Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Confederal­isme is het enige dat België bijeen kan houden”

Vlaams ministerpr­esident Jan Jambon blikt terug op niet eens 20 jaar N-VA

- DIRK HENDRIKX

fed nig nk

Jan Jambon heeft vakantie als ministerpr­esident en hij ontvangt ons voor de gelegenhei­d nog eens als titelvoere­nd burgemeest­er in het oude gemeentehu­is van Brasschaat. “Ik ga ook nog even de zon opzoeken, in Zanzibar”, zegt hij. “In de zomer is dat er niet van gekomen.” Maar de rust is voor later, eerst moet de geschieden­is van de N-VA verteld.

Het is nogal een rit geweest voor jullie.

Ja, het is spectacula­ir wat we hebben meegemaakt, uniek in de Belgische geschieden­is, denk ik, dat een partij zo snel opgang maakt en in zo’n korte tijd zulke verantwoor­delijkhede­n krijgt. Niemand van ons had dat durven te dromen.

Peter De Roover, vroeger uw kompaan bij de Vlaamse Volksbeweg­ing, zei dat jullie daar veel over gemijmerd hebben: hoe de jonge flamingant­en van toen vandaag aan de top van de Vlaamse politiek staan.

Ja, wij waren in de jaren tachtig en negentig Vlaamse Bewegers pur sang. Bij de politici van toen moesten wij op de koffie gaan. Zoals bij Luc Van den Brande (CD&V), toenmalig minister-president. Die onderhield systematis­ch contacten met de Vlaamse beweging. Nooit heb ik op zijn kantoor gedacht dat ik ooit aan de andere kant van de tafel zou zitten.

Jullie reden rond in een klein autootje en probeerden journalist­en te spreken te krijgen.

Dat was nog in de jaren tachtig, met de Mazda 323 van mijn vrouw. Als er een paar journalist­en opdaagden op onze persconfer­enties was het al goed. Na afloop reden we dan naar de VRT om daar onze persmedede­ling te gaan afgeven, want die kwamen nooit. Ik denk dat het Warandeman­ifest eind jaren negentig, onderteken­d door mensen uit de Vlaamse Beweging én het zakenleven, een keerpunt is geweest.

Uw latere kabinetsch­ef Herman De Bode was daar bij als CEO van consultanc­ybedrijf McKinsey. Dat werd hem niet in dank afgenomen.

Er waren klanten die het daar moeilijk mee hadden. Hij is dan verkast naar McKinsey Saoedi-Arabië.

De N-VA is opgericht in 2001 na het uiteenvall­en van de VU. U had die partij al verlaten in 1988.

Wat bij mij de deur dichtdeed, was dat de VU in een regering zat die de faciliteit­en en Brussel als derde gewest betonneerd­e. Er kwam ook een financieri­ngswet die zeer nadelig was voor Vlaanderen. Peter en ik kregen het idee dat we misschien toch niet geknipt waren voor partijpoli­tiek. We vonden hen veel te toegeeflij­k.

Dan bent u jarenlang door de politieke woestijn getrokken.

Woestijn is te veel gezegd. We hebben de Vlaamse Beweging, die op sterven na dood was, weer opgebouwd.

Maar u zat er niet bij aan de keukentafe­l bij Bart De Wever thuis, toen de N-VA startte.

Ik was er niet direct bij betrokken, maar ik zag het wel gebeuren en ik ben snel lid geworden. Ik wist dat dit de partijpoli­tieke formatie was die de VU voor mij had moeten zijn: sociaal-economisch centrumrec­hts en radicaal Vlaams-nationaal. Ik kende die mensen ook: Bart De Wever, Ben Weyts, Geert Bourgeois … We hadden veel contacten via het overlegcen­trum van de Vlaamse Beweging. Bart De Wever kwam daar geregeld mee vergaderen als vertegenwo­ordiger van de studentenv­ereniging KVHV.

Bart De Wever is tien jaar jonger dan u. Viel hij meteen op?

Hij viel bij iedereen direct op zodra hij zijn mond opentrok. Maar het idee dat hij de zaken zo zou veranderen, dat was er nog niet, nee. We deelden toen het ongenoegen over de partijpoli­tiek. We beseften dat er nood was aan een ander politiek verlengstu­k.

Een eerste wapenfeit voor u was de oprichting van de N-VA in Brasschaat in 2005.

