Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Dat frietkoten cultureel erfgoed zijn, hebben we aan Antwerpen te danken”
Na sluiting Frituur Royerssluis is Frituur LO laatste echte barak van ’t Stad
Frituur Royerssluis aan het Noordkasteel moet weg omdat de sluis met dezelfde naam breder gemaakt wordt. Nu de frituur daardoor definitief verdwijnt, dan blijft er in Antwerpen nog maar een echte barak over: Frituur LO. In de gemeenten rondom zijn er wel nog wat, maar ook daar steeds minder. “Jammer dat deze traditie verloren gaat.”
“Het is spijtig dat de uitbaters van Frituur Royerssluis ons niet gecontacteerd hebben”, zegt Bernard Lefèvre. Hij baatte tot zes jaar geleden Fritkot Max uit, een zaak in een pand op de Groenplaats. Hij is nu voorzitter van Navefri, een organisatie die de frietkotcultuur beschermt. “Wij hadden misschien contact kunnen opnemen met het stadsbestuur om samen naar een oplossing te zoeken. Dat zouden we nog steeds graag doen. Wat een droevig verhaal.”
“De meest oorspronkelijke vorm van een frituur is zo’n buitenstaand frietkot”, zegt Lefèvre over de frietbarakken. Wie graaft in het geheugen, vindt misschien nog herinneringen aan een groot aantal van die losstaande koten, zoals op het Falconplein of het Sint-Jansplein. “Het is jammer dat net in Antwerpen zulke zaken verdwijnen. Want toenmalig burgemeester Leona Detiège heeft het in 2000 nog opgenomen voor de frietkotcultuur door de frietkoten een speciale status te geven. Later werd het in Vlaanderen en heel België als cultureel erfgoed aanvaard. Dat hebben we aan Antwerpen te danken.”
Eind april moet Frituur Royerssluis verdwijnen, dan is de concessie bij de stad afgelopen. Er wordt nog met verschillende partijen gezocht naar een mogelijke andere locatie in de buurt, maar het is hoogst onzeker dat die te vinden is. Dat verhaal klinkt opvallend overeenkomstig met dat van Frituur Het Steen. Zaakvoerder Luc Van Ranst moest in 2017 plaatsruimen toen het einde van zijn concessie bereikt was. De stad zei toen met hem op zoek te gaan naar een nieuwe locatie, maar er kwam uiteindelijk geen overeenkomst en Van Ranst vroeg het faillissement aan.
Petitie
“Ik mocht nergens meer staan, ik ben weggepest”, zegt hij. “Ook een petitie met 2.400 handtekeningen hielp niet. Mijn toekomst werd kapotgemaakt. Nu ben ik bij bpost begonnen als pakjesbezorger”, zegt Van Ranst. “Maar ik stond net daar waar de cruiseschepen aankomen. Dat is toch de beste plek om de toeristen meteen een stukje van onze cultuur aan te bieden?”
En dus is Frituur LO de laatste echte frietbarak in Antwerpen. U komt op het kotje uit als u de voetgangers- of Sint-Annatunnel neemt naar Linkeroever en dan de grote baan oversteekt naar het Frederik Van Eedenplein. “De andere frietbarakken moeten vaak wijken voor bouwwerken”, zegt Robert Traets (48), die de zaak met Franky, Nina en Diego Cobbaert uitbaat. “Het Van Eedenplein is
niet lang geleden opnieuw aangelegd, dus van werken blijven we hopelijk gespaard.” Toeristisch boekje
Het moet ook gezegd dat de frituur een uitzonderlijke naam en faam heeft. Op vele lijstjes van favoriete frituren prijkt Frituur LO helemaal bovenaan. “We hebben het geluk dat we in een toeristisch boekje van de stad staan. Er staat in dat we de beste frieten van de stad hebben”, zegt Traets.
Maar in de randgemeenten van de stad is het aantal frietbarakken ook dalende, al zijn er nog
wel wat. Zoals Frituur Apollo, gelegen op de Merksemsebaan in Wijnegem. “Jammer dat de traditie verloren gaat”, vindt zaakvoerder Dirk Paulus. Nochtans is het de voornaamste reden dat zijn klanten tot bij hem komen, vertelt de man. “Zeker sinds de jaren 70 al worden hier frietjes verkocht. De mensen komen uit nostalgie.”
“Ik heb geen stromend water en geen gas, maar ik heb het hier wat gemoderniseerd en een kassasysteem gezet”, zegt Paulus, die de zaak vijf jaar geleden overnam. “De mensen hebben graag nog een echt frietkot. En ze proeven dat ik mijn aardappelen elke ochtend nog zelf schil. Ik gebruik geen bewaarmiddelen en de ouderen die dat nog kennen, merken meteen dat het ‘echte frieten’ zijn.”
Er zijn natuurlijk ook andere redenen om geen frietbarak meer open te houden. “Ik heb ongeveer twintig jaar geleden een gebouw gezet in de plaats van de barak die ik had”, zegt George De Wolf, zaakvoerder van Dok 730 op de Antwerpsebaan bij de haven naast Stabroek. De zaak heeft nog iets weg van een barak, maar het is nu een solide bouwwerk.
“De regels rond hygiëne zijn ondertussen strenger geworden”, weet De Wolf. “Nu is mijn zaak gemakkelijker proper te houden. Voor mij is het dus gewoon meegaan met de tijd. De normaalste zaak van de wereld. De regels worden strenger en dat is maar logisch ook.”
“Natuurlijk zou je het verdwijnen van de frietbarakken ‘niet dramatisch’ kunnen noemen”, wil Bernard Lefèvre van Navefri nog kwijt. “Net zoals sommigen het misschien ‘niet dramatisch’ vinden dat mussen in onze streken uitsterven of dat we geen Driekoningenliederen meer zingen. Maar als je al die dingen bij elkaar optelt, dan blijft er niet meer veel over. Ik begrijp dat de uitbreiding van de Royerssluis van algemeen nut is, maar frietkoten zijn onze algemene cultuur.”