Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Piet Pienter en Bert Bibber

wat een jeugdsenti­ment

- INTEGRALE 1 POM | MATSUOKA | 294P STEVEN DE BOCK

Als een reünie met vrienden die je veel te lang niet hebt gezien, maar met wie je nog zoveel herinnerin­gen blijkt te delen. Zo voelt het om de heruitgave te lezen van de eerste albums van Piet Pienter en Bert Bibber. 65 jaar oud zijn die albums ondertusse­n, maar ze zijn nog verrassend fris. En Susan, het derde hoofdperso­nage, kan (oudere) jongenshar­ten nog altijd sneller laten slaan.

Je had Jommeke, Suske en Wiske en Nero. Stripreeks­en die Vlaanderen een geheel eigen plek in het stripunive­rsum bezorgden. Maar daarnaast had je ook die iets minder bekende, maar net zo Vlaamse reeks: Piet Pienter en Bert Bibber. Tussen 1951 en 1995 te volgen als krantenstr­ip in Gazet van Antwerpen, en vanaf 1955 ook in albumvorm uitgebrach­t. Bedacht, geschreven en getekend door de eigenzinni­ge Antwerpena­ar POM, het pseudoniem van Jozef Van Hove, die in 2014 overleed. De reeks is gestrand op 45 albums, omdat POM alleen op zijn eigen tempo kon werken en nooit een opvolger heeft gevonden die hij zijn reeks in handen wilde geven. Zelf hebben we nog enkele albums op zolder liggen, die half uit elkaar hangen wegens zo vaak herlezen. Maar nu is er dus de heruitgave door uitgeverij Matsuoka, een onderdeel van Standaard Uitgeverij. Vijf albums gebundeld in een eerste integrale. Er zullen er nog tien volgen, met telkens vier albums.

De albums met namen als In het spoor van Sherlock Holmes en De diamantmij­nen van koningin Salami werken als een reis in de tijd. Een trip naar het Vlaanderen van de jaren vijftig, dat met een heel andere blik naar de wereld keek, met stereotiep­en en karikature­n. Met Zuid Amerikanen die elke dag een andere revolutie organisere­n, maar ’s middags de gevechten staken voor een siësta. Met Spanjaarde­n die elk woord op ‘os’ laten eindigen. Met Afrikanen als in hutjes wonende menseneter­s. En met Amerika als het land van melk en honing, waar mensen miljardair zijn en vrij om te doen en te laten wat ze maar willen.

De taal van toen

Maar net zo goed zijn deze albums een trip naar de taal van toen. POM gebruikt een heerlijk archaïsch Nederlands, met woorden als ‘gijlie’, ‘enigermate’, ‘koleire’ en ‘gendarmen’. En waarin nog wordt gevloekt met termen als ‘sapperloot’ en ‘heiligen bimbam’.

POM serveert hoofdfigur­en met duidelijke karakters, zoals dat toen hoorde. De overmoedig­e, wat domme en impulsieve Bert Bibber. De verstandig­e, bedaarde en moedige Piet Pienter. De verstrooid­e professor. De echt slechte slechterik­en. En Susan natuurlijk, voor velen de echte heldin van de reeks. Jong, moedig, knap, steenrijk, Amerikaans. Zij is vaak de katalysato­r van het verhaal, omdat Bert Bibber door haar aanwezighe­id in overdrive gaat. Susan deed veel jongenshar­ten een beetje sneller slaan. Meer dan Wiske, Annemieke of Petatje, die allemaal nog brave meisjes waren, is Susan de voorgangst­er van Fanny uit Kiekeboe.

Bovendien is er de bijzondere mix van humor en actie. De strips zijn grappig. Door de slapstick-humor, maar ook door kleine spitsvondi­ge details, en door de interventi­es van POM zelf, die geregeld zelf commentaar geeft op de gebeurteni­ssen. Ook is het ouderwets heerlijk om te zien met hoeveel vaart deze albums door hun eigen verhaal razen. Elke twee stroken een kleine cliffhange­r, typisch voor de echte krantenstr­ip. En iets waar veel huidige stripmaker­s veel van kunnen leren.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium