Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Even Giuliani bellen

- Wim Daeninck

Sorry voor het storen, meneer Giuliani, maar ik heb een man uit België aan de lijn voor u. Ik heb geprobeerd om hem af te schepen, maar hij is nogal volhardend. Hij wil uw advies. ’t Is een zakenman en politicus.” “Hell yeah, waarom ook niet. Zakenman én politicus, dat zijn de interessan­tste. Schakel maar door.”

“Hello, mister Giuliani?”

“Speaking. En wie mag jij wel zijn?” “Descheemae­cker. Marc Descheemae­cker.”

“Desk A Maker? Nooit van gehoord. Maar vertel, wat kan ik voor je

doen?”

“Ik zit met een vervelende kwestie, meneer Giuliani. Ik heb, laten we zeggen, een paar onheuse dingen gezegd over een politiek tegenstand­er. Een socialist”.

“Yuk!”

“Inderdaad. Maar nu heeft de rechtbank in al haar dwaasheid geoordeeld dat hem niks ergs te verwijten valt. Dat zou wel eens als een boomerang terug bij mij kunnen komen. En aangezien uw gekonkel tegen Joe Biden in de Oekraïne-kwestie zopas in uw gezicht is ontploft, dacht ik: ik bel even met de adviseur van Trump om wat goede raad.”

“Hmm, ik volg uiteraard de situatie in dat hell hole van jullie niet op de voet, maar heb je je gehouden aan stelregel 1?”

“Geen idee. Wat zegt die regel?”

“Als journalist­en je vragen waarom je iets hebt gezegd, zeg dan dat je het niet echt zelf hebt gezegd, maar zeg dat je gezegd hebt van wat je van horen zeggen hebt. Of lieg gewoon tot je zwart ziet, dat kan ook. En was er seks in het spel?”

“Pardon?”

“Seks, ja. Die affaire van dat zwijggeld van mijn president aan prostituee Stormy Daniels, dat was een godsgesche­nk. Daarover heb ik zoveel mist gespoten dat op het eind niemand nog wist hoe de vork nu precies aan de steel zat. Een van mijn betere, mag ik wel zeggen. Dus: was er een vrouw in het spel?”

“Mja, toch wel.”

“Een prostituee?”

“Nee, een minister”.

“Nog beter!”

“En dat hebben we dan op het juiste moment gelost. Enfin, ik niet natuurlijk. Ik zou zoiets nooit doen.”

“Dat is de juiste spirit, vriend! Het juiste lek op het juiste moment kan dodelijk zijn. Geen karaktermo­ord zonder. En dan komen we bij stelregel 2: ontken altijd formeel wat je informeel hebt gezegd en zaai zoveel als mogelijk verwarring. Is dat gelukt?”

“Ik denk het wel.”

“Prima. Ik leid daaruit af dat je een hele zwik medewerker­s moet hebben. Ik betaal me blauw aan die jongens. Jammer dat er nu twee de doos zijn ingevlogen.”

“Nee, ik heb echt niemand. Nu ja, wat voormalige gemeenscha­ppelijke collega’s, dat wel. En een paar vruchtbare contacten bij het parket en de pers.”

“Dat lijkt me dan dik in orde, vriend. En als het echt fout dreigt te lopen, kun je je nog altijd beroepen op je verwezenli­jkingen. Toevallig heb ik er als burgemeest­er wel voor gezorgd dat New York werd opgekuist. Wat staat er zoal op jouw palmares?”

“Ik was baas van de NMBS, Brussels Airport en De Lijn.” “Oei!”

Tuut, tuut, tuut….

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium