Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De grote sprong voorwaarts
Vijf jaar na haar afscheid van Hooverphonic blijven de agenda’s van zangeres Noémie Wolfs en haar oude collega’s elkaar kruisen. Verscheen haar debuutalbum in 2016 in de schaduw van een kakelvers Hooverphonic-album, dan komt Wolfs met haar tweede schijfje op het moment dat haar oude groep zijn Songfestivallied heeft voorgesteld. Maar de kaarten liggen deze keer beter. Kan hun Release Me niet tippen aan wat voorafging, dan toont Lonely Boy’s Paradise een duidelijke progressie. Met de steun van lief en Balthazar-bassist Simon Casier, krijgt hier Noémies persoonlijkheid meer kleur, al voelt die zich nog al- tijd comfortabel tussen de persoonlijke en muzikale ‘cornerstones’ van haar leven. Want ja: wanneer haar stem heel klassiek klinkt of een song een zweempje triphop krijgt, blijf dat verleden naast Alex Callier en Raymond Geerts door de gordijnen piepen, zoals blijkt uit de ‘twang’ van Love Song en de in violen badende titelsong. Maar met Casiers bezwerende maar ook herkenbare basspel krijgt dit album ook dat zwoele van Balthazar in songs als Notorious of On the Run. En wanneer verderop enkele songs het moeilijker hebben om dezelfde hoge kwaliteit te halen, steekt producer Yong Yello vakkundig een tandje bij om Noémie naar een meer avontuurlijk geluid te loodsen. Waarmee meteen ook bewezen is dat deze Antwerpenaar, die zopas naast een podiumplaatsje greep in de Nieuwe Lichting 2020, er ook wel op eigen houtje geraakt. Dus nog iemand voor wie Lonely Boy’s Paradise de grote sprong voorwaarts is.