Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Er waren eens… drie Chinese zussen
Schrijfster ‘Wilde zwanen’ bekijkt geschiedenis door bril van ‘first ladies’ DOCHTERS VAN CHINA JUNG CHANG
Wilde zwanen (1991) van Jung Chang behoort tot ’s werelds meest verkochte non-fictieboeken. De naar Engeland verbannen schrijfster belicht in haar jongste biografie het China van de eerste helft van de twintigste eeuw via de avonturen van de zusjes Soong. “Het communistisch regime was niet bepaald vrouwvriendelijk”, vertelt de 68-jarige Chinese.
“In China waren er eens drie zussen. De eerste hield van geld, de tweede van macht en de derde van haar land.” Slechts weinig Chinezen die dit ‘sprookje’ van generatie op generatie doorvertellen, kennen het ware verhaal van de Soongs. Jung Chang wel, want zij schreef een historisch boek over Ei-ling Soong (1889-1973), Ching-ling Soong (1893-1981) en Mei-ling Soong (18982003). Tijdens een bezoek aan ons land vorige week liet de schrijfster haar licht schijnen over deze mondaine dames, die ieder voor zich hun plek opeisten in de Chinese geschiedenis.
Eerder schreef u al een biografie over keizerin Cixi en een over Mao. Waarom nu een over drie relatief onbekende zussen?
Soms kan een persoonlijk verhaal uit de entourage van de macht meer vertellen dan een biografie van de machthebber zelf. In Wilde zwanen heb ik via het wedervaren van mezelf, mijn moeder en grootmoeder het schrikbewind van Mao geschetst. Naderhand volgde nog een biografie van de Grote Roerganger en een van de liberale keizerin Cixi. Benieuwd naar wat er in China speelde tussen 1908 en 1944, hoe de constitutionele monarchie van de keizerin kon overvloeien in het totalitair regime van Mao, kwam Sun Yat-Sen in zicht. In het westen is hij een illustere onbekende, maar in China wordt hij op handen gedragen als ‘vader van de republiek’. Toch bleek zijn levenswandel als eersteklas opportunist nogal saai. Dan prikkelden zijn vrouw Ching-ling en haar zussen me meer.
Wat maakt dat de Soongs in China een eeuw later nog steeds verderleven in verhalen?
De zussen leken wel societyfiguren. Naar Chinese normen leefden de Soongs heel westers. Alle drie studeerden ze in Amerika. Niet zozeer omdat ze in een rijke familie opgroeiden, maar omdat het liberale beleid van Cixi dat ook toeliet. De oudste, Eiling, was de eerste Chinese met een diploma van een buitenlandse universiteit. Door in China te huwen met machtige mannen vertoefden de drie in het centrum van de macht. De Soongs schopten het tot ‘first ladies’. Chin-ling, de vrouw van Sun-Yat-sen, bekeerde zich na zijn dood tot het communisme en werd benoemd tot Mao’s vicevoorzitter. Dat leidde tot een breuk met de jongste zus Mei-ling, van wie de man Chiang Kai-shek – op de vlucht voor de communisten – over Taiwan heerste. Als zijn Engelse vertaler probeerde Mei-ling gedurende de Tweede Wereldoorlog de Chinese zaak te promoten om Chiang Kai-shek hetzelfde aanzien te doen krijgen als Roosevelt, Churchill en Stalin.
Dat klinkt alsof de Soongs de rol van ‘sterke vrouwen achter sterke mannen’ vervulden?
Helaas niet, de zussen leefden als prinsesjes in weelde, maar werden tegelijkertijd de mond gesnoerd. Hun goede manieren en talenkennis kwam hun mannen wel goed uit, maar de mening van de zussen deed er niet toe. Het communistisch regime was niet bepaald vrouwvriendelijk. Als Mao’s vicevoorzitter had Ching-ling – ook wel Rode Zus genoemd – geen enkele bevoegdheid. Verbannen naar Rusland gold zij als niet meer dan decoratie. Taiwan mag dan inmiddels wel een vrouwelijke president hebben, in China zijn er nog steeds geen vrouwelijke leiders. Natuurlijk heeft in de twintigste eeuw ook de bevrijding van de vrouw er opgang gemaakt, maar op de
Jung Chang
hoogste echelons van het beleid of bedrijfsleven tref je in China vandaag nauwelijks vrouwen aan.
U schrijft uw boeken in het Engels. Kent men uw oeuvre in China?
Mijn boeken zijn verboden in China, al vertaal ik ze wel zelf naar het Chinees. Van De drie dochters zit ik nu halverwege de vertaling. Dat boek zal binnenkort in het Chinees verschijnen in Taiwan, waarna het waarschijnlijk via fans mijn vaderland zal worden binnengesluisd. Tot voor tien jaar kon je mijn boeken in China nog vrij gemakkelijk kopen of inkijken via digitale weg. Er waren zelfs discussiefora rond. Intussen zijn mijn naam en werk in China geheel gebannen van het internet. Het jongste decennium is de censuur in mijn vaderland niet af- maar toegenomen. Alsof George Orwell’s 1984 werkelijkheid is geworden. Zelf kan ik slechts twee weken per jaar naar China afreizen om mijn moeder te bezoeken. En dat voorrecht heb ik vooral te danken aan de Britse autoriteiten.
In hoeverre voelt u zich, na dertig jaar Europa, nog verwant met uw vaderland?
In 1978 ben ik naar Groot-Brittannië gekomen om er te studeren. Toch voel ik me vandaag geen Chinese of Britse, maar wereldburger. Dat ik in Engeland mag wonen, stemt me dankbaar. Ondanks alle verdeeldheid rond de Brexit, blijft dat land een mature democratie. Cultureel ben ik nog steeds verknocht aan mijn vaderland. Mijn huis in Londen staat vol Chinese meubelen en kunst, maar de beelden op de Chinese journaals stemmen me triest. Mijn vaderland is er mettertijd niet op vooruitgegaan. China blijft een dictatuur.
Velen zien in China nochtans de nieuwe supermacht. U niet?
(gedecideerd) Nee, het verbaast me dat zoveel westerlingen China die rol toebedelen. Zien ze dan niet dat het land op sociaal vlak in een diepe crisis verkeert? Er is nog steeds geen recht op vrije meningsuiting. De onlangs overleden arts Li Wenliang, die zijn collega’s op de hoogte stelde van het nieuwe coronavirus, werd door de Chinese autoriteiten opgepakt voor het verspreiden van geruchten. Er werd hem het zwijgen opgelegd, terwijl hij geeneens een dissident was. China mag er dan uitzien als een versterkte burcht, het beschikt niet over de fundamenten om crisissen het hoofd te bieden. Zo’n land de nieuwe grootmacht? Ik geloof het niet.
“China een nieuwe supermacht? Zien westerlingen dan niet dat het land op sociaal vlak in een diepe crisis verkeert? Er is nog steeds geen recht op vrije meningsuiting. China blijft een dictatuur.”
Schrijfster