Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Seefhoek heeft nu meanderend museum van zeven kilometer
Averechts Architecten pleit voor samenraapsel van leegstaande panden, garages, ruimtes… als museum door volkswijk
Een museum hoeft niet per se één gebouw te zijn, vindt Eilien Neumann (27). Het kan ook een samenraapsel van ruimtes zijn in een wijk: leegstaande panden, schuren, koterijen, parkeergarages,... Zo ontstond het idee van een ‘meanderend museum’. Een museum dat slingert door de straten van de Seefhoek.
Vandaag werkt Eilien Neumann bij het Antwerpse bureau Averechts Architecten. Haar ‘Meanderend Museum’ is een idee dat ze uittekende voor haar eindproef aan de Academie voor Bouwkunst in Rotterdam. “Of het ook echt zal worden uitgevoerd? Dat hopen we”, zegt haar collega-architect Bart Favoreel. “We bekijken nog hoe en bij wie we daarvoor moeten aankloppen.”
Hoe ze tot haar Meanderend Museum is gekomen? “Kunst vertelt vaak een verhaal, maar steek je kunst in een doorsnee museum, in een witte doos, dan komt dat verhaal vaak niet ten volle tot zijn recht. Door gebruik te maken van bestaande gebouwen en bestaande ruimtes die hiervoor specifiek worden uitgekozen, lukt dat veel beter. En daarbij plaats je ook de schoonheid van die ruimtes in de schijnwerpers”, legt Eilien uit.
“Met behulp van kleine ingrepen, blaas je die plaatsen nieuw leven in. Je geeft ook telkens iets terug aan de wijk: je waardeert de ruimte op, zorgt voor een nieuwe ontmoetingsplek, geeft lokale kunstenaars een platform,…”
En dan is de Seefhoek een ideale wijk om zo’n museum uit te rollen. “Want je hebt hier te maken met een erg verdichte wijk. Amper één op de acht bewoners heeft hier buitenruimte. Het lijkt me interessant om de ‘binnenwereld’ achter de be
Eilien Neumann
Averechts Architecten
“Kunst vertelt vaak een verhaal, maar steek je kunst in een doorsnee museum, in een witte doos, dan komt dat verhaal vaak niet ten volle tot zijn recht.”
Bart Favoreel
Averechts Architecten
“Buurtbewoners kunnen rondleidingen geven en vertellen over de kunstwerken én over hun wijk.”
staande woningen, die vaak helemaal volgebouwd is met koterijen, meer toegankelijk te maken.”
En dus ging ze op ontdekking, pluisde ze de wijk uit en bracht die in kaart. Het resultaat is een route van zeven kilometer lang met 22 museum-locaties, te beginnen bij het atelier van schilder Sam Dillemans in de Eggestraat, via de parkeergarage My Park in de Somméstraat, een ongebruikt metrostation in de Lange Kongostraat, het Stuivenbergziekenhuis, een oude zelfwasserette, een openbaar toilet in premetro Handel, een oude elektriciteitscentrale, een garage in de Klamperstraat en de Sint-Amanduskerk. Eindigen doet haar route in het atelier van de zopas overleden kunstenaar Panamarenko.
“Je zou die route kunnen markeren in het straatbeeld, zoals je een wandelpad markeert”, legt Eilien uit. Voor haar eindwerk maakte ze gebruik van de kunstwerken uit de Belfius Art Collection. Ter illustratie photoshopte ze die werken in de verschillende ruimtes. “Maar in de realiteit kan je natuurlijk evengoed met lokale kunstenaars samenwerken. En het zou ook goed zijn mochten de bewoners uit de wijk betrokken worden bij dit verhaal.” “Zij kunnen bijvoorbeeld rondleidingen geven”, vult Bart Favoreel aan. “Ze kunnen dan vertellen over de kunstwerken, maar ook over hun wijk. Dat geeft meteen een extra gelaagdheid.”
Motor voor een wijk
Vandaag heb je al een gelijkaardig initiatief in New York. “Het Dia Art Museum. Ook dat museum is verspreid over de stad. Een privé-investeerder zette er zijn schouders mee onder”, zegt Eilien.
“Eigenlijk is dit een heel actueel idee in die zin dat het inspeelt op de huidige discussie rond de subsidies voor de kunsten. Want musea kosten een fortuin, terwijl daar amper op bespaard wordt. Een museum zoals wij dat zien, is financieel veel haalbaarder. Je past de ruimtes maar in beperkte mate aan. Bovendien fungeert zo’n ‘meanderend museum’ als motor voor een wijk. Het maakt verborgen parels bekend bij het brede publiek. En is een ruimte niet langer beschikbaar, dan trekt het museum gewoon verder.”