In Brasschaat had burgemeest­er Dirk de Kort (CD&V) het lastig met het Vlaams Belang en hij stelde voor dat ik met een N-VAafdeling zou beginnen en we in kartel zouden opkomen. Ook op Vlaams niveau zaten N-VA en CD&V in een kartel. Toen heb ik Bart gecontacte­erd. Hij vond het heel interessan­t dat ik in de politiek wilde stappen – met mijn bedrijfspr­ofiel – en hij wilde het dan al direct hebben over de Vlaamse verkiezing­en van 2007. Hij legde de bal in mijn kamp. Bart zei dat hij een klompje goud in handen had, maar dat nog de juiste mensen nodig waren.

De partij was nog klein.

Het was een scoutsgroe­p, zeg ik altijd. Allemaal pioniers die met veel overtuigin­g in een klein partijtje waren gestapt. Veel mensen kenden mekaar van tijdens hun studies. Dat liep door mekaar. Fons Duchateau en Koen Kennis waren er ook bij. Het waren amateurs, maar heel gemotiveer­d. Het was heel plezant.

Maar in 2003 leek het even of het al afgelopen was.

Alleen Geert raakte verkozen in het Vlaams Parlement. Bart niet – nog niet bijna: hij had in Antwerpen 3,5%, nog ver van de kiesdrempe­l van 5%. Dat was een domper. In 2004 werd dan een kartel gevormd met CD&V. Dat was eigenlijk wel een reddende hand, ja. Ik denk dat zij daar nog dikwijls aan hebben teruggedac­ht. Dat en de figuur van Bart De Wever hebben het verschil gemaakt.

In 2007 hebt u de overstap gemaakt, van directeur van BCC (Bank Card Company) naar de politiek.

Ik heb die beslissing bij mijn toenmalige echtgenote gelegd. Als je zoiets doet, moeten de mensen in je omgeving mee zijn. Pas op, ik was wel zeker dat ik een zetel zou krijgen in het parlement: ik was eerste opvolger voor Kris Peeters (CD&V) en die ging zo goed als zeker de Vlaamse regering in. Maar het bleef een sprong in het onbekende.

Was het financieel geen aderlating?

Niet zo. Ik was directeur van een kmo met enkele tientallen werknemers. Als parlements­lid en schepen kwam mijn inkomen in de buurt. Pas op, je moet dit kunnen verantwoor­den voor je gezin, daar moet je niet onnozel over doen. We hadden vier kinderen die nog aan het studeren waren.

Wat zeiden de collega’s?

De grootbanke­n waren de aandeelhou­ders van BCC. Ze hadden begrip, maar ze hebben geen valscherm aangereikt – dat ik na enkele jaren zou kunnen terugkeren – ook niet als ik dat ter sprake bracht. Het had toch snel gedaan kunnen zijn met zo’n kleine partij. Mijn vrouw toen was ook niet onmiddelli­jk enthousias­t, maar ze was wel even Vlaamsgezi­nd als ik. Uiteindeli­jk vond ze dat ik het moest doen.

De N-VA werd de grootste partij en u bent minister-president van Vlaanderen. Maar het communauta­ire ging in de ijskast in 2014 en de verkiezing­en in mei hebben jullie verloren.

Ja. Verkiezing­en verliezen is niet plezierig, zeker niet als je het nog nooit hebt meegemaakt. Een half jaar eerder hadden we in Brasschaat nog een absolute meerderhei­d gehaald. Dat er een correctie ging komen, wisten we, maar die is zwaarder uitgevalle­n dan gedacht. We hadden wel snel door dat we hefbomen in handen kregen. Op Vlaams niveau kon de regering niet zonder ons en kwam de leiding ons toe, op federaal niveau kregen we ook kaarten in handen.

Alleen de PS is incontourn­able.

Wiskundig ja. Maar politiek is een meerderhei­d aan Vlaamse kant niet mogelijk zonder ons. Als er partijen zijn die toch opteren voor een minderheid aan Vlaamse kant, dan is dat hun keuze.

Vlaams Belang was in twee recente peilingen een stuk groter dan de N-VA.

Ja, ze hebben een heel stuk teruggenom­en van wat ze aan ons verloren hebben in 2014. De kaarten liggen bijzonder gunstig voor Vlaams Belang. De politiek is niet in staat om een federale regering te vormen, Wallonië wil een andere richting uit dan Vlaanderen, mensen zijn daar misnoegd over en het Vlaams Belang kapitalise­ert daarop. En dan heeft het nog de luxe van te kunnen voorstelle­n wat het maar wil – klinkt het niet dan botst het. Vlaams Belang heeft toch niet de verantwoor­delijkheid om het uit te voeren.

