Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Jan Van Den Bergh (ex-Beerschot): “Plots kon ik niet meer praten en waren mijn armen verlamd”
Gent-verdediger JAN VAN DEN BERGH (ex-Beerschot) kan eindelijk vrijuit voetballen na zwaar hoofdletsel
Eind maart werd centrale verdediger Jan Van Den Bergh (25) voorgesteld bij AA Gent, hij maakte de overstap van Beerschot. Maar een onschuldig luchtduel met Igor De Camargo resulteerde in een nachtmerrie, waarbij Van Den Bergh meer dan vijf maanden moest herstellen van een ernstig hoofdletsel. Twee schedelboringen later lonkt nu toch alweer een eerste selectie bij de Buffalo’s.
Wat liep er precies fout tijdens die laatste weken van je periode bij Beerschot Wilrijk?
“Alle ellende begon tijdens de finalewedstrijd tegen KV Mechelen toen ik hard in botsing kwam met Igor De Camargo. De clubarts stelde me tijdens de pauze nog gerust: Het is slechts een suiker- of cafeïnedip. Maar ook nadat ik wat suikers en cafeïne had ingenomen, bleef ik last hebben van evenwichtsproblemen en een wazig zicht. En tot overmaat van ramp pakte ik rond het uur ook nog eens mijn tweede gele kaart.”
Maar toen moesten de grootste problemen nog beginnen.
“Inderdaad, enkele weken later kwam ik tegen KV Oostende weer in botsing, deze keer met Tom De Sutter. En weer voelde ik me meteen duizelig en kampte ik met felle hoofdpijn. Eerst dachten we aan een hersenschudding, maar toen we bij de neuroloog langsgingen, kreeg ik te horen dat ik er zich na die eerste botsing een bloedprop had gevormd in mijn hersenen. Dat had men eerder niet vastgesteld. Voetballen was dan ook voor een poosje uit den boze. Maar begin mei – we woonden toen zelfs al in Gent – werd ik op een nacht wakker. Ik kon niet meer praten en had geen gevoel meer in mijn handen. Mijn armen waren ook verlamd. Heel heftig allemaal.”
En toen ging je ook effectief onder het mes in het UZ van Gent.
“Eerst lag ik wel nog vijf dagen op de afdeling voor intensieve zorgen en na mijn ingreep – er werd een schedelboring uitgevoerd – moest ik nog vijf dagen op intensieve zorgen verblijven. Die eerste weken kampte ik met felle hoofdpijn, maar ik kreeg wel al voor die ingreep de garantie dat ik opnieuw zou kunnen voetballen. Een hele opluchting, ook al heeft het herstel uiteindelijk langer geduurd dan voorzien.”
Hoe beleefde je die herstelperiode?
“Het was de eerste keer in zeven jaar dat ik een ernstige blessure opliep. Toen ging het om een meniscusletsel. Maar dit was toch een ingreep waarbij men minder makkelijk kan voorspellen wanneer je opnieuw wedstrijdfit bent. Gedurende de eerste drie maanden waren luchtduels of oefenvormen waarbij er risico was op een hard contact zelfs helemaal uit den boze. En dat was heel vervelend, omdat ik me toch wilde manifesteren bij mijn nieuwe club.”
Op wie kon je zoal rekenen tijdens die moeilijke momenten?
“Natuurlijk is er de steun van je familie en vrienden, maar ik was ook enorm gecharmeerd door het bezoek van Peter Verbeke (sportmanager AA Gent, red) in het ziekenhuis. Ook Gertjan De Mets en Tom Van Hyfte – twee ex-collega’s bij Beerschot – kwamen me een hart onder de riem steken. En dat doet écht deugd. Maar ook toen ik al opnieuw aan het trainen was, bleef ik de steun genieten van de trainers, de medische staf en het clubbestuur. Daar blijf ik hen eeuwig dankbaar voor.”
Wat zijn je ambities voor de rest van dit seizoen? De concurrentie is alvast niet min.
“Ik wil in de eerste plaats zo snel mogelijk een plekje in de wedstrijdselectie veroveren, dat zou al heel mooi zijn. Maar ik ben realistisch: de plaatsjes zijn heel duur bij AA Gent en het niveau op training is indrukwekkend. Anderzijds ben ik ook best wel polyvalent: ik kan zowel centraal als op de linksachterpositie uit de voeten. Zowel bij Heist als Beerschot speelde ik heel vaak als linksback. Maar ik ben nu in de eerste plaats heel gelukkig dat ik eindelijk weer zo goed als honderd procent fit ben. Zo kon ik de laatste weken drie duels afwerken: eerst de oefenmatch tegen Zulte Waregem, nadien het duel met de beloften in Anderlecht en vorige week speelde ik ook nog eens negentig minuten tegen Oostende.”
Heb je dan geen schrik? Of ga je al opnieuw onvervaard in duels?
“Je mag niet te veel nadenken. Ik kreeg ook de garantie dat ik evenveel risico heb om nog eens een gelijkaardige blessure op te lopen als elke andere speler. Eerst had ik soms nog wat last van mijn coördinatievermogen in duels, maar nu voel ik me eindelijk weer kiplekker. Eenmaal ik verlost was van die vervelende helm, ging ik meteen weer voluit in elk duel. Ik voel me opnieuw profvoetballer en dat is een heerlijk gevoel.”