Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Er is een ongelooflijke samenhorigheid ontstaan”
Christophe Laurent (53), spoedarts in Heilig Hartziekenhuis Mol
Op de spoeddiensten zijn ze wel wat gewoon, maar de coronacrisis is nog een ander paar mouwen. “Er is een ongelooflijke samenhorigheid onder alle diensten, tot en met de kuisploeg toe”, zegt spoedarts Christophe Laurent. “Dat Band of Brothers-gevoel helpt ons doorheen deze strijd.”
De Antwerpse dokter Christophe Laurent werkt zes jaar op de spoeddienst van het Heilig Hartziekenhuis in Mol. Eerder werkte hij op spoedafdelingen in onder meer Antwerpen en Aalst. En hij trok met het B-Fastteam naar Pakistan en met V-Med naar Haïti. “Ik heb al wel wat gezien, maar dit is nog van een andere orde. Alleen al de inrichting van onze ziekenhuizen is ongezien. We zijn naar best vermogen voorbereid op het ergste.” Werken op spoed vergelijkt Christophe Laurent met “jongleren met ballen van verschillende grootte”. “We bevinden ons in een continue MacGyver-situatie. Of vergelijk het met rodeorijden: alleen als je het goed doet, blijf je op de stier. Zo werkt het ook op een spoedafdeling: elke dag zie je een palmares van patiënten en pathologieën, waarbij je instant therapeutische en ethische keuzes moet maken.”
“Corona geeft extra stress, voor de patiënten, maar ook voor ons. Je ziet niet of iemand is besmet of niet. Dat maakt het creepy als iemand in je gezicht hoest. Het constante besef dat je zelf kan besmet raken, waardoor je patiënten, collega’s en geliefden in gevaar brengt, zet extra druk. Maar goed, meestal glijden die gedachten van me af zodra ik mijn beveiligingspak aantrek. Als arts of verpleegkundige pas je je snel aan, in de hot zone heb je geen andere
keuze.”
Frontlinie
Net als in andere ziekenhuizen worden de instroom van patiënten in het Heilig Hartziekenhuis zo strikt mogelijk gescheiden. Een hele organisatie, die steunt op de samenwerking tussen de diensten. “Ondanks de stress, die zich bij iedereen laat voelen, van artsen en verpleegkundigen over de sociale en logistieke diensten tot de kuisploeg, die dag en nacht klaar staat om de bergen besmet afvalmateriaal af te voeren. Ongelooflijk wat een sterke samenhorigheid er is ontstaan. Dat Band of Brothers-gevoel (naar de tv-reeks over soldaten in WO II, red.) geeft ons de drive om te blijven gaan.”
“Natuurlijk blijven we realistisch. Ondanks onze voorzorgen zullen er artsen en verpleegkundigen uitvallen. Overal, maar zeker op spoed, hier ligt de frontlinie. Daarom doen we een oproep voor collega’s die bereid zijn om op de spoedafdelingen te worden ingeschakeld. Zij mogen zich snel melden.”
Op het thuisfront is alles onder controle, laat de spoedarts nog weten. “De opvang van mijn zoontje is geregeld, en ik ben gelukkig een heel goede slaper.”