Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Grootste uitdaging: personeel aan boord houden
Werkgevers vrezen voor verlies van beste werkkrachten
Meer dan zes op de tien bedrijven vrezen komend jaar dat ze hun beste krachten niet aan boord zullen kunnen houden. Meer nog dan het juiste personeel vinden is de goede mensen houden dus de grootste bezorgdheid van werkgevers. “En gewoon opslag geven is niet de oplossing”, zegt Nele Ronsmans van Acerta.
Dé uitdaging voor 2020 voor werkgevers: personeel houden. Dat blijkt uit een bevraging van hrdienstverlener Acerta bij een 120tal bedrijven. “Zeven op de tien mensen die de enquête invulden, zetten retentie in hun top drie van uitdagingen voor volgend jaar”, zegt Nele Ronsmans van Acerta. “De instroom van nieuwe medewerkers staat op twee, met 46%.”
Retentie, dat is de mate waarin je je personeel aan je bedrijf gebonden kunt houden. Bedrijven vrezen dus dat de beste werknemers weggeplukt zullen worden door de concurrentie. “Er is nog altijd krapte op de arbeidsmarkt, dus er woedt een
war for talent”, zegt Ronsmans. “Werkgevers gaan er ook nog altijd van uit dat de tewerkstelling in 2020 op peil zal blijven. De krapte zal blijven, de strijd om goed personeel dus ook.”
Aderlating
De vrees dat de beste krachten gaan vertrekken geldt bij alle bedrijven en in alle sectoren, zegt Ronsmans. Maar bijvoorbeeld bij ingenieurs is het probleem extra prangend.
“Er zijn schattingen dat er op dit moment vier- tot vijfduizend ingenieurs te weinig zijn om alle jobs ingevuld te krijgen”, zegt Nancy Vercammen van ingenieursvereniging ie-net. “Je goede mensen aan boord houden is bij ons dus zéker een grote bezorgdheid, vooral bij kleine bedrijven. Als je met vijf man werkt in een kmo en één iemand verlaat het bedrijf, dan is dat een aderlating.”
Hoe kun je dat jobhoppen stoppen? Gewoon door een fikse opslag te geven? “Zo simpel ligt het niet”, zegt Ronsmans. “Het financiële speelt zeker een rol, maar staat niet op plaats één bij doorslaggevende factoren.”
Honkvast
“Dat zien we bij jonge ingenieurs ook”, zegt Vercammen. “Bij hen speelt vooral het vooruitzicht dat je later zult kunnen doorgroeien binnen het bedrijf, de mogelijkheid om bij te leren en opleidingen te volgen, en bijvoorbeeld ook het mobiliteitsprobleem. Hoe flexibel is je werkgever om thuis te werken, zijn er satellietkantoren dichter bij huis waar je kan werken? Dat zijn allemaal dingen die zeker ook meespelen. Het loon is maar een van de vele factoren in dat rijtje.”
Volgens Vercammen verandert een op de vier jonge ingenieurs binnen de eerste twee jaar van job. Of dat in andere sectoren ook zo is, is nog maar de vraag. Uit veel ander onderzoek blijkt dat de Vlaming net heel honkvast is en dus helemaal niet zo makkelijk verandert van job. Misschien is er wel te véél retentie?
“Je personeel koste wat het kost aan boord houden mag geen doel op zich zijn’, zegt Ronsmans. “Het wil ook niet zeggen dat iedereen heel zijn carrière hetzelfde werk moet doen. Veranderen van functie en van jobinhoud is wel degelijk belangrijk. Het is net een van de redenen om mensen aan boord te houden: het vooruitzicht dat je er nieuwe taken kunt bijkrijgen, dat je eens een andere rol krijgt. De wetenschap dat dat kán, is een belangrijke reden om bij een werkgever te blijven.”