Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Antwerpenaar Herman Goossens leidt Europees onderzoek naar medicijn
Herman Goossens hoopt in enkele weken te weten welk medicijn best werkt
Overal krijgen patiënten met het coronavirus andere medicijnen. Een geneesmiddel waarvan de werking uitgebreid is getest, is er nog niet. In enkele weken volgt mogelijk beterschap, met dank aan de Belgische professor Herman Goossens (UAntwerpen). Hij rolt op dit moment een grootschalig experiment uit bij 3.200 patiënten verspreid over Europa. “We moeten slimmer zijn dan de Chinezen”, zegt hij.
Maanden na de uitbraak in China is er nog geen volwaardig geteste remedie. Hoe kan zoiets?
Herman Goossens: De Chinezen hebben wel degelijk verschillende medicijnen uitgeprobeerd. Allemaal medicatie waarvan we weten dat ze kán werken. Omdat ze in het lab of tijdens dierproeven nuttig bleek, of omdat ze haar nut bewees tegen andere coronavirussen, zoals SARS. Jammer genoeg zijn diezelfde Chinezen er niet in geslaagd om voldoende grote studies op te zetten. Er zijn meer dan honderd onderzoekjes opgezet, maar allemaal los van elkaar en soms met kleine groepjes patiënten, ook omdat er nu geen grote groepen patiënten meer zijn. Dat is onzinnig geweest, we weten nog steeds niet welk middel er nu daadwerkelijk werkt, of welk het beste.
Toch wordt een van die middelen, chloroquine, sinds dinsdag door de Belgische overheid verdeeld aan de ziekenhuizen. Is dat wel een goed idee?
De hype die er nu is rond dat middel, is zwaar overtrokken. Met dank aan de Amerikaanse president Donald Trump, die zo dom was om dit weekend over het medicijn te tweeten alsof het dé remedie is. Het enthousiasme gaat terug op een Franse studie met ocharme twintig patiënten.
Ik heb een vergelijking gemaakt van welke medicatie patiënten in verschillende Europese landen op dit moment krijgen. Daar zitten zeer grote verschillen op. Het is
trial and error. Deels is dat logisch: we gaan tot het uiterste om mensen te redden en proberen wat kan. Maar we moeten tegelijk wel blijven zoeken naar wat de beste remedie is. En snel.
Hoe zal dat de komende weken gebeuren? We gaan vier kandidaat-medicijnen testen op 3.200 besmette patiënten,
verspreid over Europa. De Fransen zijn daarmee al begonnen. Maar omdat het snel moet gaan, heb je verschillende landen nodig. Anders kom je op korte tijd nooit aan voldoende patiënten. Dus is men vanuit Frankrijk komen aankloppen bij Combacte, een samenwerking tussen meer dan duizend ziekenhuizen en achthonderd laboratoria in Europa. Samen met een Nederlandse collega coördineer ik dat netwerk. Onze Europese studie maakt deel uit van een wereldwijde proef die de WHO heeft opgezet.
Hoe moeilijk is zo’n onderzoek in volle pandemie?
De grootste uitdaging is de logistiek. Een van de middelen die we testen, is niet vrij verkrijgbaar, dus moeten we rekenen op de producent ervan. Ook als het lukt om voldoende te leveren aan de betrokken ziekenhuizen, zijn we er nog niet. Er zijn veel uitdagingen.
Patiënten werken vrijwillig mee en geven hun toestemming door een document te tekenen. Maar als we dat gewoon met pen en papier doen, dan is er besmettingsgevaar. Dat klinkt als een dom probleem, maar je moet er wel op tijd aan denken. We gaan werken met een tablet, die kan je ontsmetten. Bij ebola gebeurde dat op dezelfde manier.
Er werken ook vier Belgische ziekenhuizen mee. Wanneer beginnen de tests bij ons?
Dinsdag hebben we een aanvraag ingediend bij het Belgische geneesmiddelenagentschap. We hopen dat er snel toestemming komt. Dan kunnen we volgende week beginnen met de eerste proeven in eigen land. Onder meer in het UZ Gent en het UZ Antwerpen zoeken we in totaal vierhonderd proefpersonen, zowel mensen met milde symptomen als zwaar zieken op intensieve. Zij krijgen ofwel alleen de standaardbehandeling, ofwel de standaardbehandeling met een van de medicijnen erbij. Daarna volgen onder andere nog Nederland, Engeland, Zweden, Italië, Spanje, Zwitserland en Luxemburg.
Hoe snel kan het gaan?
We hopen over enkele weken al voorlopige conclusies te trekken, van zodra we de kaap van honderd patiënten voorbij zijn. Mogelijk zien we dan al verschillen tussen de vijf geteste behandelingen. Dat zou helpen om dokters in de hele wereld al in de juiste richting te sturen. Ik ben optimistisch: de voorbije dagen is het razendsnel gegaan.
De kans bestaat dat er en cours de
route andere kandidaat-medicijnen bijkomen. Er wordt nu overal koortsachtig gezocht naar mogelijke remedies, onder meer aan de KU Leuven, waar ze in het lab duizenden bestaande moleculen testen op hun werking tegen SARSCoV-2. We moeten wel werken met bestaande medicijnen en hopen dat daar een voltreffer tussenzit. Voor een volledig nieuw middel is geen tijd.