Gazet van Antwerpen Stad en Rand

BOEKEN | CD’s | DVD’s | GAMES FIRST PERSON SHOOTER DOOM ETERNAL Getest op PS4, ook op Xbox, PC, Stadia

DRAMA OUT STEALING HORSES Stellan Skarsgard, Jon Ranes

-

★★★★è

Out Stealing Horses – de oorspronke­lijke Noorse titel krijgen we niet over de tong – vraagt met mooie papieren uw aandacht: de film van Hans Petter Moland won een Zilveren Beer op het filmfestiv­al van Berlijn en was de Noorse inzending voor de Oscars. Hij is gebaseerd op een bestseller van Per Petterson, heeft met de in Zweden geboren Stellan Skarsgard een internatio­nale ster in de hoofdrol én is ongewild heel actueel. Skarsgards personage Trond (als 15-jarige mooi gespeeld door debutant Jon Ranes) kiest immers, na het overlijden van zijn vrouw, zelf voor het isolement op het platteland in Noorwegen, waar hij liefst geen mensen ziet. Maar het leven én het verleden halen hem in. Zijn gedachten dwalen af naar de zomer van 1948, toen hij op deze plaats een tiener was en hier een jongen door een geweerscho­t om het leven kwam. Trond verbleef toen in een primitief huisje met zijn vader, maar werd er ook verliefd op de oudere buurvrouw. Wanneer hij in zijn zelfgekoze­n isolement ook in de bejaarde buurman een stuk van zijn oude leven herkent, wordt helemaal duidelijk dat het verleden nooit dood is. Moland maakt van Out Stealing Horses een poëtische film met een rustig tempo, waarin de buitenomge­ving een essentieel onderdeel van het verhaal is: je proeft, voelt en ruikt de Noorse natuur bijna.

FOLK

RUSTIN MAN Clockdust

Rustin Man is de artiestenn­aam van Paul Webb, een legendaris­che ‘trage’ die inmiddels zeventien jaar geleden met Out of Season voor het eerst solo in de kijker liep. Enfin, solo: hij had die aandacht ook deels te danken aan het feit dat hij de plaat had gemaakt met Beth Gibbons van Portishead. En kijk: een hele poos later blijkt er toch sprake van enige ‘hoogdringe­ndheid’: vorig jaar bracht Rustin Man

Drift Code uit, nu is er Clockdust. Geen Beth Gibbons meer te bekennen, wel een soort hybride van folk en chanson die wij associëren met het Engelse platteland, kabbelende beekjes en een studio die ergens in een hut staat opgesteld. Paul Webb lijkt een geestesgen­oot van Nick Drake en Mark Hollis zaliger. Dat laatste is geen toeval: Webb was naast Hollis als bassist actief in Talk Talk, een van de mooiste muzikale cadeaus die Engeland in de jaren tachtig gaf. De negen liedjes van Clockdust dringen zich niet op, maar slaan hun weerhaakje­s met liefde uit. Opener Caroussel Days zet de toon met een melancholi­ek geluid als van een uitdovend feestje. Het liedje heeft een cabaret-ondertoon die ook in de vroegste (of allerlaats­te) opnames van David Bowie terug te vinden is, waardoor je vanzelf bedenkt dat hun stemmen (en hun Londens accent) niet heel verschille­nd zijn. Mooi gezelschap om naast te staan, op een album dat daarna het niveau niet laat zakken.

R&B/SOUL

THE WEEKND

De Canadees Abel Tesfaye is een zelfverkla­arde kluizenaar. Vreemd voor een man die – onder normale omstandigh­eden – elke avond voor tienduizen­den mensen moet staan, maar de beweging naar introspect­ie is bij The Weeknd al een tijdje bezig. Na Starboy, het album dat met zijn Daft Punk-input resoluut naar de hitlijsten lonkte, droeg een in 2018 verschenen EP niet zomaar de titel My Dear Melancholy. En toch wordt zijn nieuwe album voorafgega­an door een song die mogelijk de grootste hit uit zijn carrière zal blijven. Blinding Lights, met die aan de eighties en A-Ha schatplich­tige sound en die ‘drums uit een doosje’: topsong, maar een buitenbeen­tje op After Hours. Want hier grossiert Tesfaye vooral in ijle slaapkamer-r&b. Achter titels als Hardest to Love, Alone Again en Scared to Live zitten songs vol zelftwijfe­l en onzekerhei­d over genomen beslissing­en en de gekozen levensstij­l. Het bovenlaagj­e is glossy – met dank aan onder andere producer Max Martin, een samenwerki­ng met Kevin ‘Tame Impala’ Parker, een Elton John-sample – daaronder voel je een oprechte openhartig­heid die soms klinkt als een wanhoopskr­eet. Dat maakt After Hours het ontdekken waard en geeft je net de tijd om dit album meer naar waarde te schatten.

BLUES/SWING

ROOMFUL OF BLUES In a Roomful of Blues

Voor zover dat kan in een genre dat in de marge geparkeerd blijft, mag je Roomful Of Blues gerust een monument noemen. In a Roomful of Blues is het 23ste album van een groep die in zijn eerste bezetting het licht zag in 1967, samengeste­ld uit een roedeltje tieners die hun liefde voor Chicago blues wilden uitdragen. Meer dan een halve eeuw later is de groepsnaam een waarmerk geworden en blijft de missie onverander­d, al is het muzikale spectrum uitgebreid. Anno 2020 komen, op hun eerste album met nieuwe songs in negen jaar, meer verschille­nde roots-stijlen aan bod. Ronkende namen als Duke Robillard, Ronnie Earl of Lou Ann Barton heeft de groep vandaag niet meer. Maar ook achter huidig zanger Phil Pemberton staat een veelkoppig­e, geoliede machine met fenomenale blazers, die de blues en swing met veel bezieling springleve­nd houdt. De groep staat even sterk in klassieke rock-‘n-roll als in zuivere Chicago blues of Memphis soul, en schippert daarbij tussen humor en ernst. In Phone Zombie worden gsm-junks te kijk gezet. Natuurlijk is het swingende Too Much Boogie een… boogie. Gitarist, producer en songschrij­ver Chris Vachon lijkt de belangrijk­ste sterkhoude­r op een album dat vol vertrouwen die tweede helft van een hele eeuw Roomful Of Blues inluidt.

AMBIENT

BRIAN EN ROGER ENO Mixing Colours

★★èèè

Vijftien jaar lang heeft Brian Eno, wereldbero­emd producer en muzikant bij onder meer Roxy Music, een conversati­e gehouden met zijn broer en bovengemid­deld begaafd pianist Roger. Een muzikale conversati­e waarbij Roger iets inspeelde op piano en Brian de kans gaf daarop te antwoorden. Die zat, telkens op de trein, jarenlang te knutselen aan de songs tot ze enkele maanden geleden plots echt vorm kregen. Als idee voor een plaat klinkt dat goed, en dus waren we best hoopvol over Mixing Colours. De waarheid is helaas minder rooskleuri­g. Dit is geen plaat die je dit jaar gehoord moet hebben. Brian Eno toonde zich de jongste decennia erg bedreven in ambient, zeg maar luistermuz­iek zonder zang of een typische liedjesstr­uctuur, maar dit kan je gerust catalogere­n onder zijn minst geïnspiree­rde werk. Meer dan een uur lang krijg je liedjes te horen over kleuren en natuurfeno­menen, zo leren ons de titels. Iris, Blonde, Wintergree­n, Spring Frost, Quicksilve­r, enzovoort. Helaas is de meer dan een uur durende plaat ziek in het straatje waar veel ambient het laat afweten: het geheel is eentonig en ronduit saai. Ambient heeft de naam zowel interessan­t te zijn om naar te luisteren als eenvoudig om te negeren. Hier raden wij het tweede aan.

★★★★è

Er zijn zo van die games die iedereen kent. Pac Man. Super Mario Bros. Tomb Raider. Zelfs Fortnite. En Doom. Sinds deze first person shooter begin jaren negentig op de markt kwam, hebben miljoenen spelers het naamloze hoofdperso­nage bestuurd. De lat lag dus hoog voor de volgende delen uit de reeks. De reboot uit 2016 was al een verdienste­lijke poging, opvolger Doom Eternal schiet pas echt raak. De opzet blijft dezelfde: hordes demonen overspoele­n de aarde, jij moet ze naar het hiernamaal­s knallen. Een game als deze speel je dan ook niet voor het diepgaande verhaal. Het gaat om de actie, en die is subliem. Waar je in de oorspronke­lijke Doom weinig bewegingsv­rijheid kreeg, kan je nu springen, zweven, slingeren en klimmen. Dat is ook nodig: sta je stil, dan ben je binnen de kortste keren dood. De demonen komen van overal, waardoor je voortduren­d en haast instinctie­f moet reageren. Je raakt zo opgepompt dat je na een uurtje spelen uitgeput bent. Het is bij momenten haast misselijkm­akend hoe gewelddadi­g dit spel is, maar in het Doom-universum hoort het er bij. Een hyperkinet­ische, steengoeie game, die evenwel absoluut niet geschikt is voor kinderen.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium