Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Er kwam een abrupt einde aan onze familietraditie”
Dorien Aerts (39) uit Hasselt vierde als kind steevast oud op nieuw met haar gezin en grootouders in Antwerpen. In het Switelhotel was dat hun laatste keer. Na de brand lagen haar grootouders nog maandenlang in het Stuivenbergziekenhuis.
“Het was familietraditie bij ons”, vertelt Dorien. “Nieuwjaar vierden we steevast in Antwerpen, met mijn ouders, zusje, mamie en parrain – mijn grootouders aan moederskant. De overgang van 1994 naar 1995 vierden we voor het eerst in het Switelhotel, daar zouden we ook blijven slapen.” Dorien was toen 14, haar zus 11.
“Om de een of andere reden had mijn grootvader altijd de nood om bij een raam of bij een nooduitgang te willen zitten, en we hadden op voorhand zo’n tafel aangevraagd. Gelukkig zaten we aan de andere kant van de zaal dan waar het vuur begon. Plots zagen we vlammen, maar ik weet nog dat ik dacht: zou het dessertbuffet daar zijn? Tot ik de hitte in mijn gezicht voelde”, vertelt Dorien. “Dan weet je meteen: het is serieus, en hoef je niet verder na te denken. Dan lóóp je, in een reflex.”
Papa naar het toilet
“Het was, in een flits, een overrompeling. Iedereen liep onze richting uit, stoelen vielen omver, mensen zakten in mekaar, het was totale chaos. Maar mijn zusje en ik zijn elkaar niet uit het oog verloren. En buiten vonden we mama meteen. Buurtbewoners waren komen toesnellen en een gezin heeft zich over ons twee ontfermd en ons mee in huis genomen. Mijn mama moest immers terug, op zoek naar mijn grootouders en naar mijn papa. Die was naar het toilet toen de brand uitbrak en we wisten niet waar hij was …”
Schade vanbinnen
“Het duurde toch even voor iedereen elkaar terugvond”, zegt Dorien. “Een taxichauffeur heeft mijn grootouders meteen naar het Stuivenbergziekenhuis gebracht. Mijn grootvader zag er vanbuiten beter uit dan mijn grootmoeder, maar hij bleek vooral vanbinnen, in zijn luchtpijp en longen, verbrand te zijn.
Hij lag een hele tijd op intensieve zorgen, tot hij bij mijn grootmoeder op de kamer mocht. Samen hebben ze daar máánden gelegen. Elke week gingen we met de trein naar Antwerpen, bij hen op bezoek. Met grote dank aan het zorgpersoneel daar. We zijn daar allemaal fantastisch behandeld.”
Haar grootouders genazen, maar Switel bleef een heel gevoelig onderwerp. “Onze familietraditie is daar en toen abrupt gestopt”, zegt Dorien. Haar grootmoeder leeft nog, haar grootvader is intussen overleden.
Altijd nooduitgang zoeken
“Zelf heb ik er met mijn zusje wel altijd heel goed over kunnen praten”, zegt Dorien. “Hoe hard ook het besef is dat er mensen toen het leven hebben gelaten, we hebben er geen trauma aan overgehouden. Wat ik sindsdien wel steevast doe, als ik een zaal betreed, is checken waar de nooduitgangen zijn. Heel snel, bijna onbewust. Gewoon, voor de zekerheid.”