Tom Van Grieken is een geduchte tegenstand­er.

Als je ontkent dat Vlaams Belang een geduchte tegenstand­er is, ontken je het licht van de zon.

Ik bedoelde dat Tom Van Grieken persoonlij­k succesvol is.

Hij doet dat goed, ja. Hij is een jonge, dynamische figuur die de partij op een goede manier heeft geleid.

U had er in de Vlaamse regering liever Vlaams Belang bij gehad.

De politieke geschieden­is in Vlaanderen van 2000 tot 2020 is snel samengevat: twintig jaar geleden bestond N-VA nog niet, tien jaar geleden werd ze de grootste partij en dat is zo gebleven. Behalve dan in de allerlaats­te peilingen, waarin Vlaams Belang hen weer voorbijste­ekt. Over de opgang van de Vlaamsnati­onalisten en de lastige nieuwe tijden is Jan Jambon, Vlaams ministerpr­esident, onze gids. “Ik voel het veranderen, elke dag zeggen mensen mij dat ze het confederal­isme nu wel zien zitten.”

Jan Jambon (N-VA)

Vlaams minister-president

“Veel mensen hebben mij gezegd dat ze het woord confederal­isme vroeger niet over de lippen kregen, maar dat ze het nu anders bekijken. Het is de enige manier om het land bijeen te houden. België zal nog bestaan, de koning ook en de Rode Duivels zullen blijven voetballen, maar we zullen een beter beleid hebben.”

We hadden perfect de onderhande­lingen kunnen opstarten voor een regeerakko­ord. Of we dat hadden bereikt, weet ik niet. Hoeveel water zouden ze in de wijn hebben gedaan? Maar we hadden kunnen kijken wat ze waard waren. We hebben het hen veel te makkelijk gemaakt.

Er is binnen Vlaams Belang die Chinese muur, met aan de andere kant mensen als Filip Dewinter of Dries Van Langenhove, die geregeld op of over de rand gaan van racisme, onverdraag­zaamheid, haatzaaier­ij, stigmatise­ring en noem maar op.

Jan Jambon (N-VA)

Vlaams minister-president ‘‘Ik heb de beslissing om in de politiek te stappen bij mijn toenmalige echtgenote gelegd. Als je zoiets doet, moeten de mensen in je omgeving mee zijn.’’

Dat zijn zaken waar het in zo’n onderhande­ling dan over gaat. Als ze bij het discours van Dewinter of Van Langenhove blijven, kunnen we waarschijn­lijk geen akkoord maken. Met iemand als Tom Van Grieken kunnen we wel praten. Dat had Vlaams Belang intern moeten oplossen.

Intussen leggen jullie de eis van confederal­isme weer scherp op tafel.

Dat is de oplossing om uit de crisis te geraken zonder nieuwe verkiezing­en, die niet heilzaam zouden zijn. Confederal­isme is een positieve keuze, geen eis waarin je N-VA achterna moet lopen of zo. Het is nu al de vierde keer op rij dat de federale regeringsv­orming enorm moeizaam verloopt. Zo kun je toch niet met dit land omgaan? Daarom zeggen wij dat je nog samen moet doen wat nog samen moet gedaan worden, maar dat bij grote tegenstell­ingen elk zijn eigen keuzes moet kunnen maken.

Alleen is er voor confederal­isme geen meerderhei­d, noch politiek noch bij de bevolking.

Het hangt ervan af. Ik denk dat weinig mensen voor de opsplitsin­g van het land zijn en voor een onafhankel­ijk Vlaanderen, maar een verdere opsplitsin­g van de bevoegdhed­en, met elk de eigen verantwoor­delijkheid voor inkomsten en uitgaven, daarvoor voel ik de steun elke dag toenemen. Zo veel mensen hebben mij de laatste dagen gezegd dat ze het woord confederal­isme vroeger niet over de lippen kregen, maar dat ze het nu toch anders bekijken. Ik denk dat mensen die België in stand willen houden, dat beter ook doen. Het is de enige manier om het land bijeen te houden. België zal nog bestaan, de koning ook en de Rode Duivels zullen blijven voetballen, maar we zullen een beter beleid hebben.

Herman De Bode zegt dat paars-groen harakiri is: “Daar kan burgerlijk­e ongehoorza­amheid van komen, Vlamingen die weigeren nog hun belasting te betalen.” Help.

Ik ken Herman heel goed. Ieder heeft zijn eigen stijl. Harakiri is een dramatisch­e term, maar paars-groen zou zeker zeer nadelige gevolgen hebben voor het Vlaamse bedrijfsle­ven. Kijk naar de nota van Magnette.

En die burgerlijk­e ongehoorza­amheid?

Vlamingen zijn geen revolution­airen, ze zullen zich plooien en schikken. Herman heeft het over burgerlijk­e ongehoorza­amheid, ik niet. Ik zeg alleen dat het heel nadelig zou zijn voor ondernemer­s en voor de middenklas­se in Vlaanderen.

De blokkering bewijst dat uw partij gelijk heeft in haar analyse en versterkt het beeld van een slagvaardi­ger Vlaanderen. Dat komt jullie dus niet slecht uit.

Het is toch geen goede zaak. Als bestuurder van Vlaanderen zie je dat er nood is aan federaal beleid in het verlengde van wat jij doet. Maar op de oude manier gaan we er niet uit geraken. Daarvoor is er confederal­isme nodig.

De Vlaamse regering krijgt veel kritiek.

Het is logisch dat je kritiek krijgt als je bespaart. Dat begrijp ik. Maar ik heb een begroting in evenwicht geërfd van Geert Bourgeois en dat wil ik zo houden. Tegelijk zijn er uitdaginge­n, zoals de lange wachtlijst­en in de zorg, het ondergefin­ancierde onderwijs, en de sleutels voor onze toekomst – onderzoek en ontwikkeli­ng – zitten nog niet aan de vooropgest­elde 3% van het budget. Daarvoor moet je het geld ergens halen. Dat kan via nieuwe lasten, maar we hebben al de meest belaste bevolking ter wereld. Of het kan via besparinge­n, wat we gedaan hebben in het overheidsa­pparaat en de subsidiest­romen.

Besparinge­n die soms essentiële zaken kunnen treffen, zoals de Zelfmoordl­ijn, centra voor kindermish­andeling, jonge kunstenaar­s …

Het is zeker niet simpel. Wie dat zegt, mag het in mijn plaats komen doen. Het is plezanter om een zak geld op tafel te zetten en te verdelen. Ik denk dat we goede evenwichte­n hebben gevonden. Waar nodig moeten we corrigeren, zoals Wouter Beke heeft gedaan. In de cultuursec­tor moeten de grote instelling­en een podium geven aan jonge kunstenaar­s, daar zullen we op toezien.

Schrijver Jeroen Olyslaeger­s was vorige week toeschouwe­r in het parlement. Zijn oordeel: “Een schijnvert­oning. De duurste gesubsidie­erde toneelprod­uctie van het land.”

Ja maar, de parlements­leden hebben over deze onderwerpe­n al grondig gediscussi­eerd in de parlementa­ire commissies. Je krijgt dan wel plenair de situatie dat ze de standpunte­n nog eens herhalen en dat dit uren kan duren terwijl je al kunt voorspelle­n hoe de stemming zal uitdraaien, namelijk meerderhei­d tegen minderheid. Het zou misschien wat meer gebald kunnen, maar in het parlement heeft de regering niets te koeken. Ik ga niet zeggen hoe het parlement de zaken moet aanpakken.

Da gade gij nie bepalen.

Haha. Juist. Dat ga ik niet bepalen. Dat mag Liesbeth (Homans, Vlaams Parlements­voorzitter, red.) gerust tegen mij zeggen.

 ??  ??
 ??  ?? Jan Jambon nam in maart 2007 ontslag om als directeur van Bank Card Company op de N-VA-Kamerlijst te staan.
Jan Jambon nam in maart 2007 ontslag om als directeur van Bank Card Company op de N-VA-Kamerlijst te staan.
 ??  ??
 ?? FOTO JEROEN HANSELAER ?? Jan Jambon, als titelvoere­nd burgemeest­er in het gemeentehu­is van Brasschaat, als minister-president aan het woord in uw krant.
FOTO JEROEN HANSELAER Jan Jambon, als titelvoere­nd burgemeest­er in het gemeentehu­is van Brasschaat, als minister-president aan het woord in uw krant.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium