Vakbonden willen chemiebedrijven deels dicht

De vakbonden in de chemiesector willen dat de bedrijven hun productie tot een absoluut minimumniveau beperken, zodat zo weinig mogelijk werknemers besmet raken met het coronavirus.

De federale regering heeft beslist dat chemiebedrijven mogen openblijven, omdat ze bijvoorbeeld belangrijke basisstoffen leveren voor ziekenhuizen en voedingsbedrijven. Maar de vakbonmaar den willen dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen essentiële en niet-essentiële taken. “Stoffen die door de chemiesector worden geproduceerd, komen niet alleen in materialen voor ziekenhuizen terecht. We produceren ook stoffen voor onder meer matrassen en ramen en deuren”, zegt Andrea Della Vecchia, secretaris van de socialistische vakbond ABVV. “Wij vinden dat die niet-essentiële productie moet worden stopgezet. Daardoor zullen minder arbeiders op de werkvloer nodig zijn en wordt het risico beperkt.”

De sectorfederatie Essenscia wil daar niet op ingaan. “We hebben begrip voor de bezorgdheid van de werknemers”, zegt woordvoerder Gert Verreth. “Maar één chemisch product kan zowel voor ziekenhuizen als voor andere zaken worden gebruikt. Die productie is dus moeilijk op te delen. We hebben wel veel maatregelen genomen om werknemers te beschermen. Externe bezoeken worden bijvoorbeeld tot een absoluut minimum beperkt, wie recent in risicogebied is geweest mag niet binnen en iedereen moet ontsmettende handgel gebruiken.”

Atlas Copco sluit gedeeltelijk

Atlas Copco, een bedrijf uit Aartselaar dat transformatoren produceert en dus niet tot de chemiesector behoort, gaat wel in op de vraag van de vakbonden. “We hebben woensdag bijkomende hygiënemaatregelen getroffen, die waren onvoldoende om de ongerustheid bij onze arbeiders weg te nemen”, zegt Alex Bongaerts, manager bij Atlas Copco. “Daarom gaan we vanaf maandag alleen nog produceren voor essentiële sectoren waaronder ziekenhuizen en de farmaceutische en voedingsindustrie. Zo’n negenhonderd van onze 1.400 arbeiders gaan in tijdelijke werkloosheid.”