regeling.

Dat zou gebeuren met een gewone meerderheid. Daardoor kan de DUP het akkoord niet eenzijdig opzeggen, meteen een van de redenen waarom ze het al afwezen. De partij vindt de stemming strijdig met het Goede Vrijdagakkoord waarin vastgelegd werd dat de twee NoordIerse gemeenschappen, nationalisten en unionisten, een vetorecht hebben.