Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Schoon verdiend, maar geen propere buurt
Project tegen zwerfvuil in alle stilte opgedoekt
Het proefproject ‘Propere buurt, schoon verdiend’ werd in september 2017 met het nodige tromgeroffel gelanceerd. Maar in de zomer van 2019 werd het in alle stilte opgedoekt. Uit de evaluatie blijkt nu dat ondanks de inzet van verenigingen de straten vuil bleven.
Voormalig schepen van Stads- en Buurtonderhoud Caroline Bastiaens (CD&V) zette met dit project verenigingen in om zwerfvuil op te ruimen in Antwerpen-Noord en Borgerhout. Het project werd gesteund door de afvalstoffenmaatschappij Ovam.
Een twaalftal verenigingen stapte in dit proefproject. Voor elk ingeleverde drankverpakking kregen ze 10 cent. Dit bovenop een startpremie van 250 euro en een prijzenpot voor de best scorende vereniging. Los van het engageren van deze verenigingen hoopte de stad op een sensibiliserend effect in de buurt. Bewoners zouden wel eens minder afval op straat werpen als ze zien dat buren en verenigingen zich inzetten om de straten proper te houden. “Dit project is een win-winsituatie voor de stad en de verenigingen”, zei schepen Bastiaens toen.
Maar het effect was teleurstellend. Dat blijkt uit de evaluatie, die nu publiek is gemaakt. Hoewel de deelnemers 40.000 drankverpakkingen hadden ingezameld, verminderde de hoeveelheid zwerfvuil in de straten niet.
Het sensibiliserende effect naar de buurtbewoners bleef uit. Bovendien zouden niet alle verenigingen even frequent hun poetsacties houden. Tenslotte verhoogde de ondersteuning van dit project dat de zwerfvuilkosten voor de stad toenamen. Op basis van deze evaluatie is beslist om ‘Propere buurt, schoon verdiend’ stop te zetten.
Bewoners aanspreken
Jean-Paul Meus, de drijvende kracht achter 10 Minutes a Day, deed met een groep vrijwilligers mee aan het project. Hij betreurt de stopzetting. “Het project zette mensen aan om na te denken over hun gedrag en zich te engageren. Dat was positief. Alleen is het belachelijk dat het na zo’n korte periode
Jean-Paul Meus
en zonder evaluatie met de deelnemers al is stopgezet. We hadden iets van elkaar kunnen leren. Tijdens de poetsacties moeten ook de bewoners worden aangesproken. Misschien deden sommige verenigingen dit onvoldoende. Je gaat pas echt effect hebben als 5% van de bewoners deelneemt. Dat aantal haal je door continu het zwerfvuilprobleem onder de aandacht te brengen”, zegt Meus.
De evaluatie breekt ook een lans voor de invoering van statiegeld. “De drankverpakkingen op straat hebben alleen waarde tijdens de periodieke acties van de verenigingen, maar blijven voor de rest ongemoeid de straat ontsieren en op straat belanden omdat ze geen inruilwaarde hebben voor de vervuilers zelf of voor andere passanten”, besluit de evaluatie.
Meus is voorstander van statiegeld op plastic flessen en blik. “Alleen zal het van onderuit moeten komen, want ik verwacht dit niet van de overheid. Waarom laat Kinepolis mensen niet sparen voor een cinematicket door blikjes bij hen in te leveren”, vraagt Meus zich af.
Huidig schepen van Stads- en Buurtonderhoud Fons Duchateau (N-VA) merkt dat dit project geen wondermiddel was. “Maar laat ons daar eerlijk in zijn: dat bestaat niet. In een stad is er maar één manier om straten proper te houden en dat is een mentaliteitsverandering. Die kweek je door mensen consequent aan te spreken op hun gedrag en desnoods te beboeten”, zegt de schepen.
‘‘Het project zette mensen aan om na te denken over hun gedrag en zich te engageren. Dat was positief.’’