Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik kom zeker nog eens op bezoek”
Curator zoogdieren Antwerpse Zoo en Planckendael verhuist naar Berlijn
Matthias Papies, de curator zoogdieren van de Antwerpse Zoo en Planckendael, verlaat na elf jaar de KMDA (Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen). Hij verhuist half maart met zijn Duitse vriendin weer naar zijn thuisland Duitsland. “We gaan in Berlijn wonen en gaan er alle twee aan de slag in een dierentuin.”
Matthias Papies is afkomstig uit Oost-Duitsland. In 2004 trok hij voor zijn studies naar Nederland, in 2009 ging hij aan de slag in Planckendael. “Het is altijd mijn droom geweest om curator te worden in een dierentuin. Daarom studeerde ik eerst dierenverzorging in Hannover. In 2004 belandde ik in Leeuwaarden omdat daar in die tijd de enige praktijkgerichte opleiding te volgen was. Mijn master volgde ik in Wageningen.”
Hoe kwam u dan in Antwerpen terecht?
Toen ik studeerde, kwam de baan van assistent-curator vrij. Ik solliciteerde en kreeg de job. De Zoo en Planckendael zijn erg leuke dierentuinen met telkens een super tof team. Vijf jaar geleden werd ik curator van de zoogdieren in Antwerpen en Mechelen. Ik bewonder vooral dat de educatieve waarden en natuurbehoud er zo belangrijk zijn.
Op welke vlakken uit zich dat? In de vele internationale samenwerkingen. EAZA
(de Europese Associatie voor Zoos en Aquaria,
red.) verzamelt alle moderne progressieve dierentuinen. Die zetten onder andere kweekprogramma’s op en volgen die op. Het zijn allemaal bevriende dierentuinen die zorgen voor een populatie dieren die als ambassadeurs voor hun soort fungeren. Verder wordt er bij de KMDA (Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen, red.) hard ingezet op wetenschappelijk onderzoek met het CRC, het Center for Research and Conservation.
Matthias Papies
Curator zoogdieren Zoo, Planckendael
Ook de website zooscience.be is voor ons als wetenschappers en curatoren heel leuk. We kunnen er uitleggen waar we mee bezig zijn en meer vertellen dan wat mensen op het eerste gezicht zien als ze een zoo bezoeken. Daar kunnen we meer diepgang brengen en het biedt een mooi tegengewicht voor de soms heel luidruchtige tegenstanders van dierentuinen.
Zal u Antwerpen missen?
Ik ben toch vooral blij dat ik terug naar Duitsland ga. Ik ben weer dichter bij onze familie en onze vrienden van vroeger. Natuurlijk ga ik mijn vrienden hier missen, maar je kan niet alles hebben hè. Ik was een tijdje geleden al naar Rotterdam verhuisd. Antwerpen is een super leuke stad. Ik heb hier altijd graag gewoond, maar het is wat ver van Amsterdam en daar werkt mijn vriendin bij EAZA. We zijn uiteindelijk in het midden gaan wonen, in Rotterdam. We treinen alle twee naar ons werk. Dat pendelen beperken we in elk geval sterk in Berlijn.
Gaan jullie nu in dezelfde dierentuin werken? Nee, maar wel allebei in Berlijn. Ik ga aan de slag in Tierpark
Berlin Friedrichsfelde. Dat is een dierentuin die in 1955 is opgericht omdat Oost-Berlijn na de splitsing van Duitsland geen dierentuin meer had. Mijn vriendin gaat naar Zoologischer Garten Berlin. Dat is een zoo die net als Antwerpen al ontzettend lang bestaat, sinds 1844. Het Tierpark is een park van 160 hectare. Ik word er curator van vooral veel vogels, reptielen, grote katten en bergdieren zoals takins en geiten.
“Moderne, progressieve dierentuinen werken allemaal samen met het oog op natuurbehoud. Wij zijn een grote dierentuinfamilie.”
Die twee zoos zijn nog een gevolg van de splitsing van Duitsland. Als jonge knaap maakte u de val van de Berlijnse Muur mee. Blijft dat memorabel?
Ik was een jaar of 7 à 8. Voor mij was het niet per se een grote gebeurtenis, maar ik besefte het wel natuurlijk. We woonden op 40 kilometer van de grens met WestDuitsland. Toen de Muur gevallen was, zijn we samen met de buren in een Trabant (een auto van OostDuitse makelij, red.) naar de supermarkt gereden in West-Duitsland. Ik herinner me nog goed hoe kleurrijk het daar was. En hoeveel bananen er waren
(lacht). Wij kregen enkele keren per jaar één banaan per gezinslid en toen waren er plots zo veel we wilden.
Op welke verwezenlijking in België bent u het meest fier?
Op het feit dat ik de Tasmaanse Duivels naar Planckendael heb kunnen halen. Dat is een vleesetend buideldier dat erg tot de verbeelding spreekt. Het was met een sollicitatieprocedure. Ik heb een cursus gevolgd en we toonden dat we hier toegewijd werk leveren.
Helaas, in Berlijn hebben ze geen Tasmaanse duivels. Ik zal hen nog komen bezoeken. Dan kan ik meteen ook het nieuwe perk van de orang-oetans in Planckendael bewonderen en het jubileumcomplex in de Zoo. Dit zijn twee projecten waar ik de afgelopen jaren hard aan gewerkt heb.