Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We compenseren het verdriet met veel liefde”
Lies Cannaerts (30), medewerkster woonzorghuis Ten Kerselaere in Heist-op-den-Berg
Extra uren, extra aandacht en extra liefde. Maar voor Lies Cannaerts, medewerkster in woonzorghuis Ten Kerselaere in Heist-op-den-Berg, vallen die vele extra’s niet zwaar. “Onze bewoners en hun families zijn voor 100% afhankelijk van onze zorg, het is dus evident dat ze 24 uur op 24 op ons kunnen rekenen.”
Net als in de andere woonzorgcentra gingen de deuren van Ten Kerselaere, waar
117 mensen verblijven, op 12 maart voor alle bezoekers dicht. “Ook de dagverzorging is gesloten. Dat is voor onze 120 clienten een zware dobber. Die mensen wonen nog wel thuis, maar ieder heeft zijn kwetsbaarheid. We zijn nagegaan wie van hen kan terugvallen op familie, mantelzorg of thuisverzorgingsdiensten. Voor degenen die ons het hardst nodig hebben, proberen we te doen wat we kunnen. Zo hebben we binnen het kortverblijf ruimte vrijgemaakt, zodat de meest kwetsbaren tijdelijk bij ons kunnen blijven.”
Lies en haar collega’s hebben vorige week alle families persoonlijk opgebeld. “Ik zal de dochters, zonen en partners die nog hoopten hun moeder, vader of partner voor een laatste keer te zien, niet snel vergeten.”
Maar families én bewoners reageren begripvol. “We zien dat onze bewoners hun familie missen, sommigen zijn echt verdrietig. Daarom proberen we het hen zo aangenaam mogelijk te maken, door hen gerust te stellen en het samen extra gezellig te maken. Door gewone, huiselijke dingen te doen, zoals pannenkoeken bakken, extra verwenmomenten in te lassen of tijd uit te trekken voor een langere babbel. Het is vooral moeilijk voor de mensen die met geheugenverlies kampen. Zij hebben nood aan structuur, en die is nu deels weggevallen. Met heel veel liefde en warmte proberen we dat te compenseren.”
Voorzichtig
Lies werkt vier vijfde, maar dat doet er nu niet toe. “Ik ben nu echt niet bezig met het aantal gewerkte uren. Vorige week had ik enkele vrije dagen ingepland, maar die heb ik opgegeven. Ik wilde er voor de eerste gesprekken met de families zeker bij zijn. Gelukkig was er altijd opvang voor mijn twee kindjes. Eerst bij familie en vrienden, nu regel ik het met mijn man, die thuis werkt. Het is fijn om te merken hoeveel mensen meeleven en spontaan willen helpen.”
Dat ze de komende weken extra flexibel zal moeten zijn, is geen probleem. “Dat geldt voor alle hulpverleners. Onze bewoners en hun familie zijn volledig afhankelijk van onze zorg, ze moeten op ons kunnen blijven rekenen. Daarom zijn we zelf super voorzichtig. Zoals iedereen ben ik ongerust, maar ik zie wel wat elke nieuwe dag brengt. Ik probeer er het beste van te maken en dat heeft me tot vandaag nog geen moeite gekost.”